Voorpublicatie
‘Of je nou een stukje plastic opraapt of een voorbijganger groet: je impact is veel groter dan je denkt’
Onheilsprofeten willen ons doen geloven dat het einde van de wereld nabij is, maar journalist Joris Luyendijk trekt ten strijde tegen hun cynisme. Hij roept daarvoor de hulp in van honderd wetenschappers, kunstenaars en ondernemers die evenveel redenen geven waarom het wél de goede kant opgaat. Die antwoorden zijn nu gebundeld in Hoop, uw baken in bange dagen.
Micha Wertheim, cabaretier: ‘Kunst geeft moed’
‘Oplossingen zijn het probleem niet,’ hoorde ik Theo Maassen een keer zeggen tijdens een voorstelling. Het was het soort zinnetje waarvoor ik naar het theater kom. Een zinnetje dat in mij landde als een tetrisblokje dat precies daar valt waar een leegte is. Hoopvol zou ik dat zinnetje niet noemen. Eerder een acceptatie van hoe hopeloos de situatie is. We leven in een wereld vol willekeur en chaos. Steeds hopen we dat we oplossingen hebben voor problemen. Hoop die we nodig hebben om niet gek van hopeloosheid te worden.
Lees ook het eerste deel van deze voorpublicatie:
Jan Leyers en Dick Swaab over wat hen hoop geeft: ‘Straks kunnen we misschien hersenen scannen op zelfmoordgedachten’
Het zinnetje van Theo Maassen is zo krachtig omdat het een zekere schoonheid in zich heeft. Een tegenstelling waar we iedere dag mee te maken hebben, wordt even beschreven. De chaos lijkt daardoor getemd. Dat is wat goede grappen, poëzie en alle kunst teweeg kunnen brengen. Ze heft de spanning op die we voelen omdat we op zoek zijn naar hoop in een hopeloze wereld. Dat geeft moed, maar nooit lang. Net als bij een spelletje tetris verschijnen er op het moment dat een balk onder uit het beeld verdwijnt, boven in het scherm nieuwe blokjes. Het spel is niet te winnen.
Niets is zo verleidelijk als de gedachte dat er hoop is. Hoop op rechtvaardigheid, hoop op minder pijn. Wie oplet, weet dat onrechtvaardigheid en pijn nooit zullen verdwijnen. Kunst is de plaats waar we het ons even kunnen permitteren die hopeloosheid toe te laten door er vorm aan te geven: oplossingen zijn het probleem niet. Hoe meer we verwachten van oplossingen, hoe groter de kans op teleurstelling en wanhoop. Wie wordt overvallen door wanhoop, raakt verlamd en is verloren. Humor, theater, poëzie of gewoon kunst in het algemeen kan wanhoop vormgeven zonder dat die ons eronder krijgt.
Als íémand mijn gedachten over hoop heeft gevormd, dan wel mister hoop himself: Barack Obama. Hij heeft er de verkiezingen mee gewonnen en een boek over geschreven: ‘The Audacity of Hope’. Hij heeft zich voor de titel laten inspireren door de preek van een dominee. Die dominee, Jeremiah Wright, vroeg zich af wat voor zin het heeft hoop te koesteren in een wereld die onmiskenbaar beschadigd, onrechtvaardig en wreed is. Zo kwam hij uit bij een slaaf op een plantage die in de meest hopeloze omstandigheden leeft. Hij zingt over de hopeloosheid en geeft er vorm aan: ‘Over my head I hear music in the air / There must be a God somewhere’.
Wat dat is, God, daar wil ik even vanaf wezen. Maar dat er in alle chaos iets van harmonie kan klinken, dat houdt ons op de been. Die harmonie kan een melodie zijn, maar ook een dichtregel of een grap die ons de moed geeft om niet te wanhopen.
Veel kunstenaars gaan mee in de gedachte dat ze de wereld echt vooruit kunnen helpen. Dat zijn kwakzalvers. Kunst is alleen effectief als ze erkent dat we verloren zijn. Alleen dan kan ze ons een geloofwaardige vorm van hoop geven. ‘Hope we can believe in,’ noemde Obama dat.
Soms vermoed ik dat de woede en de wanhoop van Donald Trump het gevolg is van de onmacht om het grote publiek te overtuigen van de schoonheid van Wrights inzicht. De kater die volgt op de roes van hoop. Kunst kan ons helpen te hopen zonder er een kater aan over te houden. Kunst geeft ons moed en wat dat betreft is kunst een oplossing. Maar oplossingen zijn het probleem niet.
Aernoud Bourdrez, advocaat: ‘Ludieke boodschap’
Oli Beale is een Engelse artdirector bij een gerenommeerd reclamebureau. Iedere dag neemt hij de trein naar zijn werk. ’s Ochtends vanaf zijn woonplaats Hassocks naar Farringdon en aan het einde van de dag weer terug. De trein heeft vaak vertraging en Beale heeft een hekel aan vertraging. Op een dag besloot hij om iedere keer dat zijn trein te laat was, het hoofd van de baas van de Britse spoorwegen te bewerken met Photoshop. Het resultaat deelde hij op sociale media. Zoek voor je plezier op ‘Beale’ en ‘Tim O’Toole’. De grappige, absurde en soms gênante portretten gingen viraal. Ik moest er hard om lachen en de collega’s van Tim O’Toole natuurlijk ook. En waarschijnlijk ook de vriendjes en vriendinnetjes van zijn kinderen.
