Moeten de dronkenlap en de roker hun ziektekosten terugbetaald krijgen?
Mensen die lijden aan ziektes waarvoor ze zelf verantwoordelijk zijn, moeten volgens sommigen zelf voor de kosten opdraaien. Ignaas Devisch, professor medische filosofie en ethiek, Universiteit Gent, en Wim Van Lancker, verbonden aan het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, Universiteit Antwerpen, vragen zich af waarvoor we mensen verantwoordelijk houden waarvoor niet.
De resultaten van een enquête over gezondheidszorg en leefstijl die door de Vlaamse studiedienst wereldkundig werden gemaakt, zijn het voorwerp van een verhit maar belangrijk debat. Twee vaststellingen zijn daarbij cruciaal: 1) Een vierde van de Vlamingen vindt dat de ziekenhuiskosten na een ongeval niet moeten worden terugbetaald voor wie gedronken heeft. 2) Haast niemand van de Vlamingen vindt dat wie genetisch voorbestemd is om een ziekte te krijgen meer zou moeten betalen aan de ziekteverzekering. Dat is de perfecte illustratie van het debat: waarvoor houden we mensen persoonlijk verantwoordelijk, en waarvoor niet? En hoe gaan we daar als samenleving mee om?
Voor steeds meer mensen is het blijkbaar een aantrekkelijk idee: voor wie lijdt aan ziektes waarvoor men zelf verantwoordelijk kan zijn, moet de samenleving niet opdraaien. De dronkenlap, de roker, de veelvraat, de onveilige vrijer, zij verdienen het niet langer om hun ziektekosten terugbetaald te krijgen, toch? Behalve dat die clichés natuurlijk nooit als zodanig bestaan, zijn er in dit debat bijzonder veel bezwaren om vlot mee te stappen in deze 'meritocratische logica'. We geven er enkele.
Verslavend eten
Ofschoon we vandaag de dag autonomie hoog in het vaandel dragen, bestaan er nog altijd heel wat externe factoren waarvoor we niet verantwoordelijk zijn. Wanneer bijvoorbeeld de samenstelling van ons voedsel ervoor zorgt dat we eraan verslaafd geraken, in hoeverre is dat dan onze eigen verantwoordelijkheid? Juist, wij consumeren zelf, dat spreekt, maar we krijgen hier toch een flink duwtje in de rug. Zoals recent in een artikel in The New York Times is beschreven ("The extraordinary science of junk food") wordt in heel wat junkfood de balans tussen zout, suiker en vet zo geoptimaliseerd dat het even verslavend wordt als drugs. Geen detail is dat: de samenleving en de markt stimuleren nog steeds het maken van ongezonde keuzes.
Vervolgens leidt eenzelfde eetgedrag bij verschillende mensen niet altijd tot dezelfde leefstijlziekten. Sommige mensen hebben geluk en zijn er minder vatbaar voor; anderen hebben pech en krijgen al snel te kampen met overgewicht, omwille van genetische aanleg of wat ook meer. En zelfs al ligt leefstijl aan de basis van overgewicht, er bestaat nog steeds grote onduidelijkheid over de precieze oorzaken: is het nu vet, of toch suiker, of allebei? We weten wel een beetje wat heel erg ongezond is, maar daarna is het vooral een grijze zone.
Op vlak van gezondheid kunnen we daarom concluderen dat sommige zaken zeer ongezond zijn, maar dat er daarnaast geen duidelijke een-op-eenrelatie bestaat tussen ons voedingspatroon en het zich voordoen van ziektes. Bovendien maakt de wijze waarop onze samenleving is georganiseerd de ongezonde keuzes veel makkelijker dan de gezonde. Dat is geen excuus om mensen van alle verantwoordelijkheid te ontslaan, wel een belangrijke nuance in het denken over persoonlijke verantwoordelijkheid.
Dat brengt ons vanzelf bij de complexe verhouding tussen persoonlijke verantwoordelijkheid en leefstijl. Het is simpelweg niet mogelijk om op individueel niveau te onderscheiden waar de omstandigheden stoppen en de persoonlijke verantwoordelijkheid begint. Hoe zou het ook? We zijn niet in staat om elke genomen beslissing te isoleren en daar het deeltje uit te halen waarvoor men persoonlijk verantwoordelijk is. Op het niveau van de samenleving daarentegen kunnen we wel duidelijk aantonen dat een groot deel van de maatschappelijke fenomenen die we makkelijk toeschrijven aan het gedrag van een individu, gebonden is aan zeer hardnekkige klassenverschillen.
Ongelijk verdeeld
Of het nu gaat om roken, obesitas, spijbelen, of meer algemeen gezondheid en levensverwachting; ze hangen allemaal samen met sociale ongelijkheid. Wie zich onderaan de inkomensladder bevindt, is over het algemeen ongezonder en heeft minder toegang tot gezond voedsel. Die gezondheidskloof ontstaat zelfs al voor de geboorte. En we weten dat de toegang tot gezondheidszorg eveneens ongelijk is verdeeld: wie minder middelen heeft, gaat minder naar de dokter; al zeker niet naar een diëtist. Als diezelfde samenleving vervolgens schromelijk faalt in het opzetten van een degelijk preventief beleid, wie is dan waarvoor verantwoordelijk?
Eenzijdig mensen persoonlijk verantwoordelijk achten voor hun leefstijl, miskent een cruciaal gegeven in het hele debat: zoals een samenleving centen verdeelt, zo verdeelt ze ook kansen en gezondheid. Op beide vlakken faalt onze samenleving schromelijk. Het is dus niet het kwetsbare individu, maar de samenleving zelf die een verantwoordelijkheid te dragen heeft door een gezondheidszorg te organiseren die de verantwoordelijkheid van mensen over hun eigen gezondheid kan versterken, eerder dan de uitsluiting nog erger te maken dan ze nu al is.
Of het nu gaat om roken, obesitas, spijbelen, of meer algemeen gezondheid en levensverwachting; ze hangen allemaal samen met sociale ongelijkheid