AchtergrondVoedselveiligheid
Na de mogelijk besmette eieren: hoe is het gesteld met onze voedselveiligheid en de controle daarop?
De vermoedelijke salmonellabesmetting in chocoladeproducten afkomstig uit de Ferrero-fabriek in Aarlen roept vragen op over onze voedselveiligheid en hoe die in de gaten wordt gehouden. Al meteen een geruststelling voor wie straks een kant-en-klare maaltijd op het menu zet: “Ons voedsel is vandaag veiliger dan voor de start van de industriële voedingsproductie.”
Wie controleert ons voedsel?
In eerste instantie belooft het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) waakzaamheid “van riek tot vork”: het voedselagentschap controleert in de primaire productie (veeteelt, landbouw, slachthuizen), in de transportsector met wegcontroles, in de distributie (ook in restaurants) en bij de invoer van voedingsproducten. Het FAVV heeft vijf eigen labo’s en doet ook beroep op erkende externe labo’s. “Het controlesysteem begint bij bedrijven die zelf stalen moeten laten analyseren. Merken ze een potentieel probleem, dan hebben ze een meldingsplicht aan het FAVV en volgen wij dat op”, stelt woordvoerster Hélène Bonte. “Wij controleren of ze die zelfcontroleplicht naleven. Daarnaast doen we zelf onaangekondigde staalnames bij bedrijven en inspecteren we daar ook de grondstoffen en de bedrijfsruimtes en machines. Steekproefgewijs nemen we ook stalen van voeding op de markt. Op plaatsen waar de risico’s het grootst zijn, waar bijvoorbeeld rauw vlees wordt verwerkt, doen we de meeste analyses.
Werkt die controle naar behoren?
De jongste jaren stijgt het aantal terugroepacties door het FAVV. Hoe komt dat? “Dat kan aantonen dat de controles werken”, stelt professor Chemische Voedselveiligheid Bruno De Meulenaer (UGent). “Al kan dat er ook op wijzen dat er effectief meer problemen zijn. De complexiteit van de productieketen maakt het ook niet simpel. Melk is relatief eenvoudig, maar een koekje bevat tal van ingrediënten waarbij iets fout kan lopen. Af en toe heeft de sector een wake up call nodig. De producent moet elke leverancier aan de tand voelen, maar neem nu zonnebloemolie die door de oorlog elders vandaan moet komen. Als je onder tijdsdruk van leverancier verandert, vallen een aantal checks weg en kan er plots een probleem opduiken. De toeleveringsketens zijn danig complex geworden.” Benedikt Sas, professor bij de vakgroep Voedselveiligheid (UGent), ziet een zwakke schakel bij de staalafnames. “Die gebeuren niet altijd volgens de regels door erkende staalnemers en de commerciële labo’s die de meeste stalen negatief op de aanwezigheid van mogelijke gevaren evalueren, zijn het populairst. We hebben in vergelijking met andere landen een goed controlesysteem, maar overal moet bespaard worden en op de duur kan je minder analyseren en glippen zaken door de mazen van het net. De budgetten voor het FAVV blijven dezelfde, maar hun kosten stijgen. We moeten opletten dat die mazen niet almaar groter worden.”
Hinken de controles evoluties in de voedselproductie achterna?
“De controle van overheidswege loopt achter wat bijvoorbeeld de shift naar meer plantaardig voedsel betreft”, stelt De Meulenaer. “Vanuit het wetenschappelijk comité dat het FAVV adviseert, wijzen we op die evoluties. Neem de broodsector: vroeger had je lokale bakkerijen, tegenwoordig wordt meer brood in de supermarkt gekocht dat in het buitenland werd geproduceerd. Dus zou je ook het graan daar moeten controleren. Zo zorgen ook voorgesneden salades, die we 15 jaar geleden niet kenden, voor microbiologische risico’s. Of de trend van de korte keten, met hoeveslagerijen en hoevezuivel: ook daar moeten we kijken of alles koosjer verloopt. Het is een continu bijsturen, en daar zit altijd een vertragingseffect op.”
Welke vuistregels moet je in acht nemen wanneer je boodschappen doet?
“Controleer altijd de vervaldatum en of de verpakking intact is. Weet ook dat producten uit eigen land aan strengere regelgeving onderhevig zijn dan die uit het buitenland. Niet alle E-cijfers op het etiket moeten argwaan wekken. Zo heeft ook ascorbinezuur een E-cijfer, maar dat is vitamine C. Die cijfers wijzen op bewaarmiddelen die microbengroei verhinderen”, weet Sas. “Hou ook de koude keten zoveel mogelijk intact”, adviseert De Meulenaer. “Warmte doet bacteriën sneller groeien. Mensen hebben hun koelkast vaak op een te hoge temperatuur staan. Hou opgewarmde en rauwe producten gescheiden. Op rauwe producten zijn ziekmakers niet dood en als je die met verhitte voeding mengt, gaan die ziekmakers daar floreren. De stelregel is variatie: eet niet elke dag hetzelfde, door variatie spreid je de risico’s.”
Werkt ons koopgedrag incidenten in de hand?
“Onze hang naar goedkoop voedsel zadelt ons op met minder veilig voedsel”, meent Sas. “Ook de primaire sector en de voedingsbedrijven kampen vandaag met stijgende energie- en grondstofprijzen. Alles uit het buitenland halen is niet slim want daar gelden vaak minder strenge regels inzake voedselveiligheid.” De Meulenaer oordeelt dat ons voedsel vandaag veiliger is dan voor de start van de industriële productie ervan. “De professionaliteit in de voedingssector is zeer groot, er wordt streng gecontroleerd en men bouwt voorzorgsmaatregelen in. Bovenal is er meer kennis dan vroeger. Dus nee, kant-en-klare maaltijden zijn niet minder veiliger dan wat je zelf kookt met verse producten. Ambachtelijk is niet per se veiliger dan industrieel.” Al is het, met een goede kok in huis, wel lekkerder.