AchtergrondNoord-Korea
Noord-Koreaanse drone bereikte presidentiële kantoor in Zuid-Koreaanse hoofdstad
De Zuid-Koreaanse legerleiding is verder in verlegenheid gebracht door de Noord-Koreaanse drones die op tweede kerstdag ongehinderd het land binnenvlogen. Een van de drones blijkt doorgedrongen te zijn tot dicht bij het presidentiële kantoor in de hoofdstad Seoel.
Aanvankelijk ontkende het Zuid-Koreaanse leger dat de drones deze no-flyzone wisten te bereiken. Maar ook zonder dat gegeven kon de militaire reactie op het incident rekenen op kritiek. Ondanks de inzet van straaljagers en gevechtshelikopters wist het leger de drones namelijk niet uit de lucht te halen. Geen van de afgeschoten granaten trof doel en een straaljager stortte kort na het opstijgen neer.
Volgens de Zuid-Koreaanse legerleiding waren de drones te klein om neer te schieten. Aangezien het gaat om drones ter grootte van ongeveer 3 meter – vergelijkbaar met de Iraanse kamikazedrones die Rusland in Oekraïne gebruikt – zegt dat vooral iets over de staat van de Zuid-Koreaanse verdediging. Een hooggeplaatste Zuid-Koreaanse militair zei vorige week al dat het leger onvoldoende capaciteit heeft om drones van dit formaat te detecteren en te onderscheppen.
De legerleiding beweert dat de gevaren van de drone beperkt bleven. Zo zou de drone niet daadwerkelijk over het presidentiële gebouw hebben gevlogen. De inwoners van Seoel, dat op enkele tientallen kilometers van de zwaarbewaakte grens met Noord-Korea ligt, liepen volgens het leger geen risico. Wel bood de legerleiding excuses aan voor het optreden.
Stuipen op het lijf
De drone was een van de vijf Noord-Koreaanse onbemande gevechtsvliegtuigen die op tweede kerstdag urenlang rondvlogen boven Zuid-Koreaans grondgebied. De schending van het luchtruim joeg het land de stuipen op het lijf. Het was voor het eerst in vijf jaar dat Noord-Koreaanse drones de grens passeerden.
Het drone-incident voerde de spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea verder op. Rond 2018 leken de twee landen, die al sinds het begin van de jaren 50 formeel met elkaar in oorlog zijn, met een militair verdrag voorzichtige stappen te zetten op het pad naar vrede. Maar de laatste jaren heeft het regime van Kim Jong-un zijn militaire activiteiten opgeschroefd.
Zo vuurde Noord-Korea op oudejaarsdag nog drie ballistische raketten af in de richting van de zee ten oosten van het Koreaanse schiereiland. Daarmee kwam het totale aantal gelanceerde ballistische raketten over 2022 op bijna zeventig, flink meer dan in de jaren ervoor. In november testte Pyongyang een geavanceerde intercontinentale raket die het Amerikaanse vasteland zou kunnen bereiken en sprak Kim Jong-un de wens uit dat zijn land de grootste kernmacht ter wereld wordt.
Zwerm vogels
Dat Zuid-Korea ondertussen extra waakzaam is, werd duidelijk toen het leger vorige week dinsdag, een dag na het drone-incident, opnieuw opschrok vanwege een vermeende indringing door Noord-Koreaanse drones. Het leger stuurde straaljagers de lucht in en de regering waarschuwde de bevolking per sms op te passen voor ‘onbemande luchtvaartuigen’, maar het bleek te gaan om een zwerm vogels.
Als Noord-Korea opnieuw het luchtruim van zijn land schendt, zal de Zuid-Koreaanse president Yoon Suk-yeol het militaire verdrag uit 2018 opzeggen, waarschuwde hij woensdag. Toen Yoon in maart de verkiezingen won, verwachtte men al dat hij zich hard zou opstellen tegenover het buurland. Sinds zijn aantreden heeft Zuid-Korea met bondgenoot de Verenigde Staten grootschalige oefeningen gehouden om Noord-Korea af te schrikken.