Verkiezingen India
Nieuwe verkiezingen in India: keert het Modi-effect zich nu tegen Modi?
Vijf jaar geleden werd Narendra Modi met een monsterzege premier van India. Hij beloofde van alles aan iedereen. Velen zijn zwaar in hem teleurgesteld. De komende vijf weken gaan 900 miljoen Indiërs opnieuw naar de stembus. Hoe gaat Modi ze nu ‘verleiden’?
De man om wie alles draait
Van de duizenden kandidaten van honderden partijen die meedingen in de Indiase verkiezingen die donderdag beginnen, is er eigenlijk maar één van belang: premier Narendra Modi (68) van de hindoe-nationalistische Bharatiya Janata Party (BJP), een sterke man in de stijl van Trump, Poetin en Erdogan. De verkiezingen zijn een referendum over zijn beleid. Mag hij nog vijf jaar?
Modi maakte in 2014 geschiedenis toen hij de BJP met een monsterzege aan de macht bracht met beloften van economische groei, werkgelegenheid en strijd tegen de corruptie. Hij behaalde een absolute meerderheid dankzij het populistische Modi-effect: een charismatische outsider, zoon van een nederige theeverkoper, daadkrachtig, onkreukbaar, handig met sociale media.
Toch is het de vraag of Modi het kunstje kan herhalen. Zijn populariteit liep een deuk op door tegenvallende banengroei, malaise in de landbouw en groeiend verzet tegen zijn hindoe-nationalistische beleid en autoritaire regeerstijl. De BJP verloor eind vorig jaar drie deelstaatverkiezingen op één dag. Hoewel de partij nog 17 van de 29 deelstaten regeert, inclusief de grootste (Uttar Pradesh) en de rijkste (Maharashtra), lijkt Modi niet meer onaantastbaar.
Modi’s uitdager is Rahul Gandhi (48), leider van het Indian National Congress. Telg van de roemruchte Nehru-Gandhi-dynastie, de Indiase Kennedy’s, zoon van de vermoorde Rajiv, kleinzoon van de vermoorde Indira. Zijn centrumpartij regeerde sinds de onafhankelijkheid vrijwel permanent, maar verkeert sinds Modi’s opkomst in de politieke woestijn. Gandhi kreeg wat hoop toen Congress de drie deelstaten veroverde. Hij hoopt nu daarop voort te bouwen, onder meer door te schermen met een minimuminkomen, een banenplan en vrouwenbeleid. Als extra wapen zet hij zijn populaire zus Priyanka in.
De strijd om Uttar Pradesh
De strijd zal vooral beslecht worden in Uttar Pradesh, de grote deelstaat waar 80 van de 543 beschikbare landelijke parlementszetels te verdelen zijn (en zowel Modi als Gandhi om een zetel strijdt). Omdat de deelstaat relatief veel moslims en kasteloze dalits telt, kunnen regionale, kaste-gebaseerde partijen er een sleutelrol spelen. Dalit-voorvrouw Mayawati van de Bahujan Samaj Party (BSP) en Akhilesh Yadav van de socialistische Samajwadi Party (SP), eeuwige rivalen, hebben een monsterverbond gesloten in de hoop Modi te verslaan.
Modi lijkt echter gered door de bel. In de aanloop naar de campagne pleegden moslim-separatisten op 14 februari een aanslag in de deelstaat Jammu en Kashmir waarbij 40 politieagenten werden gedood. Modi zag er de hand van aartsvijand Pakistan in en sloeg terug met een luchtaanval diep in Pakistaans Kashmir. Hoewel de aanval mislukte en een piloot werd neergehaald, bracht de zaak een golf van nationalisme teweeg, en schoten Modi’s tevredenheidscijfers omhoog.
De aanslag in Kashmir kan de game changer blijken voor de verkiezingen. Modi zal volgens veel analisten winnen, maar minder verpletterend dan in 2014. Volgens het gemiddelde van de vier laatste peilingen zullen de BJP en zijn coalitiepartij NDA een nipte meerderheid halen van 273 van de 543 beschikbare zetels, vergeleken met ruim 330 nu. Congress en zijn alliantie UPA zien hun zeteltal verdubbelen maar komen niet verder dan 141. Het probleem is alleen wel dat 40 procent van de Indiase kiezers pas op het laatste moment beslist.
Wat staat er op het spel?
