Zondag 28/05/2023

ReportageKlimaatbeleid

Natuurgebied Demerbroeken verwoest door regenval, door gebrekkig beleid: ‘Deze ravage is nog maar het begin’

Kevin Feytons (Natuurpunt): ‘Grote kans dat dit over vijf jaar weer gebeurt.’ Beeld © Eric de Mildt
Kevin Feytons (Natuurpunt): ‘Grote kans dat dit over vijf jaar weer gebeurt.’Beeld © Eric de Mildt

In de Demerbroeken, normaal gezien een prachtig stuk natuurgebied, ontbreekt vandaag elk leven. Het is het gevolg van de zware regenval van half juli. Bij onveranderd beleid zal er behalve een ecologische ramp ook menselijk leed in Vlaanderen volgen, waarschuwen wetenschappers.

Sofie Mulders

Soms begint een verhaal in je achtertuin, en dit is zo’n verhaal. Want wie rond de Demerbroeken woont in Zichem, Averbode of Testelt, zag dit bucolisch stuk natuur met wuivend riet en vrolijke bloemen de voorbije weken veranderen in een maanlandschap. Wat je ziet is wat je ruikt en omgekeerd: rotte planten, dode vis, zwart water. De geur, die tot in huis komt, gaat gepaard met duizenden muggen in de tuin en sinds kort ook avondlijke kikkers en padden die het vervuilde water van de Demer zijn ontvlucht.

Oorzaak van dit alles is de regenval van half juli. Die was niet eens zo immens als in Wallonië, en bij de apocalyptische beelden uit het zuiden van het land lijkt een vernietigd stuk natuur misschien slechts kattenpis, maar dat is het niet, zal iemand die het weet straks zeggen, omdat het een symptoom is van een veel groter probleem.

Al jaren staat het op de infoborden in de Demerbroeken, dat dit zowel natuur- als overstromingsgebied is, en al jaren ben je achteloos voorbij die borden gewandeld, maar nu je ziet hoe groot de schade hier is, stel je je ineens de vraag: bestaat die combinatie wel? Kan een ecologisch unieke vallei zo’n overstroming wel aan?

“Overal waar je nu zwart water ziet, zou het groen moeten zijn, vol bloemen, kruiden, sprinkhanen, andere insecten en vogels”, zegt Steven Onzea. Hij is conservator bij Natuurpunt Scherpenheuvel-Zichem en samen met zijn collega Kevin Feytons, consulent natuurplanning in de regio Hageland, leidt hij ons rond in de overstroomde Demerbroeken. Maar op een enkele libel na vliegt, kruipt, zwemt of springt er hier niets rond. Planten staan te rotten in de smurrie, insecten zijn verdronken, vissen zijn gestorven door een gebrek aan zuurstof in het water, en vogels moeten hun eten elders gaan zoeken.

Dit gebied kan een normale zomerse overstroming perfect aan, legt Kevin Feytons uit, en een aantal plantensoorten zal zich na verloop van tijd wellicht herstellen. Als de wortels sterk genoeg zijn, kunnen ze wel doorheen de vervilte brij groeien die de vegetatie nu geworden is. “Maar voor nieuwe planten zal het moeilijk worden om zich te vestigen. De zaden die via de wind verspreid worden, zullen niet kunnen ontkiemen doorheen zo’n dikke mat.”

Rottende venen

Pas na de regendagen halfweg juli is de overstroming in de Demerbroeken begonnen, omdat er stroomopwaarts zoveel water weg moest. De neerslag deed de wachtbekkens van het Schulensbroek en het Webbekomsbroek volledig vollopen, en dat water moest langs de Demer allemaal weer weg. De dorpskernen werden ternauwernood gespaard, maar de vallei liep dus vol met water. “Het grootste deel van het water van Zuid-Limburg en het oosten van Vlaams-Brabant komt uiteindelijk hier terecht”, zegt Kevin Feytons. “Dat kunnen we niet allemaal opvangen. Er moet dringend bekeken worden wat er stroomopwaarts nog kan gebeuren bij alle beken die samenkomen in de wachtbekkens van Schulen en Webbekom, zoals de Velpe, de Gete en de Herk. Bij Natuurpunt pleiten we ervoor om alle rivieren en valleien zo optimaal mogelijk te gebruiken als natuurlijk overstromingsgebied en het water ter plekke meer vast te houden, zodat het minder snel naar hier komt.”

Want het ecosysteem heeft hier nu opnieuw een zware klap gekregen, zegt Feytons, terwijl de grote overstroming van 2016 nog maar amper verteerd was. “De kans is bovendien reëel dat we dit over drie, vier of vijf jaar opnieuw gaan meemaken, en misschien gaat de regenval in Vlaanderen dan nog veel groter zijn dan dit jaar.”

