Klimaatverandering
Ons klimaat staat in brand: dit zijn de opvallendste grafieken
Het Europees Milieuagentschap (EMA) heeft vandaag zijn vierjaarlijkse klimaatrapport gepubliceerd. Het gaat om de meest omvangrijke studie over het Europese klimaat ooit uitgevoerd. En die studie schetst geen positief beeld van het continent. Het klimaat verandert al volop, ook bij ons. Dit zijn de meest opvallende grafieken uit het vuistdikke rapport:
Gemiddelde temperatuur
Drie verschillende indicatoren tonen duidelijk aan hoe de oppervlaktetemperatuur boven land en zee de laatste jaren exponentieel toeneemt. Het decennium tussen 2006 en 2015 was wereldwijd het warmste ooit gemeten, met temperaturen die 0,83 tot 0,89 graden Celcius hoger waren dan in het pre-industriële tijdperk. Recente NASA-gegevens over 2016 bevestigen die trend trouwens.
Voor de Europese landtemperatuur is de trend nog alarmerender, aldus het Europese Milieuagentschap: die was tussen 2006 en 2015 zelfs 1,5 graad Celcius hoger dan tijdens het pre-industriële tijdperk.
De trend zal zich bovendien verderzetten. In het laagste uitstootscenario zal de gemiddelde jaartemperatuur in Europa naar verwachting tegen het einde van deze eeuw stijgen met 1 tot 4,5 graden Celcius. In het hoogste uitstootscenario daarentegen gaat het om een stijging van 2,5 tot 5,5 graden. Vooral Zuid-Europa (in de zomer) en Noord-Oost-Europa (in de winter) zullen de zwaarste gevolgen moeten dragen.
Gletsjers
De grote meerderheid van de Europese gletsjers trekt zich nu al terug. Volgens het Milieuagentschap hebben de gletsjers in de Alpen bijvoorbeeld de helft van hun volume verloren sinds 1900, met een versnelde afname vanaf 1980. Die trend zal zich wellicht in de toekomst nog verderzetten. Tegen 2100 zullen over heel Europa beschouwd de gletsjers 22 tot 84 procent in volume afnemen bij een matig uitstootscenario (bovenste lijnen in de grafiek), en 38 tot 89 procent bij een hevig uitstootscenario.
De daling van de gletsjervolumes zorgde tussen 2003 en 2009 voor een stijging van het wereldwijde zeewaterniveau met 0,8 millimeter per jaar. Maar bovenal, hoe minder gletsjers er zijn en hoe kleiner ze worden, hoe groter hun impact op Europese rivieren, drinkwatervoorzieningen, irrigatie, landbouw en elektriciteitsvoorziening.
Sneeuw
Zien we binnenkort allemaal zwarte sneeuw in Europa? Vergelijkbaar met de gletsjeroppervlakte neemt ook de sneeuwoppervlakte in Europa, en bij uitbreiding in het hele noordelijke halfrond, af. Tussen 1967 en 2015 nam de sneeuw in maart met gemiddeld 7 procent af, in juni zelfs met gemiddeld 47 procent. Voor Europa alleen gaat het zelfs nog verder: -13 procent voor maart en -76 procent voor juni.
Overstromingen
Sinds 1980 deden er zich bijna 1.500 overstromingen voor in Europa, waarvan meer dan de helft sinds 2000. Het aantal overstromingen dat als "zeer ernstig" gecatalogeerd wordt, nam eveneens toe, maar wel met grote jaarlijkse schommelingen. Het Milieuagentschap wijst erop dat een betere rapportering deels aan de stijging ten grondslag ligt, maar ook hogere neerslaghoeveelheden.
Verwacht wordt dat de globale temperatuurstijgingen het aantal overstromingen en de ernst ervan nog zal doen toenemen. Europa mag zich vooral opmaken voor zogenaamde 'flash floods', het gevolg van heel lokale maar heel intense regenbuien.
Bosbranden
Het risico op bosbranden hangt van veel factoren af, aldus het Milieuagentschap. Niet alleen het klimaat speelt een rol, maar ook de vegetatie die op een bepaalde plaats voorkomt, de manier waarop bossen beheerd worden en ander socio-economische factoren.
Het aantal bosbranden en de vernielde oppervlakte nam rond de Middellandse Zee gestaag toe tussen 1980 en 2000. Daarna werd een daling ingezet, voornamelijk door beter bosbeheer.
Hoewel de meeste bosbranden nog altijd ontstaan door menselijke factoren, speelt de klimaatverandering wel een rol. Vooral Zuid-Europa zal door de opwarming van de temperatuur te maken krijgen met langere en grotere branden.
Ziektes en infecties
Het klimaat heeft ook een impact op de verspreiding van verschillende ziektes. Zo wordt de klimaatverandering gezien als de belangrijkste factor achter de verspreiding van teken die de oorzaak kunnen zijn van de ziekte van Lyme. Door de opwarming van het klimaat wordt bovendien verwacht dat de teek zich nog noordelijker en in hogere gebieden zel verspreiden.
Ook de Aziatische tijgermug en zandvliegen zullen vaker in Europa voorkomen.
Het Europese Milieuagentschap wijst nog op het ongewoon hoge aantal infecties met het West-Nijlvirus in de zomer van 2010 in Zuid-Europa. Dat fenomeen werd voorafgegaan door extreme hittegolven, die bijgedragen hebben aan de verspreiding van de ziekte. De onderzoekers verwachten dan ook dat het aantal infecties met het West-Nijlvirus de komende jaren nog zal toenemen.