AnalyseCovid en sociale onrust
Na een pandemie volgen vaak gewelddadige naschokken: ‘Mijn zorg is dat een machtscrisis in China tot een wanhoopsactie leidt’
Parlementsbestormingen in de VS en Brazilië, protesten van Frankrijk tot Peru, oplaaiend geweld in Afrika, een inval in Oekraïne. Na epidemieën volgen vaak jaren vol tumult, leert de geschiedenis. Wacht ons nu ook een pandemie van geweld?
Dit was hun kans, ze wisten het zeker. Veertig jaar bestond hun beweging nu, een merkwaardige stroming van duister complotdenken waarover hun landgenoten altijd een beetje lacherig deden. Maar nu was er corona. Opeens groeiden de straatprotesten van de beweging uit van handjesvol tot duizenden mensen, en prijkten hun leuzen en symbolen op de vlaggen die de coronademonstranten meenamen. Het was zelfs al eens tot een rommelige bestorming van de Rijksdag gekomen, tot de trappen toe.
De tijd was rijp. De wapens lagen klaar. Het was nu of nooit. Ze zouden het parlement binnendringen en de macht grijpen. De rechter in hun midden zou minister van Justitie worden, de operazanger minister van Cultuur. En de nieuwe leider, dat werd de 71-jarige zakenman Heinrich Reuss, een weinig bekende telg van een adellijke familie uit de Duitse deelstaat Thüringen. Keizer Heinrich de Dertiende, zo zouden ze hem noemen.
Het pakte anders uit. In de vroege ochtend van 7 december trokken drieduizend agenten eropuit om de samenzwering in de kiem te smoren, met invallen in 150 huizen en 25 arrestaties. Zo eindigde de staatsgreep van de groep die zich de ‘Rijksburgers’ van Duitsland noemt: als een rare oprisping vanuit de samenleving.
Niemand die eraan twijfelt dat de coup weinig kans op slagen had, in de stabiele Duitse parlementaire democratie. Maar in het ongunstigste geval was de machtsgreep uitgedraaid op een bloedbad, rond of in de Rijksdag. “Voorheen zaten deze mensen vooral veel te praten”, aldus journalist Katrin Bennhold in een podcast over de zaak. “Nu lijkt het erop dat sommigen van hen zich genoeg gesterkt voelden om in actie te komen.”
Zo duidelijk als in Duitsland is het verband niet vaak, maar toch maken sociaal wetenschappers zich zorgen. Is een pandemie de lont in het kruitvat, die tegenstellingen en conflicten die al sluimeren in een samenleving tot ontbranding brengt? Of, erger, is zo’n virus misschien het kruitvat zelf? Kan de druk van de pandemie groepen of landen zo in het nauw brengen dat ze naar de wapens grijpen?
Neem de Russische inval in Oekraïne. “Ik ben huisarts. Bij mij gaat, als er een probleem is, altijd de vraag door het hoofd: waarom komt dit nú aan de orde, terwijl het onderliggende fenomeen al langer speelt?” zegt André Knottnerus, emeritus hoogleraar huisartsengeneeskunde en een van de mensen bij wie de kwestie al geruime tijd door het hoofd spookt.
Verleidelijk om de pandemie erbij te halen. “Poetin is al heel lang bezig met machtsontwikkeling. Waarom komt hij dan begin 2022 met zijn aanvalsoorlog? Dit was opmerkelijk genoeg enkele maanden nadat in Rusland de coronasterfte substantieel gestegen was. Zou hij de behoefte hebben gevoeld een vijand te zoeken?”
Het zijn vragen die de bestorming van de parlementen in Washington en Brazilië, maar ook de rassenrellen in de VS, de betogingen in Peru en Iran of de boerenprotesten in Nederland in een ander daglicht plaatsen. “Het is opvallend dat Covid-19 zelfs in landen zonder recente geschiedenis van gewapend conflict hoge niveaus van sociale onrust heeft teweeggebracht”, stelt politicoloog Sara Polo van de University of Essex, in het vakblad Peace Economics, Peace Science and Public Policy.
Tijd voor heibel
Aanvankelijk hoopten sommigen nog dat de pandemie verbroedering zou brengen. Onder druk van corona zouden groepen hun onderlinge strijd staken en de handen in elkaar slaan om het virus te bestrijden, was de gedachte. “De woede van het virus toont ons de waanzin van oorlog”, zei VN-topman António Guterres in een oproep tot wereldwijde wapenstilstand, in maart 2020.