Vandaag zien de Demerbroeken er inderdaad even kaal uit als na de overstroming van 2016. Maar toen is het leven daarna wel teruggekomen, en de voorbije jaren zag het gebied er even prachtig uit als altijd. Is een overstroming als die van nu dan echt zo’n groot probleem?

Ja, zegt Tobias Ceulemans. Hij is senior onderzoeker aan het departement Ecologie, Evolutie en Bio­diversiteitsbehoud van de KU Leuven, en volgt de biodiversiteit in de Demerbroeken al jarenlang van nabij op.

Een dode snoek in de Demer­broeken. Deze vissoort speelt een cruciale rol in water­zuivering. Beeld © Eric de Mildt
Een dode snoek in de Demer­broeken. Deze vissoort speelt een cruciale rol in water­zuivering.Beeld © Eric de Mildt

“Gewone zomerse overstromingen in valleigebieden zijn goed voor de natuur. En één extreme overstroming hoeft op zich ook niet dramatisch te zijn. Natuur is heel veerkrachtig. Planten zoals riet, koekoeksbloem en gele lis zullen gemakkelijk terugkomen in zo’n gebied. Een koolwitje zal er ook wel weer rondvliegen. Maar er zal geen bruine vuurvlinder meer zijn, of drijvende waterweegbree. Dat is het verschil tussen topnatuur en banale natuur. Op het eerste gezicht zien die er vaak even mooi uit, maar dat is het punt niet. Het gaat erom dat er steeds minder kansen zullen zijn voor zeldzame soorten om te groeien.

“Zo komt in de Demerbroeken van oudsher trilveen voor. Het zal een proces van decennia zijn, maar op een gegeven moment zullen we dat veen kwijt zijn door dergelijke overstromingen. Is dat erg? Ja, want het betekent koolstofopslag die je verliest, tien tot honderd keer meer dan pakweg een dennenbos dat gekapt wordt in de Kempen, en op termijn is het dus levensbedreigend. Venen kunnen tegen nattigheid, maar niet tegen verdrinken, dan beginnen ze te rotten. Dat is trouwens de geur die jij in je tuin ruikt, die van rotte planten en rottend veen.”

Het verdwijnen van een soort is dus het begin van een cascade, legt Ceulemans uit, die in het begin nauwelijks zichtbaar is omdat de veranderingen zo subtiel zijn. “Bij de overstromingen van in de jaren 1980 ging het om 10 à 20 centimeter water dat enkele dagen bleef staan. In 1998 ging het al om een meter water. In 2016 bleef die meter water een week staan. Nu zitten we al aan twee weken en gaat het om 1,5 tot 2 meter water. De klimaatverandering voltrekt zich hier dus onder onze neus: meer water, voor een langere tijd, en de effecten zijn elke keer groter.”

Samen met de universiteit van Antwerpen volgt Ceulemans de effecten op van de huidige overstromingen en nu al zijn er enkele conclusies die hij kan maken. De doelstellingen voor Europese topbiotopen als tril- en overgangsveen, blauwgrasland en mesotroof elzenbroek hebben al jaren- tot decennialang schade opgelopen, legt hij uit. Sommige locaties zijn naar alle waarschijnlijkheid al onherstelbaar verloren.

Dat de Demervallei op deze manier als overstromingsgebied wordt gebruikt, met alle ecologische schade als gevolg, is in strijd met de Europese richtlijnen, zegt Ceulemans, omdat ze door Europa als beschermd gebied is aangeduid (zie kader). Met het stikstofarrest in het achterhoofd kunnen de overstromingen in de Demervallei dus zelfs juridisch worden aangevochten. In elk geval is investeren in natuurherstel, waar veel overheidsmiddelen naartoe gaan, op deze manier dweilen met de kraan open. “Het is weggegooid geld.”

Kapstoksoorten

“Wist je dat de grauwe klauwier hier weer gesignaleerd is?”, vraagt Steven Onzea met enige trots in zijn stem. “Daar hebben we de voorbije jaren veel werk voor verricht. Populieren gekapt, struiken laten groeien, wandelwegen aangepast, begrazing georganiseerd. Want die vogel heeft uitwerpselen nodig waar insecten in zitten. Er waren twee broedplaatsen in de Demerbroeken. De vraag is nu of die ook verdwenen zijn in het water. In het Schulensbroek waren er meerdere nesten. Maar daar heeft vier meter water gestaan. Die nesten zijn dus zeker verloren gegaan.”

