Muziek voor de massa, niet voor kruipkelders
Op hun debuut wentelde White Lies zich in het hippe nachtduister van ‘the new romantics’, maar op Ritual breidt het Britse trio zijn horizon uit. Nog steeds overheerst monochroom zwart, maar hun songs klinken een stuk ambitieuzer, elektronischer en epischer. Ritual ligt pas op
14 januari in de rekken, maar De Morgen mocht al eens in avant-première luisteren.
Zo vreemd is die kentering natuurlijk niet: wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien. De voorbije twee jaar tourde White Lies met Kings of Leon, Muse en Coldplay - groepen die zich niet te beroerd voelden om na hun eerste successen te experimenteren met hun sound. Op To Lose My Life... legde White Lies bovendien al de eerste hand aan Ritual. De laatste twee songs ‘Nothing To Give’ en ‘The Price of Love’ vormen haast een natuurlijk brugje naar de sound op Ritual. “Niet toevallig waren dat onze meest ambitieuze songs”, knikt zanger-gitarist Harry McVeigh instemmend.
Episch en gewaagd zijn inderdaad de trefwoorden op Ritual: weg is directe aanpak van ‘Death’, ‘E.S.T.’ of ‘To Lose My Life’. “Al wilden we de woorden ‘pompeus’ en ‘narcistisch’ net zo goed angstvallig mijden”, maakt McVeigh zich sterk. De groep handelt immers nog steeds in opzwepende cold wave, maar dit keer klinkt een psychedelische toets in ‘Is Love’, terwijl ‘Strangers’ opent met het geluid van een sitar. Verder hoor je Nine Inch Nails (ten tijde van The Fragile) met ketens rammelen in ‘The Power and The Glory’ en vist de groep met ‘Peace & Quiet’ in de gitzwarte vijver waar de Depeche Mode van Violator haar vislijn te weken legde.
Geen wonder dat de legendarische producer-mixer Alan Moulder in zee ging met de groep: “Zijn invloed is duidelijk hoorbaar op de nieuwe plaat”, geeft McVeigh toe. “Wat hij deed met Depeche Mode, Smashing Pumpkins of Nine Inch Nails was dan ook briljant. Hoe we elkaar leerden kennen? Alan mixte ons debuut af, maar vond ons zo goed dat hij nu producer wilde zijn. Een hele eer, want we zijn misschien de negende of tiende band die hij onder zijn vleugels neemt.”
“We hebben altijd ‘grootse muziek’ willen maken”, vervolgt McVeigh. “De meeste muzikanten schamen zich voor zo’n bekentenis, maar onze muziek werkt nu eenmaal het best als we een connectie maken met een massa publiek. We maken geen songs om in kruipkeldertjes te spelen.”
Over ‘connectie’ gesproken: in ‘Holy Ghost’ horen we McVeigh “who told you to sell your sex like that?” vragen, een referentie aan groupies, lijkt het. “De ware toedracht kan alleen onze tekstschrijver Charles Cave vertellen”, ontwijkt McVeigh met een grijns. “Maar in mijn ogen gaat die song over intimi die je ziet veranderen.
“Religie is ook een belangrijk thema in ‘Holy Ghost’: spiritualiteit vond zijn weg naar de hele plaat trouwens. Eén liedje lieten we je nu nog niet horen, ‘Turn the Bells’, maar dat gaat over Charles’ trip in Tibet. Het is onze meest experimentele song ooit, met een heel diepe tekst. Yep, wie had dat verwacht van jongetjes die vroeger liedjes schreven over hun huisdieren. (lacht)”