Oli Beale is my hero: Angry commuter meddles with train boss’s face - http://t.co/a6ht2m8VHZ #oddnews #UKnews pic.twitter.com/Q1X5urAFwn
— Becky Barnes (@BeckyBarnesB) 10 juli 2014
Ik vermoed dat O’Toole zijn personeel al snel opdracht heeft gegeven om ervoor te zorgen dat in ieder geval die ene trein tussen Hassocks en Farringdon op tijd rijdt.
Op de vraag wat mij hoop geeft, wist ik niet zo snel een antwoord. Wel weet ik op wie ik mijn hoop heb gevestigd: op alle kunstenaars, cabaretiers, illustratoren en andere creatieve geesten zoals Oli Beale, die het verstand en het gereedschap hebben om met creatieve, ludieke en luchtige acties zonder verwijten de boodschap over te brengen en ons inspireren om te veranderen. En niet alleen om een trein op tijd te laten rijden, maar ook om misstanden bloot te leggen en te zorgen dat recht geschiedt. Bill Cosby wist jaren de dans te ontspringen, ondanks de vele rechtszaken. Pas toen stand-upcomedian Hannibal Buress er grappen over maakte, ging de bal aan het rollen.
De kracht van die boodschappen zit hem in de combinatie van de kwinkslag en het ontbreken van verwijten. Door de kwinkslag vinden we de boodschap leuk en nemen we die graag tot ons. Door het weglaten van verwijten is men eerder bereid om er ook iets mee te doen. Aan boodschappen met verwijt zit ook een taks. Ik kan niet meer kijken naar de aaneenschakeling van verwijten van Bernie Sanders of Donald Trump, die hun tegenstander wegzetten als de oorzaak van alle ellende. Dat is ook het probleem met advocaten die denken in winst en verlies en weten dat de kans groter is dat je een rechtszaak wint naarmate je de rechter er beter van overtuigt dat de ander het verwijt treft. Dat leidt tot een verslechtering van de relatie tussen partijen en zelden tot een oplossing waarvoor de cliënt bij de advocaat aanklopte.
Ludieke boodschappen zonder verwijt hebben de kracht van verandering in zich. Een kracht die vervolgens veel meer in werking kan zetten dan creatieven zich realiseren. Om dat te benutten moet de kunstwereld verantwoordelijkheid voelen en met ludiek activisme het voortouw nemen.
Maaike Ouboter, zangeres: ‘Elkaar zien’
15 september was het World Cleanup Day. Miljoenen mensen gingen de straat op om zwerfafval op te ruimen. Ze hadden buren, collega’s en vrienden opgetrommeld om een hele dag afval te rapen. Om de wereld schoner te maken en de plasticvervuiling tegen te gaan. Het effect is groter dan het resultaat van die dag. Het werkt als een kettingreactie. Deelnemers worden zich bewust van het afval op straat, rapen misschien op een ander moment nog wat op, jij ziet het gebeuren en voor je het weet gooi je zelf ook eens een plastic flesje in de afvalbak. Als één op de vier mensen elke dag één stuk afval zou oprapen, zou er niets meer op straat liggen. Je kunt met een minderheid dus een verschil maken.
Dat zette me aan het denken, want het hoopvolle is dat het ook voor andere problemen kan gelden. Niet alleen voor duurzaamheid, maar ook voor vreedzaamheid, bijvoorbeeld, hoe we omgaan met elkaar. Ik geloof dat het vermogen om dingen te veranderen begint bij je bewust zijn van je omgeving. Je bewust zijn van hoe ongelooflijk belangrijk één enkele stap is. Dat je iets kunt doen, al lijkt jouw bijdrage nutteloos. En om je daar bewust van te worden kan het helpen om een groot probleem te reduceren tot een simpele handeling, zoals het oprapen van plastic.
En als het oprapen van één stuk afval de vervuiling zichtbaar kan maken, kan een simpel groeten van de buurman hem misschien ook zichtbaarder maken. En maak je vanaf dat moment wat vaker een praatje met hem. Of breng je zijn boodschappen een keer naar boven. Die bewustwording is de eerste stap naar verbinding.
Ik denk dat we het allerbangst zijn voor wat we niet kennen. Andere mensen met andere ideeën. Pas als die anderen een gezicht krijgen, kan er ruimte ontstaan om je in elkaar te verplaatsen. Dat kan het begin zijn van een kettingreactie aan ontmoetingen die ervoor kan zorgen dat we elkaar beter begrijpen. Zodat we elkaar aandacht geven, elkaar zien, met elkaar in gesprek gaan, blijven praten, en wellicht samen iets kunnen veranderen. Zo kan de impact van een individu veel groter zijn dan een handeling alleen. Of je nou een stukje plastic van straat raapt of een voorbijganger groet. Omdat je het doorgeeft, en elkaar aansteekt. En dat geeft mij hoop.
Joris Luyendijk, Hoop, Maven Publishing
© Humo