InterviewAbderrahim Lahlali
Nachtwinkels willen zelf sluiten: ‘Ze kunnen social distancing zelden naleven’
Twintig Vlaamse nachtwinkels stellen de Vlaamse en federale regering in gebreke. Nochtans heeft de Vlaamse overheid net een compensatiepremie beloofd voor bedrijven die openblijven, maar met omzetverlies kampen. Advocaat Abderrahim Lahlali verdedigt de nachtwinkels.
In tegenstelling tot veel andere winkels mogen nachtwinkels openblijven. Wat is hun probleem?
Lahlali: “De wetgeving rond nachtwinkels bepaalt dat ze normaal gesproken mogen openen vanaf 18 uur en sluiten voor 7 uur ’s ochtends. Nu schrijven de coronamaatregelen voor dat ze al om 22 uur moeten sluiten. Ze verliezen dus negen uur openingstijd. Uiteraard begrijpen ze dat de overheid maatregelen neemt om de verspreiding van het coronavirus in te perken, maar je kan hun openingstijd toch niet met 70 procent inkorten zonder tegemoet te komen aan een inkomstenverlies van meer dan 70 procent?
“Het verlies bedraagt overigens eerder 90 procent, want de nachtwinkels komen door deze maatregel ook rechtstreeks in concurrentie met de gewone voedingswinkels, die nu plots tot 22 uur mogen openblijven. In grote steden hebben veel voedingswinkels effectief hun openingstijd verlengd.”
Dus willen de nachtwinkels weer de hele nacht openblijven?
“Nee, want er is niet alleen omzetverlies door die aangepaste uren, maar door het sluiten van de horeca en de regels rond essentiële verplaatsingen, is het cliënteel van de nachtwinkels ook drastisch gedaald. Het is bovendien niet verantwoord voor hun eigen gezondheid en die van de rest van de bevolking, want ze kunnen de regels rond social distancing zelden naleven. De meeste nachtwinkels zijn klein behuisd en kunnen het zich niet permitteren om personeel aan de deur te zetten zoals supermarkten om de wachtrij te organiseren. Ze riskeren dus flinke boetes.
“Ik verdedig twintig nachtwinkels verspreid over Vlaanderen, maar er zijn er in totaal een duizendtal. Ze voelen zich in de steek gelaten door de overheid, maar tegelijk moeten ze volgens diezelfde overheid openblijven omdat ze een essentiële dienstverlening zijn. Als ze zo essentieel zijn, zal de overheid toch moeten tussenkomen, of binnenkort moeten ze de facto de boeken dichtdoen. Het meest absurde is dat sommige lokale overheden net deze zogezegd essentiële winkels een ‘imagoverlagende’ taks doen betalen. Het beleid is met andere woorden een kakofonie.”
U hebt niet alleen de federale maar ook de Vlaamse regering een ingebrekestelling gestuurd. Heeft Vlaanderen niet net beslist dat bedrijven die open zijn maar grote omzetverliezen lijden, een compensatiepremie van 3.000 euro krijgen?
“Dat is inderdaad een goede zaak, maar het is een eenmalige premie. Wat als deze situatie nog weken, zo niet maanden aanhoudt? De nachtwinkels hebben naast die eenmalige premie geen recht op de dagpremie van 160 euro waar andere ondernemingen, zoals krantenwinkels die in het weekend moeten sluiten en handelszaken die volledig moeten sluiten, vanaf 6 april recht op hebben. Mijn cliënten vragen een gelijke behandeling.”
Wat als de overheden bij hun standpunt blijven?
“Mijn cliënten hebben eerst geprobeerd om een oplossing in der minne te bereiken door te schrijven naar Vlaams minister van Economie Hilde Crevits (CD&V) en naar premier Sophie Wilmès (MR), maar nu volgt deze ingebrekestelling. Als ook daar geen gepaste reactie op komt, kunnen ze nog naar de kortgedingrechter of bij hoogdringendheid naar Raad van State om de KB’s en ministeriële besluiten tijdelijk op te schorten of nietig te laten verklaren, als schending van het gelijkheidsbeginsel. Maar we willen het niet op de spits drijven, we willen aan tafel zitten.”