InterviewDe vragen van Proust
Muzikante Eefje de Visser: ‘Eerst dacht ik: wat is dit voor een flirterige veel te knappe Belg?’
Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Tweeëntwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: muzikante Eefje de Visser (35) Wie is zij in het diepst van haar gedachten?
1. Hoe oud voelt u zich?
“Ik ben 35, maar voel me 30. Ik loop een beetje achter. Misschien ook wel door mijn werk, omdat ik toch een vrij leven heb en niet in een sleur zit. Misschien dat ik daarom qua gevoel rond de 30 blijf hangen.”
2. Wat vond u de moeilijkste periode in uw leven?
“Ik heb na de release van mijn eerste plaat een moeilijke tijd gehad. Toen is een relatie uitgegaan waar ik heel erg mee vergroeid was. Die plaat was in die tijd een succes, maar persoonlijk voelde ik me helemaal ontheemd. Stuurloos. Ik had geen houvast meer. Ik was toen rond de 25. Alles veranderde opeens. Plots had ik een carrière waar ik fulltime mee bezig was. Interviews geven, jezelf terugzien op de televisie. Daarvoor kende niemand me. Dat was best schokkend, dat alles van de ene op de andere dag veranderde.
“Nadien opnieuw op mezelf terugvallen was lastig. Mijn dagen hadden geen structuur, ik had nauwelijks sociale interactie. In periodes waarin ik niet speel kan ik er nog altijd mee worstelen dat ik te weinig om handen heb. Ik schrijf natuurlijk wel, maar dat gaat over mijn eigen emoties en is dus heel navelstaarderig.
“Ik heb vroeger veel bijbaantjes gehad, onder meer bij oude mensen hun huis schoonmaken, en dat gaf me eigenlijk meer voldoening omdat je ten dienste staat van iemand anders. Als je alleen maar voor jezelf werkt en het gaat altijd maar over jou, dat is niet zo gezond. Het is niet dat ik niet blij ben met wat ik doe, maar ik heb wel anderen nodig om het gevoel te hebben dat ik iets constructiefs doe. Als ik met de band ga toeren en samen aan iets kan werken, dan voel ik me goed.”
3. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?
“Gedrevenheid.”
4. Hoe was uw kindertijd?
“Ik ben opgegroeid in een klein dorp, Moordrecht (in de provincie Zuid-Holland, red.). Mijn ouders komen uit Den Haag, maar zijn verhuisd omdat het met kleine kinderen te moeilijk was om in een stad te wonen. Je kon er niet buitenspelen met al dat verkeer. In Moordrecht heb ik grotendeels een leuke tijd gehad. Veel getekend en muziek gemaakt. Ik kom uit een creatief nest. Mijn ouders hadden elkaar leren kennen via een bandje. Ook mijn oom was muzikant en beeldend kunstenaar. Ik herinner me nog dat hij in ons huis muurschilderingen kwam maken. Zelf tekende ik op van alles, zelfs op mijn kledij, het maakte niet uit. Het was allemaal heel vrij.
BIO
• geboren op 8 februari 1986 in Voorburg • Nederlandse zangeres, multi-instrumentalist en songwriter • won in 2009 de Grote Prijs van Nederland in de categorie Singer-songwriter • bracht in 2011 haar debuutalbum De koek uit • daarna volgden Het is (2013), Nachtlicht (2016) en Bitterzoet (2020), door meerdere jury’s uitgeroepen tot beste album van dat jaar • woont in Gent met muzikant en producer Pieterjan Coppejans
“Wel voelde ik dat we niet bij het dorp hoorden omdat we anders waren. Ik denk dat ik er de enige echte alternatieveling was. Ik zat op een openbare school met atheïsten en Jehova’s getuigen en moslims, terwijl ons dorp midden in de zogenoemde Biblebelt lag, waar mijn ouders in de verste verte niets mee hadden.
“Ik vond het dorpsleven fijn, maar soms ook benauwend. De polders, het groen, de rust van de natuur spreken me nog altijd aan, maar ik ben intussen wel van de anonimiteit van de stad gaan houden.
“Of ik soms heimwee heb? Ja. Ik heb altijd heimwee. (lacht) Over tien jaar heb ik heimwee naar deze tijd. Ik ben een heel nostalgisch iemand. Ik kan nu nostalgisch zijn over een tijd waarin ik nostalgisch was over een andere tijd.
“Ik denk nog veel na over mijn tijd op de middelbare school en de vriendinnen die ik toen had. Ze zijn allemaal verhuisd, want Moordrecht is een dorp waar niemand blijft. Dat is zo in Nederland, dat je vanaf je achttiende zo ver mogelijk van je ouders gaat wonen. (lacht) Dan verspreidt iedereen zich en moet je opnieuw beginnen.
