AchtergrondHomofobie
Na alweer homofoob geweld op VRT-journalist Riadh Bahri in Brussel: ‘Er is meer nodig dan verontwaardiging’
VRT-journalist Riadh Bahri is nogmaals het slachtoffer geworden van homofoob geweld in Brussel. Een gekend probleem, al ontbreken cijfers. ‘We moeten dit wijk per wijk in kaart brengen.’
Toen Bahri vrijdag met zijn hondje door Brussel liep, sprak een onbekende hem aan. Eerst vroeg hij de weg, zo beschreef de journalist het incident op Twitter. Hij probeerde hem te helpen, maar kreeg dan klappen. De man schopte hem en riep: “Vuile homo!”.
Hij brak ook zijn halsketting en nam ze mee. Bahri hield er geen zichtbare verwondingen aan over, maar had wel pijn in zijn borst en aan zijn benen. Hij was diep onder de indruk en ging naar de politie om klacht in te dienen. Die is nu een onderzoek gestart om de dader te vinden.
Het is niet voor het eerst dat de journalist getuigt over homohaat. Bahri, die vroeger in Molenbeek woonde en nu in Brussel, had eerder in deze krant verteld dat hij jaarlijks zes of zeven soortgelijke incidenten meemaakt.
“Bespuwd worden vind ik een van de meest vieze dingen”, zei hij. “Dan voel je je echt alsof je een stuk vuil bent. Het zijn een handvol onaangename voorvallen in een jaar, maar toch duurt het altijd een tijdje voor je je zelfvertrouwen weer op peil krijgt.”
Nauwelijks klachten
Homohaat lijkt dus vrij courant in Brussel. Maar toch krijgt de politie er nog steeds weinig klachten over. In de zone Brussel Hoofdstad-Elsene zijn er de eerste helft van dit jaar zeven klachten ingediend, zo laat de woordvoerder weten.
Er zijn weliswaar verschillende initiatieven ondernomen om de aangifte te vergemakkelijken. De Brusselse politie heeft een speciaal meldpunt op haar site voor klachten over homofobie. Maar dat lijkt weinig zoden aan de dijk te zetten.
Verschillende gemeenten in het gewest slepen niet enkel een kwalijke reputatie met zich mee voor homofobie, ook vrouwen hebben nog dikwijls te maken met intimidatie. “Ik moet mijn terras constant in het oog houden als dames iets komen drinken, want zij worden bijna altijd lastiggevallen”, zei Bart Lemmens, de uitbater van Brasserie L’Union in Sint-Gillis, deze week in Bruzz.
Lemmens is zinnens om samen met andere horecaondernemers rond het Sint-Gillisvoorplein woensdag te staken. De cafébazen zijn de kleine criminaliteit, met name de drugsoverlast, grondig beu. Ook de handelaars in de Brusselse Noordwijk dringen aan op overleg met de politiek, na een schietpartij dinsdag.
Tegen de problemen waar de lgbtq+-gemeenschap mee kampt werkt Brussel nu aan een actieplan. Dat is naar verwachting tegen het einde van dit jaar klaar. Brussels staatssecretaris voor Gelijke Kansen Nawal Ben Hamou (PS) bespreekt samen met andere beleidsmakers een pakket van een dertigtal maatregelen.
“We stellen vast dat er moeilijkheden zijn om aangifte te doen”, zegt haar woordvoerder. “Misschien moeten we het onthaal in de commissariaten verbeteren.” Daarover was Bahri op Twitter nochtans zeer lovend.
Straat op gaan
Johan Leman, van het integratiecentrum vzw Foyer, heeft alvast een suggestie. Hij vindt dat het gewest dringend in kaart moet brengen in welke wijken de problemen zich voordoen. Dan kan men ze gericht aanpakken.
Hij verwijst naar Oslo, waar men ‘action research’ heeft gedaan. “Twee mannen of twee vrouwen liepen er door verschillende buurten en noteerden waar ze opmerkingen of bedreigingen kregen”, zegt Leman. “Zo konden ze de plaatsen markeren waar er echt een mentaliteitsprobleem was. De volgende stap was de lokale verenigingen aan te spreken. Zij moesten zelf de dialoog aangaan met de buurtbewoners.”
In het verleden kwam Leman al eens in aanvaring met Bahri door uitspraken die hij tijdens een interview deed. Hij zei dat homokoppels in Molenbeek zouden moeten weten waar ze zich kunnen outen en waar het moeilijk is.
“In het beste geval vindt de politie nu de dader”, zegt Leman. “Maar dan heb je nog altijd maar één persoon te pakken en verander je niets aan de dynamiek in bepaalde wijken. Er is nu meer nodig dan verontwaardiging, er moet echt een strategie komen.”