Voor een deel is die gedachte terecht, zegt hoogleraar internationale geschiedenis Beatrice de Graaf (Universiteit Utrecht). “Vaak zorgt een pandemie voor de-escalatie van gewapende conflicten. De ziekte legt beslag op je geld en je tijd, je soldaten worden ziek en gaan dood. Napoleon moest zich terugtrekken uit Haïti en Egypte nadat hij door de gele koorts en respectievelijk de pest haast geen mensen meer over had. En in 1918 was de Spaanse griep wellicht een van de factoren die Duitsland naar de onderhandelingstafel dreven: de soldaten waren ziek.”
Anders zit dat met geweld van onderaf en binnenuit: rellen, straatgevechten, betogingen. Pandemieën verlopen volgens een vast stramien, als een toneelstuk, stelde de Amerikaanse medisch historicus Charles Rosenberg in een beroemd artikel. En geweld is daarbij een vast programmaonderdeel. “Er is vrij veel historisch onderzoek naar de pest, cholera en tal van andere ziekten”, zegt hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis Lotte Jensen (Radboud Universiteit). “En geweldsuitbraken rond epidemieën zijn niet ongewoon.”
Zelf documenteerde ze een wonderlijk vertrouwd klinkende ruzie ten tijde van de cholera-uitbraak van 1849 in Amsterdam. “Er kwamen horecaprotesten, net als nu. Feestelijkheden werden geschrapt en dat wekte de woede van ondernemers op: is de kermis nu wéér verboden?” Het bleef bij knorrige protesten, maar anders liep het in onder meer Hamburg, vertelt Jensen, waar straatgevechten uitbraken.
Onvrede over maatregelen zijn niet de enige aanjagers. Vaak raakt de handel verstoord, met als gevolg oplopende prijzen en voedseltekorten. Mensen worden werkloos, wat ze de tijd en de motivatie geeft om de straat op te gaan. Er ontstaat wrijving tussen arm en rijk, tussen oud en jong, tussen outcast en gevestigde orde. Een gistende mix, die de grootste heibel kan geven.
Neem de cholera-epidemie die twee eeuwen vóór corona rondwaarde door Europa, in de jaren 1830-1832. In Hongarije bestormden dorpelingen de kastelen van de rijken en lynchte men de bewoners, ervan overtuigd dat die het water hadden vergiftigd. In Rusland vielen menigtes legerofficieren aan, in Pruisen braken gevechten uit toen burgers zich tegen de lockdown van de stad Konigsbergen keerden. In Liverpool belegerde een massa van meer dan duizend mensen zelfs een ziekenhuis, opgejut door de complottheorie dat artsen de zieken slechts meenamen omdat ze karkassen zochten voor hun lijkontledingen.
Mensen gaan op zoek naar zondebokken, nog zo’n vast nummer. Vijftien jaar na de Spaanse griep van 1918 bleken Duitse regio’s waar bij de pandemie de meeste doden waren gevallen, stelselmatig méér te stemmen op Adolf Hitler, ontdekte econoom Kristian Blickle van de Federal Reserve Bank van New York twee jaar geleden. Het verband was het sterkst in regio’s waar men tijdens pestuitbraken in de middeleeuwen Joden de schuld gaf.
Zo is de link tussen ziekte en geweld, en indirect zelfs met oorlog, nooit ver weg. Dat ontdekten ook de Italiaanse politicologen Massimo Morelli en Roberto Censolo, toen ze de vijf grote Europese cholera-epidemieën van de afgelopen eeuwen nader bestudeerden. In de tien jaar vóór de epidemieën turfden ze in totaal 39 grote geweldsuitbarstingen. In de tien jaar erna waren het er 71, haast twee keer zoveel. “Bovendien zagen we dit patroon bij elk van de epidemieën die we bestudeerden”, aldus de wetenschappers in Peace Economics, Peace Science and Public Policy.
Verontrustend
Maar goed: dat was vroeger. Lang voor corona. Toen de wereld nog eenvoudig was. Toch?
Mooi niet. De harde cijfers schetsen een verontrustend beeld, ontdekten wetenschappers van de Britse databank van geweldsuitbarstingen The Armed Conflict, Location and Event Data Project (ACLED). In de eerste maanden van de pandemie nam het politieke geweld in de wereld met 10 procent af en het aantal demonstraties zelfs met 30 procent. Maar al snel daarna begon allerlei intern geweld weer toe te nemen. Tot een jaar later door de bank genomen zelfs méér werd gedemonstreerd en gevochten dan voor corona. “Niet ondanks, maar deels juist dankzij de pandemie”, volgens een ACLED-rapport.
