AchtergrondKlimaat
Niet het Amazonewoud, maar gigantisch veengebied in Congo is de groene long van de wereld
De Democratische Republiek Congo heeft een sleutel in handen om de klimaatverandering te helpen oplossen. Dat stellen Belgische en Congolese wetenschappers. ‘Congolese bossen slaan jaarlijks per hectare meer CO2 op dan het Amazonewoud en ook de enorme veengebieden in het land zijn tot nu toe een enorme CO2-spons.’
Dat het iconische Amazonewoud de ‘groene long’ van de wereld is, is bekend. Het tropische woud is een reus die CO2 opslaat en zuurstof afgeeft. “Maar Congo is ook zo’n long”, zegt Jean-Jacques Bambuta Boole vanuit Sharm-el-Sheikh. Op de VN-klimaattop daar bepleit de antropoloog en leefmilieuexpert dat de wereld de Congolese natuur maar beter helpt te beschermen.
“Tot nu stond Congo niet op de klimaatagenda. Recente analyses tonen aan waarom dat onterecht is”, zegt Bambuta Boole. Hij is coördinator van de Unité de Gestion des Tourbières, een afdeling van het Congolese Ministerie van Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling die in het centrale stroomgebied van de Kongorivier een groot veengebied van zo’n 11,5 miljoen hectare beheert. Dat is bijna vier keer zo groot als België.
In totaal is alle veengebied in het Congolese regenwoud het grootste tropische veengebied ter wereld. Het beslaat bijna 17 miljoen hectare, zo’n 5,5 keer de oppervlakte van België. En het blijkt een gigantische koolstofspons en -reservoir. Onderzoekers (Universiteit van Leeds) meldden recent in vakblad Nature Geoscience dat er ongeveer evenveel koolstof in opgeslagen zit als de wereld in drie jaar uitstoot door verbranding van fossiele brandstoffen en tien keer meer dan er gemiddeld in een hectare regenwoud zelf zit.
“Dit veen ligt in een zeer uitgestrekt overstromingsgebied”, zegt professor hydrologie Ann Van Griensven (VUB). “Ieder jaar bedekt overstromingswater plantaardig materiaal waar dan geen zuurstof meer bij kan”, vervolgt ze. “Daardoor breekt het niet af en wordt de koolstof uit dat materiaal opgeslagen in de bodem, in plaats van vrijgegeven aan de atmosfeer in de vorm van CO2. Dat proces is al zeker tienduizend jaar bezig, waardoor er metershoge turf is ontstaan. Het is een dus enorme koolstofopslag.”
Onbeschermd
Tegelijkertijd vormt ook dit veen een risico: komt het bloot te liggen door droogte of activiteiten zoals mijn- of landbouw, dan dreigt die grote hoeveelheid CO2 versneld in de atmosfeer terecht te komen. De onderzoekers aan de Universiteit van Leeds wijzen er dan ook op dat het een potentiële ‘koolstofbom’ kan zijn: als het equivalent van drie jaar mondiale broeikasgasuitstoot vrijkomt, zou dat een klimaatramp zijn. En slechts 8 procent van deze klimaatbuffer ligt in beschermd gebied.
“De wereld moet daarom dringend de waarde van dit gebied zien en ervoor zorgen dat het beschermd wordt”, zegt Bambuta Boole, die aan de VUB werkt aan een doctoraat over de bescherming van het veen. “Congo is een jong land met een groeiende bevolking en onder het veen liggen oliebronnen. Willen we vermijden dat die worden ontgonnen omdat Congo nu eenmaal inkomsten nodig heeft, dan is het aan de internationale gemeenschap om hier mee voor in te staan. Wij bepleiten hier op de VN-klimaattop compensatie voor de bescherming van dit ecosysteem.”
Dat geldt ook voor de Congolese bossen. Niet alleen zijn die nu nog veel minder aangetast dan het veel grotere Amazonewoud, wetenschappelijke metingen tonen hoe het Congolese bos jaarlijks per hectare meer CO2 vastlegt dan het Amazonewoud. Ook dat is voor Bambuta Boole een reden om over de ‘Congolese groene long’ te spreken.
“Het Amazonewoud is dan wel vele keren groter dan het Kongobekken, maar metingen geven inderdaad aan dat de Congolese bossen zo’n 0,7 ton koolstof per hectare per jaar opnemen, terwijl dat in de Amazone ongeveer 0,3 ton is”, zegt professor biogeochemie Pascal Boeckx (UGent), die sinds 2003 onderzoek in D.R. Congo uitvoert.
“Ook blijkt dat de CO2-opnamecapaciteit in het Amazonewoud daalt en dat ze volgens wetenschappelijke voorspellingen binnen tien à twintig jaar tot nul zou zijn gereduceerd, terwijl de Congolese bossen stabiel blijven. Zeker ook daarom is het terecht dat Congo een oproep doet aan de wereld om deze grote klimaatbuffer en de veengebieden intact te houden.”
Belgische wetenschappers spelen daarbij een belangrijke rol. Veel processen in het Kongobekken zijn nog onvoldoende in kaart gebracht. Het zijn vooral de Nationale Plantentuin van Meise, het Koninklijk Museum voor Centraal Afrika en de UGent die in de Congolese ecosystemen onderzoek uitvoeren. Dat gaat zowel over de ecologie als over de sociale en politieke stukken van de puzzel.
Gaten in kennis
“Alleen al puur wetenschappelijk is er veel werk”, zegt Van Griensven. “Door de moeilijke geschiedenis en het gebrek aan middelen zitten er gaten in de kennis over de ecosystemen. We moeten ze beter in kaart brengen en hun werking beter begrijpen.” Want afhankelijk van de omstandigheden slaan veengebieden CO2 op maar kunnen ze dat broeikasgas en ook het nog sterkere broeikasgas methaan uitstoten.
Bambuta Boole gaat specifiek na hoe de mensen die al altijd in deze gebieden woonden en werkten betrokken kunnen worden bij de bescherming ervan. “Daarnaast is het erg belangrijk dat we de Congolese ecologische buffercapaciteit voor klimaatverandering op de agenda krijgen van de wereldleiders en dat we het planetaire belang duidelijk maken aan de hele wereld”, stelt Van Griensven.
Brussels parlementslid Pierre Kompany (Les Engagés), die onderzoekers van de VUB in contact bracht met experts in Congo, verwoordt het zo: “D.R. Congo heeft een grote klimaatbuffer in handen. En het land zou niet moeten bedelen om assistentie. Het is eerder zo dat de hele wereld Congo nu meer dan ooit nodig heeft.”