NieuwsEthiopië
‘Moordpartij bij etnisch conflict in Ethiopië’, mogelijk honderden burgerdoden
Het etnische conflict in het westen van Ethiopië is de afgelopen dagen verder geëscaleerd. Bij een aanval in de Oromia-regio zijn mogelijk honderden burgers gedood, maar veel is nog onduidelijk.
In het westen van Ethiopië wordt al weken gevochten tussen de lokale rebellengroep OLA en het Ethiopische federale leger. Afgelopen zaterdag zouden er volgens verschillende bronnen honderden Amharen in het gebied zijn vermoord. De Amharen vormen de op een na grootste etnische groep van Ethiopië. De gevechten maken deel uit van de bloedige strijd waarin de Ethiopische overheid en verschillende etnische groepen verwikkeld zijn.
De moordpartij vond plaats in de omgeving van Gimbi en Tole, twee dorpen die een paar honderd kilometer westelijk van hoofdstad Addis Abeba liggen, in de Oromia-regio. Een dorpeling vertelde aan journalisten van persbureau DPA dat er vooral vrouwen, kinderen en ouderen zijn doodgeschoten.
Volgens de ooggetuige, die zich na de aanvallen verstopte in de nabijgelegen bossen, zijn de moorden gepleegd door het Oromo-bevrijdingsleger (OLA), een gewapende groep die vorig jaar nog door de Ethiopische regering werd aangemerkt als een terreurorganisatie, nadat de OLA-militanten een samenwerking met het Tigrese Volksbevrijdingsfront (TPLF) had aangekondigd.
Mensenrechtencommissie
De rebellen van OLA ontkennen alle betrokkenheid. ‘Het Abiy-regime geeft het OLA opnieuw de schuld van de wreedheden die zijn begaan door zijn eigen terugtrekkende strijders’, stelt hun woordvoerder Odaa Tarbi in een statement op Twitter. Volgens hem is de aanval juist gepleegd door het nationale leger en een plaatselijke militie, nadat zij door de gewapende rebellengroep in het nauw waren gedreven.
‘Er wordt al weken gevochten in dit gebied,’ zegt Imad Abdulfetah van de aan de overheid verbonden Ethiopische Mensenrechtencommissie (EHRC), ‘dus de lokale gemeenschap weet heel goed welke strijders bij welke groep horen’. Zijn collega’s spraken telefonisch met dorpoudsten en nabestaanden van de slachtoffers, die volgens Abdulfetah allen zeiden dat alle moorden werden gepleegd door OLA.
Toch stelt Abdulfetah dat zijn collega’s van de mensenrechtencommissie nog naar het gebied moet afreizen om meer onderzoek naar de moorden te doen. ‘We zijn nog niet ter plaatse vanwege de slechte veiligheidssituatie,’ zegt hij, ‘dus we hebben nog geen bewijs verzameld. We kunnen daarom ook nog niet uitsluiten dat er ook slachtoffers zijn gemaakt door andere strijdende partijen.’
Als het aan Tarbi van het Oromo-bevrijdingsleger ligt, komt dat onderzoek van de mensenrechtencommissie er helemaal niet. ‘De mensenrechtencommissie van het regime heeft bewezen te partijdig te zijn om iemand ter verantwoording te roepen’, stelt hij op Twitter. De rebellengroep wil daarom dat er een onafhankelijk onderzoek naar de moorden komt.
Langlopende oorlog
De moordpartij in Oromia is één van de bloedigste aanvallen sinds de oorlog in november 2020 begon, toen de federale Ethiopische regering van premier Abiy Ahmed probeerde de opstand van het Tigrese Volksbevrijdingsfront (TPLF) de kop in te drukken. Sindsdien zijn etnische spanningen en de daarbij horende conflicten een probleem in meerdere regio’s van Ethiopië, met de langlopende oorlog in Tigray als bekendste voorbeeld. Honderdduizenden mensen kwamen al om het leven.
‘Dit soort aanvallen komen steeds opnieuw voor’, concludeert Abdulfetah van de Ethiopische mensenrechtencommissie. ‘De belangrijkste slachtoffers van deze gevechten tussen de overheid en de rebellengroepen zijn burgers. We roepen alle partijen wederom op om de noodzakelijke maatregelen te nemen en tot een blijvende oplossing te komen.’