Het broedseizoen is voorbij, dus de jongen zullen wellicht groot genoeg geweest zijn en het nest al verlaten hebben, maar zekerheid hebben de mannen van Natuurpunt daar nog niet over. “Als deze overstroming in mei of juni was gebeurd, hadden de jongen het zeker niet overleefd”, zegt Kevin Feytons.

Weinig mensen zullen de grauwe klauwier kennen, beseft Onzea. “Ik snap dat mensen denken: waarom moeten we die vogel belangrijk vinden? Wel, hierom: een grauwe klauwier leeft van grote insecten en heeft een halfopen, gevarieerd landschap nodig. We noemen hem dus een kapstok-soort: als hij er is, weet je dat de bodem, het water en de insecten in je landschap ook in orde zijn.” De bruine kiekendief is ook zo’n soort, vult Feytons aan, en ook hij vliegt al enkele jaren opnieuw rond in de Demerbroeken.

De overstroomde Demerbroeken vanuit de lucht bekeken. ‘Overal waar je zwart water ziet, zou het groen moeten zijn.’ Beeld www.kevinfeytons.be
De overstroomde Demerbroeken vanuit de lucht bekeken. ‘Overal waar je zwart water ziet, zou het groen moeten zijn.’Beeld www.kevinfeytons.be

Een uur hebben we al door het smerige water gewaad. En plots zien we hem liggen. Een gigantische dode snoek, minstens een meter groot, de bek opengesperd, de ingewanden deels al uit het lijf getrokken. Symbolischer wordt het beeld vandaag niet meer. Snoeken zijn een cruciale soort in water. De vissen die zij eten, leven van andere kleine waterdiertjes, en die hebben dan weer algen nodig als voedsel. Als je snoeken in je water hebt, blijft dat water helder en weet je met andere worden dat de kwaliteit voldoende is.

Het duurt enkele jaren voor een snoek volwassen is en de grootte bereikt van het dode exemplaar dat we zien liggen. En het duurt nog veel langer voor je opnieuw zoveel snoeken hebt dat het troebele water van vandaag weer in helder water veranderd zal zijn, legt Tobias Ceulemans uit. “Als er dan om de vijf jaar een overstroming gebeurt waarbij alle snoeken sterven, zul je altijd met onzuiver water blijven zitten. Wat dan weer betekent dat er zich bijvoorbeeld geen waterlelies meer kunnen ontwikkelen.”

Als al het water slechts in enkele gereserveerde zones mag overstromen, zoals in Schulen en Webbekom, komt het op die plaatsen veel te hoog te staan, waardoor alles verdrinkt en de natuur nauwelijks nog een kans krijgt. Een specifiek onderdeel van het zogenaamde Sigmaplan zou alvast aan het water in de Demervallei meer plaats moeten geven.

Dat Sigmaplan werd in 1977 door de Vlaamse overheid in het leven geroepen, na de overstromingsramp van 1976 waarbij Ruisbroek en Walem helemaal onderliepen, en heeft als doel het risico op overstromingen te beperken. Wat de Demer betreft, wordt sinds enkele jaren gefocust op het heraansluiten van 28 oude meanders op de rivier. Daardoor zou er bij overstromingen meer water geborgen kunnen worden, en wordt het water in drogere periodes trager afgevoerd, wat dus tegelijk tot minder verdroging zou moeten leiden. De kostprijs van dit project wordt geschat op 37 miljoen euro voor de Vlaamse Waterweg.

Daarnaast investeert het Agentschap Natuur en Bos 12 miljoen euro in natuurinrichting.

Tobias Ceulemans vindt het absurd om meanders aan te sluiten en tegelijk de dijken rond de Demer te behouden. Want die dijken zijn net het probleem. Al het water dat van stroomopwaarts door de Demer naar beneden moet, moet nu binnen de dijken van de rivier blijven, en kan dus nergens naartoe. Met als gevolg dat het water razendsnel stijgt en dat het ook veel sneller stroomt, wat dan weer tot erosie van de dijken leidt.

Koterijen en tussenoplossingen

In Nederland zijn ze al in de jaren 1970 begonnen met dijken af te breken en te verleggen, legt Ceulemans uit, om zo natuurlijke overstromingszones te bekomen. “In plaats van dijken te leggen rond natuurgebieden, zoals bij ons het geval is, doen ze het in Nederland omgekeerd, en leggen ze dijken rond de woonkernen. Veel logischer. En iets wat hier ook dringend moet gebeuren. Want op die manier kan de vallei traag en over een uitgebreide oppervlakte overstromen, en kun je je woongebieden veel beter beschermen. Nu heeft het een haar gescheeld of de Demer in Zichem was buiten haar oevers getreden, met overstroomde huizen tot gevolg.”

