NieuwsEcologie
Ondanks alle groene plannen worden er veel minder windmolens besteld
In Europa worden ondanks alle duurzame plannen nauwelijks nieuwe windmolens besteld. Dit jaar werden er ruim een derde minder orders geplaatst dan een jaar geleden. Dat blijkt uit cijfers die zijn gepubliceerd door de Europese fabrikanten van windturbines.
In september kondigden de landen rond de Noordzee nog aan van ‘hun zee’ de grootste groene stroomcentrale van Europa te maken. Ze zouden 260 gigawatt vermogen bouwen tegen 2050, wat betekent dat er de komende jaren vele duizenden windturbines op zee bij komen. Die versnelling is noodzakelijk om de klimaatdoelen te halen en om onafhankelijk te worden van Russische energie, zei Eamon Ryan, de Ierse minister voor Klimaat bij de presentatie van die plannen.
Maar vooralsnog blijft het bij goede voornemens. In het derde kwartaal noteerde de Europese industriekoepel WindEurope voor 2 gigawatt aan bestellingen, 36 procent minder dan een jaar geleden, toen er voor 3,1 gigawatt in de boeken kwam. In totaal is dit jaar voor 7,7 gigawatt aan windvermogen besteld bij Europese bouwers, terwijl er jaarlijks 39 gigawatt bijgebouwd moet worden, willen de klimaatdoelen van 2030 worden gehaald. “Op dit niveau worden die bij lange na niet bereikt”, reageert een woordvoerder van WindEurope.
“De situatie is zorgelijk”, zegt Kees van der Leun, directeur van adviesbureau Common Futures, dat gespecialiseerd is in de energietransitie. De belangrijkste reden voor de terugslag is de toegenomen financiële onzekerheid bij investeerders en uitbaters van windparken. Ook de lange wachttijden voor vergunningen spelen een rol. “Al is dat laatste niet echt veranderd”, aldus Van der Leun.
De reden dat het nu zo slecht gaat met de nieuwe orders zijn de sterk gestegen grondstofkosten, waardoor turbines duurder worden. Ook de stijgende rente levert onzekerheid op, waardoor investeerders afwachtend worden. Dat hoeft op zichzelf geen probleem te zijn, omdat ook de elektriciteitsprijs sterk is gestegen. Maar omdat onzeker is hoe de stroomprijs zich gaat ontwikkelen, is het volgens Van der Leun toch van invloed geworden.
Prijsplafond
Als over enkele jaren de stroomprijs weer daalt, terwijl parken veel duurder zijn uitgevallen, is het de vraag of de investering kan worden terugverdiend. Dus houden banken en energiebedrijven de hand op de knip. De stagnatie kan niet op een slechter moment komen, want de hele Europese sector van turbinebouwers draait al met verlies.
Er is nog een belangrijke factor die investeerders afschrikt: het prijsplafond dat Europese lidstaten hebben afgesproken van 180 euro per megawattuur. Die bovengrens levert nog meer onzekerheid op. En volgens Van der Leun veel vragen: “Blijft het plafond op dit niveau? Wat gaan lidstaten doen? Die mogen er hun eigen draai aan geven. Gaan landen straks een eigen plafond invoeren? Of voeren ze de maatregel met terugwerkende kracht in?”
Ook is onzeker hoe de maatregelen zullen uitpakken voor internationale deals, waarbij een windpark van het ene land ook stroom levert aan andere landen. Snelle duidelijkheid zal een deel van de onzekerheid wegnemen.