Zondag 28/05/2023

Voor u uitgelegdCovid-19

Nu 1 september nadert: wat weten we écht over besmettelijkheid bij kinderen?

Het onderwijs in coronatijden. Beeld Illias Teirlinck
Het onderwijs in coronatijden.Beeld Illias Teirlinck

‘Kinderen spelen slechts een marginale rol in de verspreiding van het coronavirus.’ Die boodschap klinkt al maanden. Maar de nakende start van het schooljaar en nieuwe studies over besmette minderjarigen zorgen voor twijfel. Wat weten we nu precies?

Femke Van Garderen

Duidelijke informatie kan levens redden. Daarom maken we essentiële informatie over het nieuwe coronavirus voor iedereen toegankelijk. Dit verhaal kunt u ook als niet-abonnee lezen.

Steun onze journalistiek. Neem een abonnement op De Morgen ›

Van “een moeilijk verhaal” tot “dit vergt nuance.” Wie experts opbelt om te achterhalen hoe het zit met minderjarigen bij de verspreiding van Covid-19, wordt vrijwel meteen gewaarschuwd. Hun rol laat zich niet zo makkelijk beschrijven. Er zijn veel publicaties die tegenwoordig proberen, geven ze toe, maar er is door de pandemie ook veel snel en slordig werk. “De tot nu toe heersende boodschap wordt niet zo snel bijgeschaafd”, klinkt het.

Die heersende boodschap is dat kinderen veel minder dan volwassenen last lijken te hebben van het virus. Als ze besmet raken, vertonen ze vaak geen of milde symptomen. Ook in de verspreiding blijkt hun rol, vooral die van min-twaalfjarigen, marginaal.

Maar nu de schoolstart dichterbij komt, beginnen sommige onderzoekers toch te twijfelen. In de afgelopen weken verschenen er immers een aantal publicaties met verrassende bevindingen.

Zo onderzochten Amerikaanse onderzoekers kinderen jonger dan vijf jaar met milde tot gemiddelde coronaklachten. Bij hen werd, zo schrijven ze in vakblad JAMA Pediatrics, opvallend veel genetisch materiaal van het virus in de neus vastgesteld, zeker vergeleken met de zogeheten ‘viral load’ van volwassenen. Dat bewijst nog niet dat peuters en kleuters daarom ook net zo efficiënt corona zijn gaan verspreiden, stellen de auteurs, “maar het is wel een mogelijkheid”.

Er was ook de Amerikaanse gezondheidsdienst CDC die berichtte over een zomerkamp in Georgia. Daar raakten in slechts enkele dagen 260 van de 344 aanwezigen besmet. Bij de groep van 6- tot 10-jarigen ging het om 5 op de 10 mensen, bij die van 11 tot 17- jaar om 4 op de 10 en bij de 18- tot 21-jarigen 3 op de 10. Al is het wel onduidelijk hoeveel kinderen precies voor of na het kamp al besmet raakten.

En in Zuid-Korea vond dan weer een van de meest grootschalige onderzoeken plaats, bij zo’n 59.000 mensen. Een van de voornaamste conclusies? 10- tot 19-jarigen moeten qua virusverspreiding niet onderdoen: ze waren er net zo goed in als de volwassenen.

Gamechanger

“Waarom weten we niet”, zegt Hans-Willem Snoeck, professor immunologie aan Colombia University in New York. “Heeft het met biologische factoren of met gedrag te maken?” Voor Snoeck zijn de bovenstaande vaststellingen een gamechanger. “De initiële boodschap dat kinderen een verwaarloosbare rol spelen, zou weleens mis kunnen zijn. Ik denk niet dat de jongsten ons veel zorgen moeten baren. Maar voor degenen in hun tienerjaren, lijkt dat toch anders.” En dat is, zo vlak voor de heropening van de scholen, best verontrustend, vindt hij. “Misschien niet voor de tieners zelf, want zij worden minder ernstig ziek. Maar dat geldt niet voor de volwassenen in hun omgeving.”

Het aantal besmettingen in net de jongste leeftijdsdoelgroepen stijgt in elk geval opvallend. In de VS stelde de American Association for Pediatrics vast dat in juli, toen er geen school was, bijna 100.000 kinderen geïnfecteerd raakten – een vierde van het totale aantal besmette minderjarigen sinds het begin van de epidemie. Ook bij ons zitten de cijfers van Sciensano in stijgende lijn, zowel in de groep 0-10-jarigen als bij de 10-19-jarigen.

Toch maakt Marc Raes, voorzitter van de Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde en pediater aan het Jessaziekenhuis, zich geen grote zorgen. “Die paar recente studies kunnen niet zomaar even de vele voorgaande vaststellingen onderuithalen.” De consensus blijft volgens hem: pas vooral op met pubers. “Maar dat wisten we bij de heropening van de scholen in mei ook al.”

Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding ECDC ging onlangs dieper in op de corona-overdracht in schoolomgevingen. Ze bekeek daarvoor 59 recente onderzoeken, waaronder de Amerikaanse en Zuid-Koreaanse. Toch zijn ze niet extra bezorgd over de heropening. “Als de juiste fysieke afstand en hygiënemaatregelen worden toegepast, is het onwaarschijnlijk dat scholen een effectievere omgeving zijn om het virus te verspreiden dan andere beroeps- of vrijetijdsomgevingen”, klinkt het.

Testen op grote schaal

Biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt/KU Leuven) sluit zich daarbij aan. “Er zijn meer besmettingen, maar dat heeft ook te maken met het feit dat we tijdens de vorige golf veel minder testten.” De zomerkampen, die in ons land in bubbels van vijftig mochten, stellen hem nog meer gerust. “Algemeen is er weinig verkeerd gelopen. De grootste uitbraak was er onder meerderjarige kampleiders.” Dat viel ook ergens te verwachten, stelt hij. “Het verschil tussen wie jonger en ouder dan twaalf is blijft gelden. Het is vooral bij die laatste groep dat meer problemen opduiken.”

Ook quasi elke Belgische expert meent dat de scholen straks open moeten. Al lopen visies over de voorzorgsmaatregelen die daarvoor nodig zijn, wel uit elkaar.

Snoeck hamert vooral op regelmatige testen op grote schaal. “Zonder testen vliegen we blind, want we weten al lang dat veel besmette jongeren amper symptomen hebben.” Volgens hem zal niet elk coronageval zo gevonden worden. “Maar routineus en herhaaldelijk testen zal wel helpen om snel uitbraken op te merken.”

Pediater Raes vraagt zich af of systematisch testen nodig is. “Iedereen houdt zich best aan de gangbare voorschriften als handen wassen en social distancing.” Volgens hem zou het zinvol om plus-twaalfjarigen daarboven op school ook een mondkapje te laten dragen in bepaalde situaties. “Zoals op restaurant: niet aan tafel, wel bij verplaatsing. Dat moet toch haalbaar zijn?”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234