Binnenland
Nu al onder vuur: psychiatrisch centrum Sint-Gillis telt straks amper één psychiater
Ons land krijgt eindelijk een centrum om verdachten met psychische problemen te observeren. Maar of dat goed komt? In Nederland werken ze met vier keer zoveel personeel voor evenveel plaatsen.
Psychiaters klagen al lang dat ze te snel analyses moeten maken van verdachten - in enkele gesprekken van amper een uur, binnen de gevangenis. Al sinds 1998 werd er beloofd werk te maken van een psychiatrisch observatiecentrum om verdachten in een neutrale omgeving over een lange periode onder de loep te nemen. Nu is het er, toch op papier. Voor een observatorium in de gevangenis van Sint-Gillis zijn 25 vacatures uitgeschreven. Er worden maar één psychiater en één psycholoog gezocht in Sint-Gillis. Naast onder meer verpleegkundigen (11), opvoeders (5) en ergotherapeuten (3), zo blijkt uit cijfers die Kamerlid Ben Segers (Sp.a) opvroeg.
Experts vinden deze bezetting ontoereikend. "Voor zo'n onderzoek heb je een multidisciplinair team nodig die er permanent mee bezig is", zegt Kris Goethals, professor forensische psychiatrie (UA en UZA). "Dan is dit personeelsbestand veel te weinig." Ook eremagistraat Henri Heimans, die al jaren aandringt op zo'n centrum, is kritisch. "België is al meermaals veroordeeld voor hoe het omgaat met gevangen met een psychisch probleem", zegt hij. "Dit is een doekje voor het bloeden, om naar de buitenwereld de indruk te wekken dat men iets doet. Belachelijk."
In zo'n observatiecentrum moet idealiter een team van psychologen, psychiaters en criminologen de personen 24 uur op 24 kunnen volgen om het gedrag en de echte persoonlijkheid van de verdachten bloot te leggen. In het Nederlandse Pieter Baan Centrum, waar het observatorium op is gebaseerd, hebben ze veel meer personeel. Daar zijn 101,81 fte's, voltijdse equivalenten, ingeschakeld als gespecialiseerd personeel. Het aantal plaatsen voor verdachten is vergelijkbaar: Sint-Gillis wil er 30, Pieter Baan heeft er 28. "Met de invulling zoals die nu voorligt, zal de observatie in Sint-Gillis of oppervlakkig zijn, of niet gebeuren", zegt Segers. "Dat is onaanvaardbaar."
Ook lukt een goede observatie het best in een omgeving die zo normaal mogelijk is. In Nederland verblijven de verdachten daarom in leefgroepen. "Het mag dus niet lijken op een gevangenis", zegt Goethals.
Hij waarschuwt voor de ervaringen met de Forensische Psychiatrische Centra van Gent en Antwerpen. Daar worden patiënten behandeld met een psychische stoornis die strafbare feiten hebben gepleegd. Bij hun opening kregen die centra te weinig personeel. "Er is toen vooral naar de kosten gekeken", beaamt Katarzyna Uzieblo, professor forensische psychologie aan de VUB en UGent. "Er zijn toen voornamelijk mensen aangenomen die pas waren afgestudeerd. Dan ontbreekt het aan de expertise om met die complexe zaken om te gaan."
Kim De Gelder
Dat het centrum er komt, is uiteraard wel een goede zaak, zo zijn alle experts het eens. Al tijdens het proces van Kim De Gelder, die volgens zijn advocaat aan schizofrenie leed, werd er voor een observatiecentrum gepleit om 's mans persoonlijkheid beter te kunnen doorgronden. Psychiaters klaagden aan dat ze hem enkel in de gevangenis konden zien.
Na de moord op Julie Van Espen werd de roep nogmaals herhaald om seksuele delinquenten beter te onderzoeken. Maar of het centrum de verwachtingen kan inlossen? "Ik vraag me af wat de visie is", zegt Uzieblo. "Veel collega's uit het werkveld stellen zich er vragen bij en hebben er nog steeds geen zicht op."
Bij justitie klinkt het dat men eerst wil kijken hoeveel plaatsingen er in het centrum komen om dan verder te kijken naar het personeel. Als een rechtbank externe experts aanduidt, kunnen zij ook een observatie in het centrum doen. "De bedoeling is te starten met tien plaatsen en de capaciteit dan op te bouwen", zegt Werner Vanhout, adviseur-generaal bij Justitie. "Als we merken dat 25 equivalenten niet volstaan, kunnen we dat aanpassen."