“Mijn ouders zijn heel vroeg gescheiden. En er zijn nog wel dingen geweest die helemaal niet leuk waren, maar die hou ik liever privé. Ik vind het niet fijn om alles aan de grote klok te hangen. Iedereen heeft dieptepunten in zijn leven, maar over het algemeen heb ik toch wel mooie herinneringen aan die tijd. En het klopt ook heel erg: alles waar ik als kind in geïnteresseerd was, doe ik nu. Muziek, video, dans, fotografie. Alles komt samen. Ik heb geluk.”
5. Wat is uw vroegste herinnering?
“Ik moet een jaar of 2, bijna 3 geweest zijn en herinner me nog dat we net verhuisd waren naar het dorp en ik samen met mijn tweelingbroer in de buggy door mijn moeder werd omhooggeduwd, een heuveltje op. Er was een buurman die een praatje kwam maken. Ik weet ook nog dat ik het irritant vond hoe kinderlijk hij tegen ons sprak. (lacht) Mijn ouders praatten nooit op die manier tegen ons.”
6. Vindt u het leven een cadeau?
“De momenten van geluk die ik heb, daar ben ik heel dankbaar voor. Ik neem het leven niet voor lief. Ik kan redelijk diepe dalen hebben, maar ook de dingen ontzettend mooi vinden en intens beleven – wat ik erg bijzonder vind. Ik zie veel mensen die het leven helemaal geen cadeau vinden. Ik ben blij dat ik ondanks alles toch wel vaak van het leven kan genieten.”
7. Wat biedt u troost?
“Muziek. Mijn lief. Sociale interactie. Verbondenheid is een gevoel waar ik erg van hou. Ook al ben ik iemand die zich vaak terugtrekt. Uiteindelijk word je daar niet echt gelukkig van.
“Ik woon nu zes jaar in Gent en het valt mij op dat veel mensen elkaar hier al heel lang kennen. Het voelt een beetje als een dorp. Meer dan in Nederland heb je hier een gemeenschapsgevoel. Zo ervaar ik het toch. Ik ben wel blij dat ik van twee walletjes kan eten. Ik heb hier die hele warme fijne vriendengroep van Pieterjan (Coppejans, producer, red.), en heb mijn eigen vrienden die allemaal verspreid zitten in Nederland. Waardoor ik vaak heen en weer aan het reizen ben. Ik zit met één been in Nederland, en één been hier. Misschien ben ik iemand die graag in beweging is, dat geeft me een gevoel van vrijheid.”
8. Welke kleine alledaagse dingen kunnen u blij maken?
“Koffie en de zon die schijnt.”
9. Waar hebt u spijt van?
“Ik denk dat ik bepaalde moeilijke gesprekken veel te lang heb uitgesteld en mensen heb teleurgesteld. Ik vind het moeilijk om de confrontatie aan te gaan.
“Dat is niet het geval bij mensen bij wie ik me echt veilig voel. Naar mijn man toe ben ik heel openhartig, maar professioneel lukt dat niet altijd.”
10. Wat is uw passie?
“Het hele proces van een plaat maken, merk ik. Je moet er wel een leeg hoofd voor hebben. Vaak pas na een periode dat je hebt getoerd en de promo achter de rug is en de videoclips uit zijn, kun je voldoende rust vinden om een plaat te maken. Het lastige eraan is dat het een heel solitaire bezigheid is. Vooral het schrijven dan.
“Concreet werk ik met heel veel ideetjes tegelijk, die ik opneem, beluister, herbeluister en dan selecteer. Met tekst is het precies hetzelfde. Eerst doe ik maar wat tot er een zin komt die mooi klinkt en inhoudelijk genoeg met me doet en van daaruit ga ik continu dingen uitproberen tot ik vind dat het klopt. Dat is een langdurend proces waarin ik me helemaal kan verliezen.
“Die eerste ideetjes komen constant. Ik weet nog dat ik vroeger op de fiets melodieën zong, en dan snel naar huis moest fietsen om ze thuis op te nemen met mijn recorder. (lacht) Het is niet iets wat ik plan. Ook al kan het ook wel interessant zijn om te gaan zitten en de inspiratie te laten komen. Nick Cave deed dat: met zijn koffertje naar kantoor gaan om te schrijven. Je moet er wel van uitgaan dat 70 procent van wat je maakt toch gaat afvallen. De kans wordt natuurlijk groter dat je iets goeds maakt als je er heel veel tijd in stopt.