Verkiezingen in India gaan vanouds over inkomens en banen. Maar Modi werd in 2014 ook gekozen vanwege zijn hoopvolle visie op een Nieuw India met welvaart voor iedereen. Sindsdien verkondigt hij echter steeds meer een agenda van rancune, van de hindoemeerderheid tegen iedereen die anders is. In die zin kunnen de verkiezingen een waterscheiding zijn. Gaat India de weg van Rusland of Turkije en raakt het definitief in de ban van autoritair nationalisme? Of blijft het een land voor mensen van alle religies en culturen?
Welvaart en banen
Modi won de verkiezingen in 2014 vooral met de belofte de groei te bevorderen van de derde economie van Azië, binnen tien jaar 250 miljoen nieuwe banen te scheppen voor de een miljoen jonge nieuwe werkzoekenden die elke maand op de arbeidsmarkt komen en de inkomens van de 260 miljoen kleine boeren (de grootste kiezersgroep van India) te verbeteren. Vijf jaar later zit hij met het probleem dat veel stemmers die beloften niet vervuld zien.
Modi heeft het in veel opzichten goed gedaan. Hij voerde veel economische hervormingen door, krikte de groei op met infrastructurele projecten en buitenlandse investeringen en hield de inflatie in toom. De financiële markten waren dol op hem. Maar de groei zakt in, en is met 6,6 procent in het laatste kwartaal de laagste in vijf jaar. Te weinig om een miljoen mensen per maand aan het werk te krijgen. Daarvoor heb je minstens 7 procent nodig.
De werkloosheid staat met 6,1 procent op het hoogste peil in 45 jaar, volgens een uitgelekt rapport dat de regering trachtte geheim te houden. Mede in de hand gewerkt door twee missers: een geldhervorming in 2016 die bedoeld was om zwart geld uit de economie te halen, en een chaotisch ingevoerde dienstenbelasting in 2017, twee gehate maatregelen die veel bedrijfjes de kop kostten en grote schade toebrachten aan de informele economie.
Ontevreden boeren
Ook boeren zijn ontevreden. Hoewel Modi veel investeerde in het platteland (onder meer door wegen en elektriciteit aan te leggen) daalden de landbouwprijzen door overproductie en exportbeperkingen, en kwamen steeds meer boeren financieel in de problemen. En dus demonstreerden ze afgelopen maanden met honderdduizenden, gooiden melk op straat en zwaaiden met de schedels van boeren die uit wanhoop zelfmoord zouden hebben gepleegd.
In zijn maandag verschenen verkiezingsprogramma probeert Modi de kritiek te pareren. Met miljardeninvesteringen in infrastructuur om banen te scheppen, uitbreiding van financiële steun voor boeren (ze krijgen per jaar elk 6.000 roepie oftewel 77 euro, wat voor hen neerkomt op een maandloon) en de belofte van een inkomensverdubbeling in 2022, een verbetering van het waterbeheer en stromend water in elk huishouden.
Een Hindoenatie
Modi kreeg in 2014 met zijn belofte van welvaart voor iedereen (‘sabka saath, sabka sikas’: allen samen, allen vooruit) ook veel stemmen van minderheden zoals de 170 miljoen moslims en 100 miljoen dalits die vanouds concurrent Congress steunen. Als premier bedient Modi echter steeds meer de hindoemeerderheid, vanuit de nationalistische Hindutva-ideologie van de BJP die India van een seculiere multiculturele staat wil omvormen tot een zuivere hindoenatie.
Zijn hindoevriendelijk beleid keert zich steeds explicieter tegen moslims, lagere kasten en dalits. Hij stelde een voorkeursbeleid in voor overheidsbanen voor armere leden van hogere kasten, voerde het slacht- en vervoersverbod voor koeien in (vooral moslims werkten in slachthuizen en de veehandel), investeert enorme sommen overheidsgeld in megalomane hindoemonumenten en het hindoefestival Kumbh Mela, en steunt omstreden dna-onderzoek dat moet bewijzen dat de huidige hindoes afstammen van de eerste Indiërs.
Tegelijkertijd probeert Modi ook expliciet India’s islamitische verleden uit te wissen, door plaatsen te hernoemen (Allahabad heet nu Prayagraj), een eind te maken aan de speciale status van de islamitische deelstaat Kashmir, en de kwestie-Ayodhya op te rakelen, de stad waar radicale hindoes in 1992 een 16de eeuwse moskee verwoestten omdat die op de geboorteplek van de god Ram zou staan. Modi heeft beloofd dat er een tempel mag worden gebouwd, een explosieve kwestie die tot na de verkiezingen bij het hooggerechtshof is geparkeerd.
