Nederland blijft mogelijk nog langer actief in Libië
Nederland doet mogelijk ook na september nog mee aan de NAVO-missie in Libië. Ook is niet uitgesloten dat Nederlandse F-16's dan wel mee gaan bombarderen. Dat zeiden de ministers Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken en Hans Hillen van Defensie vandaag in de Tweede Kamer.
De komende maanden controleren de Nederlandse gevechtsvliegtuigen en een mijnenjager alleen de naleving van het wapenembargo en het vliegverbod in het Noord-Afrikaanse land. Het kabinet heeft echter geen principiële bezwaren tegen een zogeheten air-to-ground contact, aldus de ministers. Dat houdt in dat vliegtuigen van de NAVO strategische installaties van het regime van Mouammar Kadhafi kunnen bombarderen.
Tot en met september heeft Nederland ervoor gekozen hooguit air-to-air contact toe te staan als een beschieting van een ander vliegtuig nodig mocht zijn. Een Kamermeerderheid steunt dat. Volgens Rosenthal en Hillen zal het kabinet over drie maanden een nieuwe afweging maken, waarbij wordt gekeken naar de omstandigheden en de behoeften op dat moment. Financiële redenen zullen geen invloed hebben op het besluit, aldus Hillen.
Met name D66 en ook regeringspartij VVD wilden dat Nederland eigenlijk nu al meer gaat doen in Libië, ook omdat de NAVO de lidstaten om meer inzet had gevraagd. Maar volgens de twee ministers is de Nederlandse bijdrage sterk, nuttig, passend, evenredig en volwaardig. Ook de kleinere regeringspartij CDA, de PvdA en de ChristenUnie zijn voor de verlenging. GroenLinks stemde eerst tegen de missie, maar is nu positiever gestemd. Gedoogpartij PVV is tegen, net als de SP. (anp/lpb)