Inderdaad, het type geweld verschoof. Zo nam in de vroegste fase van de pandemie het aantal oorlogshandelingen van staten af, terwijl het geweld van ongeorganiseerde massa’s gewapende mensen juist met 11 procent toenam. Vooral in Oost- en West-Afrika was er een geweldsexplosie: liefst 70 procent méér aanvallen door milities (gevechtsgroepen), registreerde het ACLED.
Soms is de hand van de pandemie vrij precies aan te wijzen. In Libië werden vredesbesprekingen noodgedwongen uitgesteld, waarna de burgeroorlog weer oplaaide. In Mali voerden de moslimrebellen de strijd verder op, door corona te omarmen als een ‘door Allah gezonden soldaat’. En in Afghanistan vielen de taliban zorgmedewerkers en ziekenhuizen aan: allemaal om te bewijzen dat je in coronatijd veiliger bent bij de taliban.
Sommige autocratische leiders misbruikten de pandemie om tegenstanders de mond te snoeren. Neem het West-Afrikaanse land Guinee. Voordat corona uitbrak, was het er al onrustig. Het virus bleek voor toenmalig president Alpha Condé een geschenk uit de hemel: de president drukte een grondwetswijziging door, verving het parlement, onderdrukte protesten en liet de oppositieleiders arresteren.
Ook in onder meer Egypte, Venezuela, Bolivia en Algerije grepen leiders de coronacrisis aan om tegenstanders het zwijgen op te leggen en hun greep op de macht te vergroten. “Het lijkt erop dat de wereld minder democratisch en minder vrij uit de pandemie komt dan ze voorheen was”, schrijft Polo.
Natuurlijk: zulke verbanden zijn nooit een-op-een. Zo werden de taliban vooral geholpen door de terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit het land. “Conflicten escaleren om allerlei redenen. Maar externe schokken kunnen wel degelijk grote consequenties hebben, zelfs in relatief stabiele landen”, vertelt Polo, aan de telefoon vanuit Exeter. “In veel gevallen wakkert de pandemie sociale bewegingen aan die er voor corona ook al waren.”
Neem de Black Lives Matter-beweging in de VS. De Afro-Amerikaanse gemeenschap, altijd al achtergesteld, kreeg het tijdens corona zwaar te verduren. De ziekte werd doodsoorzaak nummer drie bij zwarten, terwijl de economische terugslag de gemeenschap navenant hard trof. Toen doodde een politieagent Afro-Amerikaan George Floyd: het was de vonk die de vlam in de pan deed slaan.
Cruciaal, zegt De Graaf, is in hoeverre de elite de boel sociaal en economisch bij elkaar weet te houden. In een beroemd geworden onderzoek naar de pest ontdekte de Schotse mediëvist Samuel Cohn iets geks: opstanden komen altijd pas ná de pestuitbraak, met enige vertraging. “Iedereen lijdt schade bij zo’n epidemie”, zegt De Graaf, die samen met Jensen en haar collega’s Rina Knoeff en Catrien Santing de historische stand van kennis over het onderwerp samenvatte. “Maar opstand dreigt pas als de hogere klassen de schade gaan verhalen op de bevolking. Als de heren zeggen: sorry, we hebben nu even minder geld, we gaan lagere lonen uitbetalen.”
Sociale littekens
In het pragmatische Nederland van de negentiende eeuw wisten bestuurders dat ook al, ontdekte De Graaf toen ze in de stadsarchieven van Utrecht de cholera-uitbraak van 1848-1849 onderzocht. “Het stadsbestuur besloot om choleracommissies te vormen en stelde speciale burgers aan om de rust te bewaren. Na afloop kregen die een erepenning en een bedankbrief van de burgemeester: mede dankzij jullie inzet is voorkomen dat de mensen in opstand kwamen. Men begreep: als je maar goed met je burgers omgaat, kan dat veel onrust schelen.”
Zulke wetmatigheden gelden nog steeds, stelde een internationaal onderzoeksteam rond onder anderen de Leidse politicoloog Babak Rezaee Daryakenari vast. Na de eerste schok, waarin burgers allerlei coronamaatregelen nog slikten, bleken schoolsluitingen, thuiswerken en beperkingen op grote bijeenkomsten wereldwijd gecorreleerd met meer demonstraties, ontdekten ze op basis van de cijfers uit 191 landen. Twee factoren hadden een dempende werking: economische steun aan getroffen groepen, én goede informatie voor de bevolking.
