Opinie
Nice is boos en terecht
Kleis Jager is correspondent in Frankrijk voor Trouw en Het Financieele Dagblad. Hij schreef deze bijdrage op vraag van De Morgen.
Op aanslagen volgen altijd bergen bloemen, kaarsjes en oproepen tot vrede en broederschap. Maar in Nice geloven velen niet meer dat terreur alleen met de middelen van de rechtsstaat bestreden kan worden. Het is een bijzonder gedenkteken op de Promenade des Anglais, een bergje van stenen en briefjes waarop teksten staan geschreven. Er valt te lezen dat truckterrorist Bouhlel een hoerenjong of een bastaard is die eeuwig in de hel moet creperen. De toeschouwers spugen op de stenen, sommigen tot hun eigen verbazing.
De woede is groot in Nice, waar tegelijk het normale strandleven alweer op gang is gekomen. Veel Niçois - en 67 procent van de Fransen volgens een gisteren gepubliceerde peiling - hebben geen enkel vertrouwen in hun regering als het gaat om terreurbestrijding. Men vraagt om harder optreden tegen radicalisme, ook al begrijpt iedereen dat het niet eenvoudig is: Bouhlel stond niet bekend als extremist.
Waarom, hoor je hier en daar, sluiten we radicalen die we dan wel kennen niet op? Preventief? Frankrijk telt volgens het ministerie van binnenlandse zaken 12.000 potentiële jihadisten. Een deel daarvan, de duizend gevaarlijksten, zouden volgens onder anderen de centrum-rechtse politicus Éric Ciotti ondergebracht kunnen worden in een detentiecentrum.
Volgens de kenners is het plan voor administratieve hechtenis in een Frans Guantánamo onuitvoerbaar. Zonder strafrechtelijke procedure kunnen radicalen niet in dergelijke centra worden vastgezet. Bovendien spreekt Ciotti met geen woord over hoe lang de opsluiting moet duren.
De kenners hebben gelijk. Maar ze laten tegelijk op een pijnlijke manier hun onmacht zien. Want op inlichtingenwerk hoeft niemand te vertrouwen. En het strafrechtelijk systeem legt dan wel steeds zwaardere straffen op aan terreurverdachten (Syrië-gangers vooral), het heeft nog steeds de neiging jihadisten als gewone criminelen te behandelen, de nadruk ligt altijd op re-integratie. Volgens de ex-terreurrechter Béatrice Brugère is dat een handicap, omdat wie mensen wil doden in naam van God, niet te vergelijken is met de dader van een crime passionnel. Maar ook een moslimradicaal krijgt dus een tweede kans, net als ieder ander. Chérif Kouachi, een van de terroristen van Charlie Hebdo, slaagde er bijvoorbeeld in iedereen om de tuin te leiden en kwam eerder vrij.
Als we meer willen doen om bloedbaden te voorkomen zal er toch iets moeten veranderen. En onder druk van meer aanslagen zal dat, uiteindelijk, ook gebeuren. Dan komen fundamentele vrijheden en een ruimhartige ontvangst van vreemdelingen in een ander licht te staan en gaan ze niet meer onverkort op voor iedereen.
Volgens de denker Pascal Bruckner is het onvermijdelijk dat een 'logica van wantrouwen' ons in de nabije toekomst zal leiden. Zelfs ook al bestaat er geen '0 risico' - de aanslag van de onbekende Bouhlel is er een goed voorbeeld van - dan nog hebben wij de plicht, aldus Bruckner, om preventief in te grijpen bij potentiële terroristen. Waar je mee kunt beginnen, is om Syrië-gangers die terug willen keren naar Frankrijk de toegang tot het land te ontzeggen. Ook al hebben ze nog zoveel spijt en hebben ze een verhaal over fouten maken en opnieuw willen beginnen.
Dat is juist gezien: wie de wapens opneemt tegen zijn land, sluit zichzelf uit van de nationale gemeenschap, definitief. Ook de kwestie van onze grenzen is aan de orde, omdat de Schengenzone goed is voor de handel, maar erg slecht voor onze veiligheid. Er zullen nog heel wat taboes sneuvelen.