Vrijdag 02/06/2023

AchtergrondVredesbeweging

‘Moeten we er echt van wakker liggen? Ja dus’: waarom ze wel in Berlijn, maar niet in Brussel massaal betogen voor vrede in Oekraïne

null Beeld sammy slabinck
Beeld sammy slabinck

Vredesorganisaties veroordelen de oorlog in Oekraïne scherp, maar in tegenstelling tot de Koude Oorlog en de Irak-conflicten krijgen ze onze burgers niet meer massaal op de been. ‘Als politici geen druk van onderuit voelen verandert het beleid niet’.

Maarten Rabaey

Afgelopen weekend betoogden in Brussel nauwelijks vijfduizend mensen om aandacht voor Oekraïne. Er waren meer Oekraïense en andere Oost-Europese inwoners van ons land dan doordeweekse burgers te zien. In Berlijn daarentegen kwamen al tijdens het eerste weekend van het conflict meteen honderdduizend mensen op straat.

Waarom betogen hier nu meer mensen voor het klimaat of de afschaffing van de coronapas? We leggen de vraag voor aan oudgedienden van de vredesbeweging.

We beginnen bij de Antwerpse politicoloog Tom Sauer (UA), lid van de raad van bestuur van het Vlaams Vredesinstituut. Hij kent door zijn expertise rond internationale wapenbeheersing de vredesbeweging in binnen- en buitenland erg goed. Volgens hem is er meer aan de hand dan alleen de coronacrisis die mensen lang verhinderde bij elkaar te komen.

“Het valt inderdaad op. De urgentie is afwezig”, zegt hij. “Mensen zijn vandaag welvarender en materialistischer dan idealistisch. Iets liken op sociale media is voor velen makkelijker om het gemoed te sussen dan spandoeken maken om op straat te komen. Toen er protesten uitbraken tegen de Irak-oorlog in 2003, kwamen er nog 75.000 mensen op straat. Of misschien komt het omdat we toen nog het idee hadden dat we onze eigen, democratische, regeringen konden beïnvloeden om druk uit te oefenen op de Amerikaanse president George W. Bush?

“Bij velen leeft misschien het besef dat de Russische president Poetin zijn oorlog niet stopt als wij op straat komen. Toch zou je volgens mij wel kunnen zeggen: we protesteren in brede zin tegen oorlog. Begin februari, voor het conflict, was er eens een poging voor zo’n manifestatie aan het Centraal Station in Brussel. Daar kwam nog nauwelijks honderd man op af.”

Annemarie Gielen was een van die weinige demonstranten, zowel op de twee voorgaande manifestaties van de vredesbeweging als die van de Oekraïense gemeenschap. Als bewegingswerker conflictgebieden van de katholieke vredesbeweging Pax Christi zag ze er bedroevend weinig van haar activisten. “Er was niet veel volk uit het politieke midden, zoals wij”, zegt ze. “Er waren vooral radicaal-linkse activisten die slogans scandeerden tegen de NAVO en Amerikaanse inmenging terwijl wij het toch breder bekijken. Ja, ook wij plaatsen kritische kanttekeningen bij de militarisering van conflictbeheersing en het opbod van defensiebudgetten, maar wij denken in deze situatie in de eerste plaats aan de vredelievende burgerbevolking van Oekraïne én Rusland.

“Onze vraag is hoe je globaal het best burgers tegen dreigingen kunt beschermen. Liever dan militaire inzet ijveren we voor grotere inspanningen op het gebied van diplomatieke bemiddeling – concrete maatregelen waarmee je de oorzaken van een gewapend conflict kunt wegnemen.”

Die aanpak blijkt dikwijls al te complex voor slogans waarvoor je de brede bevolking warm kunt maken. Gielen: “Preventieve of diplomatieke actie brengt altijd minder volk op de been. Het is misschien cynisch om dat zo uit te drukken, maar de publieke opinie komt meestal pas op straat als er doden vallen en dat op televisie of sociale media te zien is.”

“Op klimaatmarsen zie je nu soms 60.000 mensen. Dat is ook niet van de ene dag op de andere gebeurd. Zoals je rond de oren wordt geslagen met duurzaamheid, zal de ‘oorlog of vrede’-vraag nu ook wel doordringen tot de bevolking, ook bij jongeren. Het begint nu toch te leven. Er zijn al mensen die ons mailen met de vraag wat ze kunnen doen. Er zijn dus wel degelijk Belgen die ervan wakker liggen. Er worden nu ook veel lokale vredesinitiatieven op het getouw gezet: in kerken, op pleinen, in sportclubs, de beiaarden die dit weekend speelden... De vele solidariteitsacties voor hulp aan vluchtelingen spreken ook voor zich.”

