FamilieklapDe zussen Feryn
‘Onze band is na mama’s dood nog versterkt, omdat we het verlies op dezelfde manier verwerkten’
De jongste is 27 jaar, actrice en ontwerpt handtassen. Dat doet ook de middelste (32), als grafisch vormgever. Zij maakt die handtassen ook, stikt de lappen kundig aaneen, samen met de oudste (33), die er haar job in het onderwijs voor opgaf. Lize, Mira en Yanne: zussen, vriendinnen en collega’s bij Atelier Feryn.
Lize
“Ons gezin werd in het West-Vlaamse Deerlijk, waar wij zijn opgegroeid, als ‘alternatief’ beschouwd. Zelf voelden wij dat niet zo aan. Achteraf bekeken kun je ons eerder als ‘groen’ en ‘ecologisch’ bestempelen. Onze papa is milieuconsulent en is nog altijd voorzitter van Natuurpunt in de streek. We gingen ook naar Deerlycke Folk, aten thuis al avocado’s en quinoa nog voor de buitenwereld daar al van had gehoord en liepen over de speelplaats met een stuk koolrabi of met zoethoutstokjes. Verwonderlijk was die quinoa overigens niet, met een nonkel en tante die in Bolivië wonen. Alternatief of niet, het was vooral een warm gezin waarin wij opgroeiden.
“Als jongste voelde ik de leeftijdskloof wel met mijn zussen, die een stuk ouder zijn, maar toen ik als tiener de hoofdrol speelde in het toneelstuk De Zonnekoning, in cc Het Spoor in Harelbeke, was ik ‘kleine zus’ af, en kwamen mijn zussen achttien keer kijken. Jawel, achttien keer. (lacht)
“Er zijn veel verschillen tussen ons. Yanne is als oudste eerder rationeel. Zij gaat planmatig te werk. Mira is een chaoot en ik ben de meest impulsieve van de drie. Maar er is ook een gemeenschappelijke karaktertrek: de zin voor initiatief, voor het creatieve, het maken van iets. Of dat nu handtassen zijn of een film. Zo kozen mijn zussen voor beeldende vormgeving, en ik voor woordkunst.
“Onze mama, die vijf jaar geleden stierf aan borstkanker, was ook zo iemand. Zij heeft indertijd een camionette omgebouwd tot een soort mobilhome, waarmee we als gezin door heel Europa reden, altijd naar de bergen, altijd de natuur in. De bestemming werd gekozen op basis van de vogels die onze papa, een ornitholoog, nog niet had afgevinkt in zijn Petersons vogelgids. Dan reden we naar Schotland, want papa had het auerhoen nog nooit gezien, en wandelden uren in stilte in de natuur, wachtend op het signaal van papa – ‘Jaaaaa, ik zie hem!’ –, waarna het dan om een of andere stoeme kip bleek te gaan. We hebben in Noorwegen ooit eens zes uur tevergeefs gewacht op een eland.” (lacht)
Mira
“Na mama’s dood heeft die camionette, een Ford Transit, nog vier jaar op de oprit gestaan, zonder dat iemand ermee reed. Er groeide op den duur mos op het dak, maar we konden er geen afscheid van nemen. We vereenzelvigden onze mama met die zelfgemaakte mobilhome. Zag je in Deerlijk een grijze camionette, dan zwaaiden de mensen haast automatisch naar de mama van de Feryntjes.
“Onze band is na haar dood nog versterkt, omdat we het verlies alle drie op dezelfde manier hebben verwerkt: heel open, heel direct. Onze mama gaf zelf het goede voorbeeld. Toen ze herviel, zei ze zonder omwegen dat ze zou sterven.
Mama heeft de begrafenis ook zelf geregeld: de muziek, de foto, de dienst, enzovoort. Sinds haar dood zeggen we alles wat we vroeger tegen haar zouden hebben gezegd, nu gewoon tegen elkaar. We zijn als het ware elkaars psycholoog geworden.
“Pas later besefte ik hoe vrij papa en mama ons hebben opgevoed. Als kind mochten we ’s voormiddags niet naar de televisie kijken, kregen we maar één keer per week limonade en mochten we niet chatten op MSN Messenger. Op dat ogenblik ervaar je dat als streng, maar nu ik zelf mama ben van drie kinderen, realiseer ik me hoeveel vrijheid er juist school in onze opvoeding.
“Wij kregen ontzettend veel kansen. En juist die kansen wil ik mijn eigen kinderen ook aanreiken: die gaan naar de jeugdbeweging, volgen pianoles, spelen toneel, volgens tekenles, enzovoort. Wij zijn onze ouders echt dankbaar voor wat ze voor ons hebben betekend, en wat papa nog altijd voor ons betekent.”
Yanne
“Wij zijn naast zussen ook ‘vennoten’, wat maakt dat onze levens in elkaar overlopen. We werken professioneel samen, en aangezien Mira en ik maar één jaar schelen, hebben wij ook dezelfde vriendengroep. We komen elkaar tegen op café, op feestjes, en altijd zien we elkaar in het atelier, waar we de handtassen maken. Soms clashen we als zussen wel eens, als de rol van zus botst met die van collega, maar iedereen ziet zo’n ruzie al van ver aankomen en allemaal weten we dat die snel overwaait. Dat blijft nooit hangen.
“Het was een sprong in het onbekende om met z’n drieën een zaak te starten. Wat begon met een cursus, waar onze mama ook aan deelnam, is nu een bedrijf. Ik was kleuterleidster en had vier kinderen. Omdat die kinderen heel snel op elkaar volgden, was ik lange tijd in zwangerschapsverlof. Om aan de RVA te bewijzen dat ik wel degelijk niet zomaar thuis zat, of thuis zou blijven, heb ik uiteindelijk de sprong gewaagd. (lacht)
“We zijn nu vijf jaar verder en het draait goed. Je leert je plan trekken. Kan de looier in Italië geen leer leveren door de coronasituatie? Dan zien we wat mogelijk is met de eigen stock. Je leert anticiperen, en combineren. De voorbije maanden, tijdens de lockdown, werkte ik in het atelier aan de zijde van mijn zus, terwijl onze zeven kinderen om ons heen liepen.
“In het atelier is iedereen welkom, ook vrienden, het is geen gesloten gemeenschap. Al is het wel zo dat we een soort Feryn-dorp aan het bouwen zijn. (lacht) Het atelier staat achterin de tuin van het ouderlijk huis. Daar vlakbij woont Mira, staat ook het bureau van papa, en is het de bedoeling dat hij er vlakbij ook een eigen huisje zet, waarna ik mijn intrek neem in het ouderlijk huis. Er is hier in Deerlijk ook nog plaats voor Lize, al betwijfel ik of we haar kunnen overtuigen om Antwerpen te verlaten.”
Gekke gewoontes
Lize over Mira: “Klokslag 23 uur krijgt ze van vermoeidheid de slappe lach.”
Mira over Yanne: “Als haar vier kinderen in bed liggen, ploft ze zich niet neer in de zetel, maar begint ze ’s nachts nog taarten te bakken.”
Yanne over Lize: “Zij heeft geen gêne. Zeg nooit tegen Lize: ‘Dat durf je niet’, of je hebt het aan je rekker.’