Meanders zullen inderdaad iets meer water kunnen bergen, maar die hoeveelheid noemt Ceulemans een peulschil in vergelijking met de debieten die nodig zullen zijn om toekomstige overstromingen het hoofd te bieden. Overal waar het mogelijk is, zouden dijken moeten worden weggehaald, zegt hij. Zodat de hele vallei als overstromingszone kan worden gebruikt, en niet enkel de natuur­gebieden.

Dat was ook het advies dat hij en enkele collega-wetenschappers hebben overgemaakt toen hen dat in het kader van het Sigmaplan werd gevraagd. Waarom dat advies dan niet is opgevolgd? Ceulemans zucht. “Omdat er in Vlaanderen met zoveel belangengroepen en lokale besturen rekening moet worden gehouden bij het nemen van beslissingen, dat je uiteindelijk overblijft met een compromis van een compromis van een compromis. Ons advies was nochtans duidelijk: de dijken weghalen is een conditio sine qua non om wateroverlast in de toekomst te vermijden.”

De dijk met jaagpad langs de Demer. Tobias Ceulemans (KU Leuven): ‘Dijken rond de rivier zijn een probleem. Ze moeten afgebroken worden.’ Beeld Eric de Mildt
De dijk met jaagpad langs de Demer. Tobias Ceulemans (KU Leuven): ‘Dijken rond de rivier zijn een probleem. Ze moeten afgebroken worden.’Beeld Eric de Mildt

Ceulemans verwijst nog naar de meanders van de Demer tussen Aarschot en Werchter die opnieuw aangesloten zullen worden, en de redenen die worden aangehaald om er de dijken toch te behouden. Hij lacht er een beetje groen bij. “Men wil het jaagpad niet kwijt, want dan zouden de mensen niet meer langs de Demer kunnen fietsen. En aan de rechteroever ligt een landbouwgebied waarvan de huidige teelt niet in gevaar mag komen. Hoe cynisch is het dat beschermde, onvervangbare topnatuur vernield is omdat er niet geraakt mag worden aan een fietspad en aan landbouwgrond? Je kunt dat fietspad trouwens perfect behouden. Leg het gewoon wat lager, op het niveau van de Demer. Dan zal het een enkele keer per jaar onder water staan, maar meer ook niet. En er zijn landbouwteelten die perfect kunnen samengaan met overstromingen.”

Het is frustrerend dat onderbouwd advies van wetenschappers zo in de wind geslagen wordt, zegt Ceulemans. “En eigenlijk is het een schande dat je overheidsgeld – belastinggeld dus – gebruikt voor een project waarvan je weet dat het niet oké is en dat je ooit toch zult moeten herbekijken. Hoe meer koterijen en tussenoplossingen, zoals bepaalde elementen van het Sigmaplan, hoe duurder het aan het einde van de rit zal worden.”

Historische vervuiling

Niet alleen de hoeveelheid water die in zo’n natuurgebied binnenkomt is problematisch, ook de kwaliteit van dat water. Kevin Feytons: “Zuiver water zou het probleem al minder groot maken. Sowieso wordt afvalwater op sommige plaatsen nog altijd in de waterlopen geloosd, omdat de huizen niet aangesloten zijn op de riolering. En als de regenval zo hevig is dat de rioleringen het water niet meer kunnen slikken, of als het water in de rivier te hoog staat, zoals het geval was in deze regio, wordt het afvalwater rechtstreeks in de rivier gepompt. Er is de afgelopen weken dus een hoop vuiligheid in de Demer beland.”

Om zicht te krijgen op de toestand van de riolering in Vlaanderen, vragen we cijfers op bij Aquafin. Slechts 10 procent van de riolen bestaat uit een gescheiden riolering, waarbij het afvalwater en regenwater dus gescheiden worden afgevoerd. De gemengde riolen – waarbij afval- en regenwater in eenzelfde buis terechtkomen, waardoor proper regenwater ook afvalwater wordt – beslaan liefst 90 procent.

De huidige rioleringsgraad voor heel Vlaanderen bedraagt momenteel 87,71 procent. Dat betekent dat het afvalwater van 12 procent van de huishoudens rechtstreeks in een waterloop terechtkomt.

Dan heb je nog de zuiveringsgraad: 14,5 procent van het afvalwater dat via de riolering wordt afgevoerd, is niet aangesloten op een zuiveringsinstallatie en komt dus ongezuiverd in de waterlopen terecht. “De reden waarom het afvalwater van sommige woningen die wel riolering hebben nog niet naar een zuivering gaat, is dat er nog verbindende stukken ontbreken”, deelt Aquafin mee.