Ver-van-mijn-bedshow

Toch blijft het contrast met de betogingen tegen de plaatsing van kernraketten in de jaren 1980 nog altijd enorm groot. Daar kwamen telkens honderdduizenden mensen op af.

Op 23 oktober 1983 kwamen in Brussel 400.000 mensen op straat tegen kernwapens. Het was de grootste betoging ooit in België.  Beeld BELGA
Op 23 oktober 1983 kwamen in Brussel 400.000 mensen op straat tegen kernwapens. Het was de grootste betoging ooit in België.Beeld BELGA

Sauer: “De massademonstraties uit de jaren tachtig waren uitzonderlijk. Er leefde toen een reële én langdurige schrik voor een kernoorlog in Europa. De betoging tegen de kernraketten ontstond na de beslissing dat er ook bij ons Amerikaanse middellangeafstandsraketten zouden worden geïnstalleerd, wat van ons ook een doelwit maakte voor de strijdkrachten van de toenmalige Sovjet-Unie. Deze betogingen dreven echt op de diepste emotie: angst. Geen enkele organisatie hoefde daar zelfs op in te spelen. De mensen kwamen spontaan in Brussel betogen. Vandaag ziet een groot deel van de bevolking de oorlog in Oekraïne nog steeds te veel als een ver-van-mijn-bedshow.”

Nochtans is het dat niet meer. Rusland beschikt nog altijd over een arsenaal van langeafstandsraketten, waaronder vele met nucleaire ladingen. De Russische president Poetin dreigde vorige week onverbloemd met kernwapens – mocht het ook tot een grootschalige oorlog met de NAVO komen.

“De mensen beseffen niet meer dat er ook nu nog kernraketten op ons gericht zijn”, zegt Sauer, verwijzend naar het politieke NAVO-hoofdkwartier in Evere en het militaire opperbevel (SHAPE) in Bergen. “Er wordt gedacht: ach, die kernwapens zijn al zeventig jaar niet meer gebruikt, waarom nu dan plots wel? Moeten we er echt van wakker liggen? Ja dus.”

Doomsday Clock

“Het is geen toeval dat de Federation of American Scientists recent haar Doomsday Clock, een waarschuwingsmechanisme voor de kans op een nucleair conflict, nog voor de oorlog begon al op honderd seconden voor middernacht heeft gezet. Dat is nog nooit gebeurd, ook niet tijdens de Koude Oorlog. Het gaat eigenlijk de foute kant op sinds zowel de VS als Rusland historische ontwapeningsverdragen opzegden. In de plaats daarvan werden de nucleaire arsenalen allemaal gemoderniseerd.

“De kans bestaat nu zelfs dat Poetin binnenkort ook tactische kleine kernwapens naar Wit-Rusland zal brengen en ze zal gebruiken als dreiging om ook NAVO-lidstaten als België te vragen de Amerikaanse kernwapens op Kleine Brogel weg te halen. Er is dus echt wel nood aan een brede oproep tot wapenbeheersing, waartoe ook oud-NAVO-secretaris-generaal Claes opriep, of worstcasescenario’s dreigen werkelijkheid te worden.”

Gielen: “Kernwapens zijn wel een moeilijk thema om de bevolking te mobiliseren. In de jaren zeventig en tachtig ging er wel elke avond iemand daarover spreken in een dorp of parochiecentrum. Mijn collega’s van toen waren daar jaren mee bezig. Vandaag komen mensen minder samen in zaaltjes. Ze gaan veel makkelijker via Facebook een filmpje delen of online een petitie tekenen. Dan nog merken we dat veel van onze leden denken dat wat ze doen geen effect meer heeft. De politiek luistert te weinig, vinden ze. Ja, er is toch een soort moedeloosheid ontstaan. Een jaar of dertig à veertig geleden was er nog meer koppeling tussen het middenveld en onze politici.”

Sauer: “De betrokkenheid van de burgers is door de oorlog in Oekraïne nu wel weer verhoogd, maar je merkt ook dat de eerste reactie is ingegeven door schrik voor zichzelf. Ze trekken eerst naar de apotheker om jodiumpillen te halen – geen wondermiddel trouwens en al zeker niet als je ouder bent dan 40. Als je echt iets aan de nucleaire dreiging wil doen, zou je beter onze eigen politici aanspreken, aangezien ons land een van de weinige landen in de wereld is die nog tactische kernwapens uit de Koude Oorlog huisvest. Als politici geen druk van onderuit voelen, verandert het beleid niet.”