“Ik ga gewoon door tot ik vind dat ik er het allerbeste uitgehaald heb. Ik weet dat er veel artiesten zijn die veel vlugger tot iets komen, wat ook zijn waarde heeft. Sylvie Kreusch, een vriendin van ons, is daar zo anders in. Ik vind het ook heel cool en inspirerend hoe zij werkt. Ik heb daar ook wel wat van geleerd, om te vertrekken vanuit productie, vanuit een instrumentaal idee, een groove of een sample. Er zijn geen regels, iedereen heeft zijn manier en temperament.”
11. Hoe zou u liefde definiëren?
“Voor mij heeft liefde te maken met openhartigheid. Je stelt je hart open voor iemand omdat je hem vertrouwt en dichtbij kan laten komen. De mensen met wie ik het beste contact heb, zijn de mensen met wie ik het meest openhartig kan spreken. In vriendschappen, in mijn relatie.
“Wie wie versierd heeft? Pieterjan heeft mij versierd. In het begin dacht ik: wat is dit voor een flirterige veel te knappe Belg? Die vertrouw ik niet. (lacht) Ik heb hem aanvankelijk genegeerd. Hij was zo makkelijk in de omgang en kwam zo gladjes op mij over. Ik dacht: dat doet hij te vaak. Toen we dan toch eens hebben gechat, kwam ik erachter dat hij eigenlijk wel diepgang had. Hij sneed meteen interessante onderwerpen aan. Met diepgang bedoel ik niet per se filosofisch, maar wel heel persoonlijk. Daarna hebben we elkaar opgezocht en sindsdien is het nooit meer uitgegaan.”
12. Wat vindt u erotisch?
“De zomer. Ik denk dat de zomer goed is voor mijn libido. In de zomer heb ik veel meer het gevoel dat alles leeft, dat er allerlei energieën zijn tussen mensen.
“Toch ben ik blij dat ik in een land met seizoenen woon. Ik zou ze echt niet willen missen. Pieterjan zou altijd in de zon willen leven. Dat zegt ook zoveel over hoe we zijn. Hij altijd vrolijk, en ik eerder met pieken en dalen. Iedere keer als de lente of herfst begint, roept dat herinneringen bij me op. Zonder seizoenen zou het één grote blur zijn van hetzelfde, dat zou ik saai vinden. Ergens word ik misschien wel aangetrokken tot het melancholische. Ik zou gek genoeg niet gelukkig worden van altijd maar gelukkig te zijn. Het zou als heel leeg aanvoelen voor mij. Ik heb het wel nodig, die winters en herfsten. Ik vind dat die afwisseling alles rijker en mooier maakt.”
13. Wat is de meest bijzondere plek waar u ooit de liefde bedreven hebt?
(lacht) “Bijzonder? Eerder grappig. In het magazijn van een winkel waar ik werkte. Terwijl de klanten binnen konden komen, toch even snel, met mijn vriendje van toen. Ik denk ook aan allerlei toiletten en backstages. En aan een bruiloft op een boerderij, in de tuin van de buren tussen de struiken.
“Of ik dat nu nog zou doen? Nee, daarvoor ben ik te beroemd geworden. En iedereen heeft tegenwoordig een camera op zak. (lacht) Dit is echt de keerzijde van de medaille, dat ik nu geen gekke dingen meer kan doen.” (lacht)
14. Wat is uw grootste angst?
“Om Pieterjan te verliezen. Dat zou allesverwoestend zijn.”
15. Wanneer hebt u het laatst gehuild?
“Gisteren, denk ik. Dat is niet superzeldzaam. Four seasons in one day, ja. (lacht) Ken je het nummer? Van Crowded House. Een van mijn lievelingsbands.
“Ik ben veel emotioneler geworden. Lang geleden heb ik een relatie gehad met iemand die zelf heel emotioneel was. Ik vond dat heel heftig en wist niet wat ik daarmee aan moest. Door in een zwart gat te vallen nadat het uit raakte, heb ik geleerd om mijn emoties minder te onderdrukken. Je hoeft je daar ook niet voor te schamen. Het uiten van emoties wordt nog vaak als iets negatiefs gezien, terwijl ik denk dat veel mensen daar baat bij zouden kunnen hebben. Er is zoveel stoer gedoe waar je niet veel aan hebt. Gelukkig is dat ook aan het veranderen en wordt vrouwelijkheid nu meer gewaardeerd. Volgens mij worden we allemaal wel een beetje meer softies.”
16. Bent u ooit door het lint gegaan?
“Ooit tijdens een discussie met mijn vriend over racisme, waar we helemaal verstrikt in raakten. Meer zal ik er niet over zeggen. Ik heb toen de tafel omgegooid.”
17. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?
