AchtergrondQatargate
‘Nog nooit van hem gehoord’: de spijtoptant in Qatar-gate was bepaald geen hoogvlieger in het Europees Parlement
Pier Antonio Panzeri wordt de tweede spijtoptant uit de Belgische geschiedenis. Wie is de Italiaan die voor Qatar en Marokko de beslissingen in het Europees halfrond beïnvloedde? Alvast geen belangrijk parlementslid.
Italianen noemen het ‘pentiti’: criminelen, vaak maffiosi, die tot inkeer komen en in ruil voor strafvermindering hun voormalige kompanen aan de galg praten. De pentiti-regeling was cruciaal in de strijd tegen het binnenlandse terrorisme en de georganiseerde misdaad in Italië. Decennia later zou ze ook de inspiratie vormen voor de Belgische wet die het statuut van spijtoptant mogelijk maakt.
Het Italiaanse europarlementslid Pier Antonio Panzeri (67) is pas de tweede ‘pentito’ die in ons land van dat statuut gebruikmaakt. De spil in de Qatargate-affaire beloofde de Belgische speurders openheid over de omkoping waarmee Qatar en Marokko via Panzeri het Europees Parlement trachtten te beïnvloeden.
Het plotse belang van Panzeri staat in schril contrast met de geringe bekendheid die hij genoot voor het schandaal losbarstte. “Ik heb vijftien jaar samen met hem in het Europees Parlement gezeten en ik had nog nooit van hem gehoord”, zegt Groen-politicus Bart Staes. Hendrik Vos, hoogleraar gespecialiseerd in Europese politiek: “Hij was me nooit opgevallen.”
Om maar te zeggen: Panzeri was bepaald géén big shot in de Europese machtscenakels.
Ommezwaai
Het politieke verhaal van Panzeri begint, zoals zo vaak het geval is bij sociaaldemocraten op leeftijd, in de vakbond. In de jaren 90 klimt Panzeri op in de Milanese afdeling, waar hij zich toelegt op Europees beleid. In 2004 raakt hij verkozen en maakt hij de sprong naar het Europees Parlement.
De eerste jaren houdt de Italiaan uit het noordelijke Bergamo zich vooral bezig met thema’s die nauw aansluiten bij zijn vakbondsverleden, zoals sociale zaken en arbeidsrecht. Pas na zijn herverkiezing in 2009 richt Panzeri in het parlement de blik op het Europees buitenlandbeleid. Hij wordt onder meer voorzitter van de delegatie die de relaties met de Maghreb-landen - waaronder Marokko - onderhoudt.
Vanwaar die ommezwaai? Een thrillerauteur zou hier wellicht de eerste kiemen zien van de al te nauwe banden tussen Panzeri en de regimes van Qatar en Marokko. De waarheid is wellicht minder spannend. Na de economische crisis van 2007 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis staan sociale thema’s hoger op de politieke agenda. Wanneer de zitjes voor de bevoegde parlementscommissies worden uitgedeeld, staat iemand als Panzeri achteraan in de rij.
In zijn nieuwe rol wordt de Italiaan wel voorzitter van de commissie Mensenrechten in het Europees Parlement. Dat klinkt prestigieus, maar het zou verkeerd zijn om te concluderen dat Panzeri plots furore maakte in Brussel en Straatsburg. “Voorzitter van de commissie Mensenrechten, dan ben je niet het grootste zwaargewicht hoor”, zegt een voormalig medewerker van de socialistische S&D-fractie. Dat beaamt ook Hendrik Vos: “Er zijn in het parlement zo veel functies te verdelen dat je al je best moet doen om nooit eens zo’n rol te hebben.”
Taalbarrière
Dat veel Europarlementsleden Panzeri amper kennen, valt te verklaren door een huizenhoog cliché: Italianen spreken geen vreemde talen, en al zeker geen Engels. Van Panzeri moet geen gebenedijd woord Frans of Engels verwacht worden, enkel Italiaans. Die taalbarrière zorgt ervoor dat zelfs veel medewerkers van de socialistische fractie nooit met hem praten.
Al bij al was Panzeri een bescheiden en relatief kleurloos parlementslid in het grote halfrond. Des te opvallender is het dat hij jaren later de spil zou worden in een internationaal omkoopschandaal dat het Europees Parlement op zijn grondvesten doet daveren. Wat zoeken Qatar en Marokko bij een kleine garnaal?
Het antwoord ligt in de werking van het parlement. Het is voor verkozenen onmogelijk om alle dossiers te bestuderen waarover ze moeten stemmen. Ze vertrouwen daarom op de expertise en het oordeel van andere mensen in hun eigen fractie, die ieder de dossiers binnen hun beleidsdomein opvolgen.
Panzeri was dan misschien geen topparlementslid, er werd wel naar hem geluisterd als het over mensenrechten ging. Als Panzeri zei dat Qatar het niet zo slecht deed, dan had dat onmiskenbaar een invloed op collega’s in het parlement.
Dat systeem verklaart ook waarom Panzeri de Europese besluitvorming kon blijven beïnvloeden na het einde van zijn parlementair mandaat in 2019. De Italiaan was goed bevriend met de Belgische Europarlementsleden Marie Arena - tot voor kort de voorzitter van de commissie Mensenrechten - en Marc Tarabella, beiden lid van PS. Als Panzeri de twee PS’ers kon overtuigen van bepaalde standpunten over Qatar en Marokko, had hij ook het oor van de bredere socialistische fractie.
Zak geld
In het geval van Tarabella moest Panzeri zijn overtuigingskracht weliswaar aansterken met een zak geld. Dat zegt in elk geval Panzeri zelf in een verhoor dat hij aflegde tegenover de Belgische speurders. Volgens de Italiaan stak hij de PS’er in totaal meer dan 120.000 euro toe om bepaalde standpunten te verdedigen in het parlement.
Tarabella houdt voorlopig vol dat hij niets te maken heeft met enige vorm van omkoping. Maar daar gelooft zijn eigen partij maar weinig van. De PS besliste woensdag dat Tarabella uit de partij wordt gezet. De Europese S&D-fractie had eerder op de dag Tarabella ook al aan de kant geschoven.
Ook Marie Arena staat op de radar van de Belgische speurders. Maar zij heeft volgens Panzeri niets verkeerd gedaan. Justitie hecht wellicht veel geloof aan die getuigenis, want voor Panzeri staat er veel op het spel: als spijtoptant moet hij de waarheid vertellen. Betrappen de speurders hem op leugens, dan vervalt de regeling en de beperkte straf die Panzeri krijgt in ruil voor zijn verklaringen.