Geliefkoosde schietschijf

Tijdens de kernrakettenbetogingen van de rumoerige eighties was de verzuiling van de samenleving in België veel groter, en ook dat speelde een rol. Sauer: “Vroeger kreeg de vredesbeweging openlijk steun van het brede maatschappelijke middenveld, van de progressieve kerk tot linkse, christelijke en liberale vakbonden, van intellectuelen tot politici”, zegt Sauer. “Zelfs de Vlaamse beweging had haar neutrale IJzertoren-pacifisme, gestoeld op de historische ‘nooit meer oorlog’-gedachte van na WO I. Dat is grotendeels verdwenen.”

Er is ook kritiek dat sommige vredesactivisten vandaag nog te veel in de sixties blijven steken, toen de vredesbeweging door de anti-Vietnamoorlogprotesten zeer ideologisch werd en vooral linkse bewegingen van ‘het Amerikaanse imperialisme’ een geliefkoosde schietschijf maakten. Terwijl het nieuwe imperialisme vandaag in Moskou en Peking broeit.

“Westerse antioorlogcampagnevoerders zijn er niet in geslaagd om Ruslands afdaling naar extreem nationalisme en kleptocratie te zien”, schreef de Zweedse start-upondernemer Anders Östlund, woonachtig in Kiev, onlangs in een vlammende open brief aan de internationale vredesbeweging. “Rusland voerde al oorlog tegen Georgië in 2008 en vecht tegen Oekraïne sinds 2014. Het is een bekende agressor. Waarom zijn er in het Westen geen massaprotesten tegen hén?”, schreef hij voor de denktank CEPA, en hekelde de ooit invloedrijke Britse Stop the War Coalition die niet verder kwam dan een veroordeling van “de verslaving aan oorlog van het Britse establishment”. “Ze vermelden zelfs niet eens de dreiging tegenover Oekraïne”, stelde hij lijdzaam vast.

Illustratief was hoe zelfs de Britse Labour-leider Keir Starmer zich genoodzaakt zag fel uit te halen naar de beweging die historisch nauw aanleunt bij zijn partij, en waar zijn voorganger Jeremy Corbyn nog steeds bij betrokken is. “Er is niets progressiefs aan het tonen van solidariteit met de agressor”, zei Starmer, “terwijl onze bondgenoten onze solidariteit en praktische steun nodig hebben.”

Door Poetins oorlog wagen ook hier nog weinigen zich aan een oproep om naar ontwapening of wapenbeheersing te streven. Wanneer een organisatie als de militant-linkse Vrede vzw dat wel doet – en daarbij haar slogans ook op de NAVO richt – krijgen ze op sociale media al snel het verwijt dat ze de kaart van Poetin trekken.

Sauer: “Vrede vzw zou natuurlijk even hard of harder moeten ageren tegen wat Poetin vandaag aan het doen is (en dat deden ze pas de dag van de invasie voor het eerst, red.) maar, net zoals veel academici in mijn domein, deel ik wel hun analyse dat de oorzaak van Poetins huidige houding wortelt in het jarenlange negeren van de Russische veiligheidsbezorgdheden. De NAVO-uitbreiding en vooral een toekomstig lidmaatschap van Georgië en Oekraïne, wat op een top in Boekarest in 2008 toch op papier werd gezet, was nu eenmaal een rode lijn voor Moskou. We wisten dat. Dit is een boemerang die eigenlijk nu pas vol in ons gezicht komt.

“We moeten ook in eigen boezem durven te kijken. Dat is een punt waar de vredesbeweging ons publieke debat best aan mag herinneren. Als je met een grote focus kijkt, kom je altijd terug bij de dieperliggende oorzaak: de huidige Europese veiligheidsorde waarin Rusland geen plaats vond. Dat debat blijft een groot spanningsveld, ook voor de vredesbeweging. Dat maakt het uiteraard allemaal moeilijker om met een eensgezinde, genuanceerde boodschap naar buiten te komen.”

Gielen wijst er in dat verband op dat een vredesbetoging niet noodzakelijk tégen deze of gene partij hoeft te zijn maar je ook gewoon kunt manifesteren voor een vredelievende oplossing, het liefst in overleg met betrokkenen in een conflictregio – in dit geval de Oekraïense en Russische vredesorganisaties of civiele samenleving bijvoorbeeld.

Russische vredesbeweging monddood gemaakt

“Wij hebben goede contacten gelegd in zowel Oekraïne als Rusland”, zegt ze. “In Oekraïne hebben we veel contacten met zuster- en broederordes of bisschoppen die tijdens de protesten op het Maidanplein in 2014 al veel engagement toonden. Net voor de oorlog uitbrak, wilden we met hen en onze vredespartners in Moskou online een meeting organiseren, maar door de situatie in Rusland lukte dat niet meer.”

