Franse politiek
Nieuwe antiterreurwet van Macron stuit op protest: "Vrijheid van burgers wordt aangetast"
Amnesty International, Human Rights Watch en andere mensenrechtenorganisaties hebben bij de Franse president Macron geprotesteerd tegen een nieuwe antiterreurwet. Macron wil per 1 november de noodtoestand opheffen, maar onderdelen ervan overhevelen naar het gewone recht. Zo kan de bewegingsvrijheid van een verdachte burger straks worden ingeperkt zonder voorafgaande toestemming van een rechter.
"Een onaanvaardbare transfusie van de noodtoestand naar het gewone recht", oordeelde de jurist Paul Cassia. "De vrijheid van burgers kan worden aangetast op basis van een simpel vermoeden."
De noodtoestand werd afgekondigd na de aanslagen van 13 november 2015. Een van de meest omstreden onderdelen van de état d'urgence is de mogelijkheid om iemand huisarrest op te leggen zonder gerechtelijk bevel. De Franse regering wil in de nieuwe antiterreurwet een soortgelijke maatregel opnemen. Zonder tussenkomst van de rechter kan de staat de vrijheid van een burger beperken, op basis van het vermoeden dat hij onderdeel is van een terroristisch netwerk of wellicht van plan is een aanslag te plegen.
Het gaat om mensen die niet via het strafrecht kunnen worden aangepakt, omdat er onvoldoende elementen zijn die een gerechtelijk onderzoek rechtvaardigen. Vergeleken met de noodtoestand worden de condities in de nieuwe terreurwet verzacht: de betrokkene krijgt geen huisarrest meer, maar zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt tot de grenzen van zijn gemeente.
Spectaculaire missers
De Fransen zullen daarvan niet echt wakker liggen. Het draagvlak voor antiterreurmaatregelen is groot. Maar volgens Amnesty International hebben veel mensen ten onrechte huisarrest gekregen. Sinds november 2015 is deze maatregel aan 612 mensen opgelegd, van wie er nu nog 66 over zijn. In geen enkel geval is iemand aangeklaagd wegens terrorisme, aldus Amnesty.
Wel zijn er spectaculaire missers bekend geworden. Zo kreeg Halim Abdelmalek huisarrest omdat hij foto's zou hebben gemaakt voor het appartement van Riss, de hoofdredacteur van Charlie Hebdo. In werkelijkheid sprak hij in zijn telefoon na een bezoek aan zijn moeder die in hetzelfde complex woonde.
Omdat het vrijwel altijd moslims zijn die het slachtoffer worden van zulke vergissingen, kunnen al te grove antiterreurmaatregelen als discriminerend worden ervaren, zei Jacques Toubon, de défenseur de droits, een soort ombudsman. Daardoor komt de nationale cohesie in gevaar, meent Toubon.
In zijn verkiezingsboek Revolutie! leek de presidentskandidaat Emmanuel Macron op een soortgelijk spoor te zitten. "Een van de gevaarlijkste illusies is te geloven dat we het kwaad kunnen uitschakelen door grenzen op te werpen, door elektronische registratie of het vergeten of minachten van de rechten van de mens", schreef hij. "Aan het einde van zo'n weg heb je een Frankrijk dat nog steeds blootgesteld is aan gevaar, maar met een verminkt gezicht."
Hoewel Macron minder ver gaat dan rechtse politici die verdachte moslims preventief willen opsluiten in een 'Frans Guantánamo', lijkt hij als president gevoelig voor de roep om meer veiligheid. Volgens de regering verzoent de antiterreurwet "effectiviteit met respect voor essentiële publieke vrijheden". De mensenrechtencommissie CNCDH spreekt echter van een "permanente noodtoestand".