Modi’s hindoenationalistische campagne leidt tot toenemende sociale en religieuze spanningen. Moslims, sikhs, christenen, lagere kasten en dalits, alsook inheemse groepen (adivasi) voelen zich bedreigd door hun eigen regering. Er is een toename van haatzaaierij in de media en van straatgeweld door hindoeknokploegen die actie voeren voor zogenoemde ‘cow protection’. Ook de agressie tegen vrouwen en homoseksuelen neemt toe.
Het hindoenationalisme kan Modi een deel van zijn aanhang kosten (hoewel hij zich zelf doorgaans gematigd uitlaat, laat hij de radicalen hun gang gaan). Vooralsnog lijkt hij een handige bliksemafleider te hebben gevonden: de nationale veiligheid. Hij voerde in de aanloop naar de verkiezingen de spanning met geopolitiek rivaal China op langs de betwiste grens in de Himalaya. En sloeg na de terreuraanslag in Kashmir hard terug tegen Pakistan. Zodat ook kritische kiezers weten: bij Modi is India in elk geval in veilige handen.
De grootste verkiezingen ooit
India is met 1,3 miljard inwoners de grootste democratie ter wereld, en Indiase verkiezingen zijn de overtreffende trap van verkiezingen überhaupt. Meer dan 900 miljoen kiezers van 18 jaar en ouder mogen vanaf donderdag stemmen op duizenden kandidaten van honderden partijen voor de 543 zetels van de Lok Sabha, het lagerhuis (twee zetels voor Anglo-Indians wijst de president toe). En stemmen doen de Indiërs trouw: in 2014 was de opkomst 66 procent.
De verkiezingen zijn een enorme logistieke operatie. Volgens de wet moet elke Indiër binnen twee kilometer van zijn huis zijn stem kunnen uitbrengen. Daartoe worden in het hele land circa één miljoen stembureaus ingericht, van de pieken van de Himalaya tot de oerwouden van de Andamanen, die om lokale fraude uit te sluiten allemaal door federale politie moeten worden beschermd. Om die reden moeten de stemmingen gefaseerd verlopen, op zeven stemdagen tussen 11 april en 19 mei. Op 23 mei wordt de uitslag bekendgemaakt.
Slinkse campagne
Tijdens het hele proces mag de regering alleen lopende zaken afhandelen en is de Election Commission of India de baas in het land. Zij moet toezien op vrije en eerlijke verkiezingen. Zo verbood ze gebruik van foto’s van de slachtoffers van de aanslag in Kashmir, en woensdag nog een pr-film over Modi. Toch is de regering in het voordeel. Modi stond op billboards met de teruggekeerde neergestorte piloot en houdt er een eigen tv-kanaal op na, in strijd met de gedragscode.
Het belang van zo’n code is groot. Honderden miljoenen kiezers kunnen niet lezen of schrijven maar wel foto’s en filmpjes delen. Mede daarom wordt in de campagne weinig inhoudelijk gedebatteerd. Partijen steggelen over kandidaten en maken hun verkiezingsprogramma pas op het laatste moment bekend, zodat de concurrentie niet met hun ideeën aan de haal kan gaan. De focus ligt op het paaien van kiezers met cadeaus, van studieleningen en fietsen tot kookgas.
Het verkiezingsproces wordt dit jaar meer dan ooit bedreigd door sociale media. Indiërs zijn verslingerd aan hun telefoon (500 miljoen hebben mobiel internet) en gretige consumenten van sociale media (Facebook heeft 300 miljoen gebruikers, Whatsapp 240 miljoen, Twitter tientallen miljoenen). Fake news heeft in het recente verleden vaker tot ongelukken geleid. In 2018 vielen zeker 30 doden bij lynchpartijen na nepberichten op sociale media.
De regering probeerde in de aanloop naar de verkiezingen de sociale media aan banden te leggen. De bedrijven werkten na aanvankelijk verzet mee. Begin april werden honderden aan Congress en BJP gelieerde accounts geschrapt die zich schuldig maakten aan ‘gecoördineerd niet-authentiek gedrag’ (zoals foto’s van Priyanka met een crucifix). Critici waarschuwen voor kneveling van de privacy en de vrijheid van meningsuiting, en voor internet-censuur in Chinese stijl.