Er stelde zich nog een ander probleem. Poetins invasie van Oekraïne zette ook de spanningen tussen de vredesbewegingen van de betrokken landen op scherp. Gielen: “Wat onze contacten vandaag bemoeilijkt, is dat de Russen die ik spreek zich allemaal als daders bestempeld voelen. De Oekraïense vredesbeweging verwijt hen dat ze onvoldoende op straat komen tegen de oorlog… Toch is daar een goede verklaring voor. De nieuwe Russische ngo-wet maakt dat onmogelijk. Veel organisaties hielden al op te bestaan. Zelfs gevestigde organisaties als de mensenrechtenorganisatie Memoriaal werden recent door Poetin gesloten. Dan schieten alleen kleine garnaaltjes over die weinig gewicht hebben. De Russische overheid heeft de civiele samenleving al een hele tijd monddood gemaakt. Daarom is het voor de Russische vredesbeweging moeilijk om hier zichtbaar te zijn. Gelukkig proberen sinds de oorlog duizenden Russen, veelal jongeren, nu toch om te protesteren en dat in de mate van het mogelijke op sociale media te posten. De repressie is er wel zo erg dat ze snel opgepakt worden als ze hun vredesengagement uiten.”

Betoging van Oekraïners aan de Russische ambassade in Brussel eind vorige maand. Beeld Marc Baert
Betoging van Oekraïners aan de Russische ambassade in Brussel eind vorige maand.Beeld Marc Baert

De vrees voor repressie speelt zelfs in België, vertelt Gielen. “We zagen dat destijds al tijdens betogingen tegen de oorlogen in Tsjetsjenië en Syrië”, zegt ze. “Wanneer we manifesteren voor de Russische ambassade haken mensen met Russische of Oost-Europese familiewortels af uit schrik dat hun namen er bekend zouden worden.”

Discrete contacten die een vredesdialoog gaande houden, lonen vandaag dus soms meer dan publieke manifestaties met slogans, eigenlijk net zoals in de Koude Oorlog. En daar kunnen we uit leren, zegt Sauer. Zo is hij zelf al jaren lid van de expertenorganisatie Pugwash, oud-Nobelprijswinnaars voor de Vrede ook, die sinds de Koude Oorlog wetenschappers van beide kanten van het IJzeren Gordijn bij elkaar brengt met wapenbeheersing en nucleaire ontwapening als hun doel.

“Meer dan ooit zijn dit soort organisaties relevant”, zegt hij. “Er zijn tussen wetenschappers contacten op individueel niveau nodig, want dan kan de oplossing van binnenuit komen”, zegt hij, en pleit ervoor dat de vredesbeweging ook om contacten tussen militairen vraagt. “Het was een fout om de formele NAVO-Rusland Raad stop te zetten op het moment dat je die eigenlijk het hardst nodig hebt. Ik vond dat bizar. De instellingen voor overleg bestaan, maar worden niet gebruikt, terwijl ze de mogelijkheid bieden om een westers defensiebondgenootschap te doen evolueren naar een collectieve veiligheidsorganisatie waarbij je zowel Oekraïners als Russen betrekt.”

Gielen treedt Sauer hier volmondig bij. “Onze vraag moet nu al zijn: hoe kunnen we na de oorlog met de twee landen verder in onze gedeelde Europese ruimte? Hoe kunnen we spanningen wegnemen? We moeten samen zoeken naar antwoorden, in het belang van veiligheid en samenwerking in Europa. Net zoals de de diplomatie moet de vredesbeweging daarvoor ijveren.”

Wie alsnog onderhandelingen bepleit, krijgt nu al snel waarschuwingen dat ze het risico lopen om te eindigen zoals Neville Chamberlain. Die Britse premier was in 1938 te naïef in zijn toenaderingspogingen tot Adolf Hitler en stemde op de Conferentie van München in met de annexatie van toenmalig Tsjecho-Slowaaks Sudetenland “in ruil voor vrede op het continent”. Daarna begon de Duitse nazidictator alsnog een wereldoorlog.

Toch mag volgens Sauer de aard van een regime een vredesdialoog of -beweging nooit in de weg staan. “Kijk naar de Verenigde Naties”, zegt hij. “Zij bestaan voor de helft uit dictaturen! In zekere zin zijn zelfs EU-lidstaten als Polen en Hongarije geen perfecte democratieën meer. Vanuit mensenrechtenperspectief moet je natuurlijk elke mogelijke schending blijven veroordelen, maar vanuit een orde- en stabiliteitsoogpunt kun je niet anders dan goede relaties met alle grootmachten blijven bepleiten. Je moet eindigen bij compromissen, op een dag zelfs met Rusland. Ik blijf ervan overtuigd dat je via de vele contacten die je opbouwt en tijdens het voeren van dialoog je mensenrechtenwaarden en vredesinitiatieven ook doorsijpelen naar deze landen.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234