Hoe het verder gaat, nu de pandemie op haar eind loopt? De rapporten en academische studies zijn er allerminst gerust op. Ook in vooroorlogs Duitsland galmde de echo van de Spaanse griep immers nog jaren na. Corona kan weleens een ‘lange schaduw’ van sociale onrust, opstand en geweld over de nabije toekomst werpen, stelt het Internationaal Monetair Fonds in een grimmige analyse van historische gegevens uit 130 landen.
“De sociale littekens, in de vorm van onrust, hoeven niet snel zichtbaar te worden”, aldus het IMF. Pas de komende jaren wordt het penibel en “neemt het risico op rellen en antioverheidsdemonstraties toe”, melden de onderzoekers. “We vinden bewijs van een verhoogd risico op een grote overheidscrisis, een gebeurtenis die een regering ten val dreigt te brengen, gewoonlijk in de twee jaar na een ernstige epidemie.”
Machtsverschuivingen
Het is aannemelijk dat de armere landen daarop meer risico lopen, constateert hoogleraar oorlog en vrede Navin Bapat (University of North Carolina). Daar vallen immers de zwaarste klappen, legt hij uit. “Ik denk dat covid de basis heeft gelegd voor meer instabiliteit op het zuidelijk halfrond. Men kreeg niet alleen te maken met de pijn van de pandemie, maar ook met minder economische activiteit en stijgende rente. Meteen gevolgd door de oorlog in Oekraïne, die de prijs van voedsel en brandstof opdreef en de rente nog meer verhoogde. Die schokken kunnen machtsverschuivingen veroorzaken, waarschijnlijk overal op het speelveld.”
En ja, denkt Bapat: in het uiterste geval zouden die schokgolven elkaar kunnen versterken tot een heuse oorlog, ergens op de planeet. Zoals zelfs een gewapend conflict tussen China en de VS, oppert hij in een academisch artikel. In de Zuid-Chinese Zee, of een kwart aardbol verderop, in de Perzische Golf. “Ook al denk ik dat de kans redelijk klein is, mijn zorg is dat een machtscrisis in China tot een of andere wanhoopsactie leidt.”
De Graaf en Polo maken zich daarover minder zorgen. Polo wijst erop dat de gedachte van Knottnerus, dat leiders soms ten strijde trekken om de aandacht af te leiden van binnenlandse problemen, “in de vakliteratuur weinig steun vindt”. Oekraïne, een voortvloeisel van corona? Weinig wetenschappers geloven erin.
“Vrede en stabiliteit kunnen kwetsbaar zijn”, erkent Polo. “Maar je moet wat we aan gevolgen van de pandemie zien, ook enigszins relativeren. We hebben bijvoorbeeld geen grootschalig geweld gezien in West-Europa.” De Graaf wijst op de tientallen miljarden die westerse landen hebben uitgetrokken voor compensatie en herstel. “Dat is niet te vergelijken met de negentiende eeuw, toen er helemaal geen geld voor werd uitgetrokken. Landen zijn tegenwoordig zó superrijk, daarmee koop je de ergste pijn wel af.”
Maar: garantie tot de voordeur, zeggen alle experts erbij. Met zoiets ingewikkelds als de dynamiek van maatschappijen weet je maar nooit.
“Ik denk altijd in unieke situaties”, zegt De Graaf. “Uiteindelijk staat elk land, ieder tijdperk en elk conflict toch op zichzelf. Je kunt nooit zeggen: zus of zo gaat dit lopen.”
Pandemie door oorlog?
Een oorlog als gevolg van een pandemie? Onderschat het omgekeerde niet, zegt Beatrice de Graaf: een pandemie die ontstaat als gevolg van een oorlog.
“Er zijn in een oorlog troepen op de been met een verlaagde weerstand door vermoeidheid en slechte omstandigheden. Vaak nemen die ziektekiemen met zich mee, zoals luizen en infecties.” Zo namen Russische legers in 1830 cholera mee naar Polen, en kon de Spaanse griep van 1918 zich wereldwijd verspreiden dankzij alle troepentransporten.
Bovendien trekken in tijden van oorlog hulpverleners zich terug. In 2019 stond de Wereldgezondheidsorganisatie op het punt ebola in de Democratische Republiek Congo te elimineren, toen het geweld weer oplaaide – en de WHO het gebied halsoverkop moest verlaten. “We waren toe aan de laatste twee transmissieketens. We waren zó dichtbij”, verzuchtte WHO-topman Mike Ryan achteraf.