“Nee, niet echt, maar wel wat je een spirituele ervaring kunt noemen. Ik heb nooit lsd genomen, maar heb wel ervaren dat een trip met truffels, die je in Nederland vrij in de smartshop kunt kopen, je een losser mens kan maken. Minder krampachtig, dat geldt voor mij tenminste. Ik werd veel intuïtiever, alsof ik veel beter de vinger op de juiste plek kon leggen. Je voelt ook een enorme verbondenheid met de natuur, alsof je opgenomen wordt in een groter geheel. Ik denk wel dat je zo tot inzichten kunt komen. Niet dat je dan de hele wereld begrijpt, wel dat je na afloop een interessante nieuwe kijk hebt op de realiteit, die je meeneemt in je bagage. Een extra stemmetje in je hoofd, waardoor je de dingen toch beter kunt plaatsen.
“Nu, je moet voorzichtig blijven, want je kunt altijd een bad trip hebben. Het zou goed zijn mocht het gebruik ervan gereguleerd worden en in goede banen geleid.”
18. Welk moment zou u graag herbeleven?
“Een festival waar we met mijn oude band speelden, Down The Rabbit Hole. Dat was misschien wel het leukste weekend van mijn leven. Een paar heel goede acts gezien, en een heel leuke groep waarmee ik op pad was. Ik had toen een camper. Ik herinner me dat het keihard regende en terwijl iedereen in van die tentjes zat, zaten wij binnen gezellig koffie te drinken.
“Kamperen in zo’n ding is superleuk. Ik ben op dat vlak echt een Hollander. Het is heel fijn om een minihuis te hebben en ermee rond te rijden. Je hebt zo weinig nodig. Ik kan het iedereen aanraden.”
19. Hoe voelt u zich in uw lichaam?
“Goed. Ik ben nu achttien weken zwanger en vind het heel bijzonder om te merken wat dat met je lijf doet. De eerste maanden waren qua vermoeidheid en misselijkheid behoorlijk pittig, maar nu voel ik me goed en rustig. Mijn ingewanden zitten wel nogal hoog boven in mijn buik nu, geloof ik. Daar had ik nooit bij stilgestaan, dat zich dat allemaal zou verplaatsen. (lacht) En mijn buikspieren zijn nergens meer te bekennen. Maar goed, ik ben vooral gelukkig dat er een kind aankomt.
“Vroeger kon ik heel onzeker zijn over mijn lichaam. Ik was nog maar 10 en vond mezelf al te dik. Wat nergens op sloeg. Ik keek duidelijk te veel naar modellen op, naar The Spice Girls en zo. Als ik nu naar foto’s van mezelf kijk toen ik me zo lelijk voelde, zie ik alleen maar een dun sprietje.” (lacht)
20. Waarover bent u de laatste tijd dieper gaan nadenken?
“Uiteraard over corona. Er wordt ontzettend veel geklaagd, terwijl we het goed hebben en we van geluk mogen spreken dat we in een land met een uitstekende gezondheidszorg en zoveel sociale steun leven. We moeten beseffen dat waar wij wonen niet het centrum van de wereld is. Wij behoren tot een klein groepje, de rijken van de wereld. Ik kom uit een bijstandsgezin, ik besef zo goed dat er zoveel landen zijn waar er geen maatschappelijk vangnet is en waar er nog veel grotere ongelijkheid bestaat dan hier. Waar je het moet hebben van hulp van familie en je community. Je zult nu maar in India zitten of in Zuid-Afrika.
“Ik snap wel dat mensen kritisch zijn voor het beleid. Maar plaats het op zijn minst in perspectief. Het wordt zo erg voor lief genomen, we doen soms alsof we in een krankzinnige maatschappij leven. Alsof alles superslecht geregeld is en alle besluitvorming verkeerd is.
“Ik ben zo blij dat ik niet de beslissingen moet nemen. Je gaat altijd iemand teleurstellen. Je benadeelt altijd een groep. Ik heb soms het idee dat mensen alleen maar vanuit hun eigen tunnelvisie de wereld bekijken en niet uitzoomen en dingen in perspectief plaatsen. In die zin vind ik ons verwend. Dat is het nadeel van al onze welvaart. Je hebt kritisch zijn en ongenuanceerd klagen. Aan dat laatste stoor ik me.”
21. Hoe zou u willen sterven?
“Ik denk dat wij, mijn generatie bedoel ik, misschien wel ons overlijden gaan plannen. Misschien zal de mens op een gegeven moment zelf mogen kiezen wanneer en hoe hij mag sterven. Het belangrijkste, vind ik, is dat je in het reine bent met jezelf en de mensen om je heen.”
22. Wat zou u wensen als laatste avondmaal?
“Een Indonesische rijsttafel. Al die kleine gerechtjes. Gewoon een leuk feestmaal.”