Nederlander aangehouden in zaak kasteelmoord

De 51-jarige man uit IJzendijke in Zeeuws-Vlaanderen belandde begin juli 2013 een eerste keer in de cel in de zaak van de kasteelmoord. Pas in september werd hij aan België uitgeleverd. Zijn DNA bleek echter niet overeen te stemmen met een openstaand spoor in het dossier. Evert d.C. werd toen dan ook onmiddellijk vrijgelaten door de onderzoeksrechter. Ondertussen kon het DNA-spoor gelinkt worden aan Franciscus L., een neef van de ondertussen overleden uitvoerder van de moord op Stijn Saelens.

Nieuwe uitlevering

Wellicht hebben de verklaringen van L. geleid tot de nieuwe arrestatie van Evert d.C. Zijn Nederlandse advocaat Sidney Smeets verzette zich tevergeefs tegen de nieuwe uitlevering. Evert d.C. zat sinds 25 juni in een Nederlandse cel en werd gisterochtend overgedragen aan de Belgische speurders.

Opvallend genoeg vroeg het Brugse parket eerder om de buitenvervolgingstelling van de Nederlander. Op 30 januari besliste de raadkamer echter dat bijkomend onderzoek noodzakelijk was. "Met het verhaal zoals het er lag, vond het parket dus dat het uitgesloten was dat mijn cliënt ooit kon veroordeeld worden", merkt meester Pol Vandemeulebroucke op.

Tussenpersoon

Franciscus L. beweert dat hij in de zomer van 2011 van zijn oom aan d.C. moest melden dat een afspraak kon doorgaan. Dat element doet de speurders vermoeden dat Evert d.C. een rol als tussenpersoon vervulde bij het beramen van de moord. "Mijn cliënt heeft daarover gezegd wat hij te zeggen heeft. Hij heeft direct meegewerkt en had geen maand nodig om een verklaring af te leggen", aldus meester Vandemeulebroucke. Evert d.C. en Franciscus L. zouden elkaar al langer gekend hebben, maar het is onduidelijk in welke omstandigheden dat was. In ieder geval zou het opmerkelijk zijn als er zeven maanden voor de feiten al een plan bestond om Saelens uit de weg te ruimen.

Maandag zal de Brugse raadkamer beslissen of Evert d.C. langer in de cel moet blijven.