En dan hebben we het nog niet gehad over de bedrijven die hun zwaar vervuilde water decennialang in beken en rivieren loosden, met toestemming van de overheid. Een van die rivieren is de Winterbeek, een zijwaterloop van de Demer. Decennialang, tot 2014, loosde Tessenderlo Chemie er zijn afvalwater. Een rapport van de Vlaamse overheid uit 2003 sprak van chloridenconcentraties tot bijna 6.000 mg/l, terwijl de norm voor oppervlaktewater op 200 mg chloriden per liter lag. In de waterbodem en oevers werd een historische vervuiling vastgesteld met zware metalen als ar­seen, barium, cadmium en radium. Buurtbewoners kregen jarenlang te horen dat ze niet mochten zwemmen in het water, er zeker niet van drinken, en het ook best niet gebruikten voor hun groentetuin.

In 2017 is de Vlaamse overheid samen met Tessenderlo Chemie begonnen met de sanering van de Winterbeek. Het project zal een geschatte kostprijs van 18 miljoen euro hebben, waarvan 9 miljoen door de Vlaamse overheid wordt betaald, en 9 miljoen door Tessenderlo Chemie.

Steven Onzea van Natuurpunt: 'Overal waar je nu zwart water ziet, zou het groen moeten zijn, vol bloemen, kruiden, sprinkhanen, andere insecten en vogels.' Beeld © Eric de Mildt
Steven Onzea van Natuurpunt: 'Overal waar je nu zwart water ziet, zou het groen moeten zijn, vol bloemen, kruiden, sprinkhanen, andere insecten en vogels.'Beeld © Eric de Mildt

Drie vierde van de beek is ondertussen aangepakt. Het laatste deel dat nog vervuild is, mondt uit in – jawel – de Demerbroeken. Overigens loosde TC eveneens in de Grote Laak, die nu ook wordt gesaneerd. De normen waar Tessenderlo Chemie aan moet voldoen zijn de voorbije decennia wel sterk aangescherpt, laat de Vlaamse Milieumaatschappij nog weten. “De lozing met zware metalen werd stopgezet en de lozing met chloriden zeer sterk ingeperkt.”

Ten slotte nog dit: uit opgevraagde gegevens van het Vlaams departement Omgeving blijkt dat de Omgevingsinspectie in 2019 bij 900 bedrijven controleerde of ze wettelijk in orde waren met het lozen van afvalwater. Daarvan waren 99 bedrijven eenmaal of meermaals in overtreding. Dat is 11 procent.

Vier meter water

De conclusie die Tobias Ceulemans trekt, is niet min. Wat nu gebeurd is, is nog maar een voorsmaakje, waarschuwt hij. “We moeten ons nu al voorbereiden op de overstroming van pakweg 2026, want die zal er komen. En de vraag is niet óf wachtbekkens zoals in Schulen en Webbekom zullen standhouden in de toekomst. De vraag is wannéér ze niet meer standhouden. Waren er nu al enkele buien meer gevallen, dan waren de dijken gebroken. In Schulen heeft op de diepste overstromingspunten vier meter water gestaan. Je kunt je voorstellen welke gevolgen het dan heeft als zo’n dijk breekt: in een mum van tijd staan dan hele gemeentes onder water in plaats van enkele straten, zoals nu het geval was. Bovendien zullen ook de gebieden die nog nooit onder water hebben gestaan serieus in de problemen kunnen komen.”

Behalve dijken afbreken moet er ook bovenstrooms van alles gebeuren om meer water ter plekke op te vangen, zegt Ceulemans: minder betonneren, meer hagen planten, meer grasstroken aanleggen rond akkers, en verbredingszones cre­eren rond beken in landbouwgebied. Maar ook subsidies voorzien voor particulieren die een bodemloze regenput willen installeren in hun tuin of een miniwadi willen aanleggen in hun tuin.

En dit is meteen ook het lichtpunt, zegt Ceulemans: “Het probleem zit hem niet in het potentieel. We hebben genoeg valleien in Vlaanderen, er zijn nog open natuur- en landbouwgebieden, en we beschikken over gigantisch veel kennis en kunde. Het probleem is dat de neuzen niet in dezelfde richting staan. We trekken aan tien zelen in plaats van aan één. Dat moet veranderen. Want als het blijft bij wachtbekkens vullen, dijken behouden en bovenstrooms niks doen, zullen er rampen gebeuren.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234