Vlaamse regeringBesparingen
Ook op cultuur wordt bespaard: ‘Honderden mensen zullen hun job verliezen’
De culturele sector moet de komende jaren 30 miljoen euro besparen. Vooral de kleine instellingen zijn daar erg ongerust over. ‘Als de subsidies nu nog dalen, dan zullen bepaalde organisaties niet meer kunnen functioneren.’
“Het is al voor de tweede keer dat men met de kaasschaaf passeert.” Hij mag dan uit het Vlaams Parlement zijn verdwenen, Bart Caron (Groen) volgt de politieke actualiteit nog altijd op de voet. En wat zich onder de glazen koepel van het Vlaams Parlement afspeelt, baart hem zorgen. Vooral de besparingen in de culturele sector moeten het ontgelden. “Nog eens 6 procent naast de 5 procent van de vorige legislatuur? Dat is veel.”
Het centenboekje van de Vlaamse regering leert dat er voor 6 procent bespaard wordt op subsidies, over de hele lijn. Samen is dat goed voor een bedrag van 179 miljoen euro. Daarbij wordt ook de culturele sector niet gespaard. Die zal bijna 17 procent van die besparingen voor zijn rekening moeten nemen: er verdwijnt een dikke 30 miljoen euro van de boeken. Hoe dat verdeeld zal worden, is nog niet duidelijk. Ter vergelijking: het departement Cultuur heeft een totale begroting van 391 miljoen euro. Zowat 60 procent daarvan wordt gebruikt om subsidies uit te betalen.
Dat daaraan geraakt zal worden, zorgt voor ongerustheid. “Men haakt nu een nieuw wagonnetje aan de besparingstrein die negen jaar geleden is vertrokken”, zucht Dirk Verbist, directeur van de Federatie, de sectorfederatie van sociaal-culturele organisaties. “Alles bij elkaar zullen wij zo’n 15 tot 45 procent van onze werkingsmiddelen zijn kwijtgespeeld op die manier. Als de 6 procent waarvan sprake inderdaad rechtstreeks wordt toegepast, dan zal dat er zwaar inhakken.”
Misvatting
“Het adagium is dat men ook in de privé steun kan zoeken. Alsof het geld aan de bomen groeit”, zegt Caron. Weggevallen subsidies compenseren door andere middelen, zij het privégeld of Europese subsidies, is inderdaad niet zo simpel. “Dat is gewoon onmogelijk”, zegt Marie-Laure Delaby, zakelijk coördinator bij De Vieze Gasten. “Wij draaien hier nu al zoveel overuren. Daar zijn wel grenzen aan.”
Het Overleg Kunstenorganisaties (oKo) wacht het overleg met het kabinet van Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA), ook bevoegd voor Cultuur, af. Al wijst men op een vaak terugkerende misvatting. “Men vergeet soms dat de subsidies in de Vlaamse artistieke wereld al helemaal niet meer zo hoog liggen als vroeger”, zegt directeur Leen Laconte. “Op dit ogenblik bedragen de Vlaamse subsidies gemiddeld nog zo’n 37 procent van de opbrengsten bij onze kunstorganisaties. De meerderheid van de inkomsten wordt dus daarbuiten gegenereerd. Maar dat is enkel mogelijk net door het hefboomeffect van die subsidies (door de subsidies kunnen instellingen bijvoorbeeld iemand aannemen die dan op zijn beurt zorgt voor extra inkomsten, PG). Het dieptepunt is nu wel bereikt.”
De meeste federaties houden nog een slag om de arm en wachten op de exacte cijfers. “Al merk ik toch veel ongerustheid”, zegt Caron. “Er is stilaan sprake van een sfeertje waarin niemand echt de mond durft open te doen, uit vrees de overheid tegen zich in het harnas te jagen.” Onderhuids is het de vrees dat de besparingen de dood zullen betekenen voor kleinere instellingen. “Als de subsidies nu nog dalen, dan zullen bepaalde organisaties niet meer kunnen functioneren”, voorspelt Patric Allegaert, directeur van de Vlaamse musea. Ook Caron vreest daarvoor. “Honderden mensen in de culturele sector zullen hun job verliezen”, zegt hij.
Excelleren
Nochtans spreekt uit het luik cultuur in het regeerakkoord de nodige ambitie. Vriend en vijand erkennen de sterke punten ervan, zoals de ambitie om te investeren in infrastructuur. Daarnaast mikt de regering hoog. “Zowel op artistiek als zakelijk vlak moet een internationaal niveau de ambitie zijn”, klinkt het. De Vlaamse culturele instellingen moeten “excelleren”.
Al ontstaat hier en daar de vrees dat er een cultuurbeleid op twee snelheden wordt gecreëerd, waarbij de grote instellingen zoals de Ancienne Belgique (AB) meer buiten schot blijven dan de kleinere cultuurinstellingen. “Dat zou je zo kunnen interpreteren inderdaad”, zegt Allegaert. “Als dat zo is, zou dat niet goed zijn. Grote instellingen bestaan net bij gratie van de kleinere. Het is goed dat we mikken op excellentie, maar het zijn de kleine instellingen die innoveren en experimenteren. Dat is net het unieke aan het Vlaamse cultuurbeleid.”
Dat beamen ze bijvoorbeeld bij het Gentse De Vieze Gasten. “Het zijn wij die zorgen voor de doorstroming”, zegt Delaby. “De minder bekende artiesten groeien bij huizen als wij, vooraleer ze doorstromen naar een groter podium. Een Wouter Deprez of Wannes Capelle, die hebben hier hun eerste stappen gezet. Daarnaast bereiken wij ook een heel specifiek publiek, sterk op de buurt gericht. De mensen die hier over de vloer komen, zullen dat niet snel doen in het NTGent, Opera of zelfs de Vooruit.”
Er is volgens sommigen dus sprake van een enge definitie van ‘excelleren’. De sector hoopt daarover in gesprek te kunnen gaan met Jambon. “Ik snap bijvoorbeeld dat musea worden ingezet voor toerisme, bijvoorbeeld met de Vlaamse primitieven”, zegt Allegaert. “Maar een museum doet meer dan dat. Dat biedt ondersteuning aan heel wat andere initiatieven. Of het zorgt voor een kritische stem in de maatschappij. Ook daar is nood aan.”