NieuwsHoger onderwijs
Moet unief duurder worden? ‘De situatie is onhoudbaar’
De Vlaamse rectoren zijn het erover eens: het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs zal vroeg of laat omhoog moeten. In ruil horen er wel dan wel meer studiebeurzen te komen. ‘Men hoeft geen rekenwonder te zijn om in te zien dat de situatie onhoudbaar is.’
Moet het inschrijvingsgeld aan de universiteiten en hogescholen omhoog? Het idee leeft alleszins onder de Vlaamse universitaire rectoren. In een weekendinterview met De Morgen suggereerde Herman Van Goethem, rector van de Universiteit Antwerpen, dat het bedrag best wel wat opgetrokken kan worden. “Maar alleen voor groepen die dat redelijk probleemloos kunnen betalen.”
Eind vorig jaar opperde Luc Sels, rector aan de KU Leuven, hetzelfde idee. Ook Rik Van de Walle, rector van de UGent, is het idee genegen, zegt hij in een opiniestuk dat maandag in deze krant verschijnt.
Alle drie benadrukken ze dat het extra studiegeld niet louter gebruikt mag worden om de inkomsten van de universiteiten en hogescholen te stutten. Als het studiegeld opgetrokken wordt, moeten ook de studiebeurzen gevoelig uitgebreid worden. Meer studenten moeten een beurs kunnen krijgen, klinkt het. En die beurzen moeten ook hoger liggen, zodat voor die studenten het inschrijvingsgeld verder omlaag gaat.
“Twintig procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. De 20 procent daarboven heeft het ook erg lastig, maar wordt volstrekt gelijk behandeld als mensen met een mooi inkomen zoals ik”, zegt Van Goethem. Door het inschrijvingsgeld op te trekken voor de hogere inkomens kan het omlaag voor mensen die het met minder moeten rooien.
Vanaf volgend academiejaar betalen studenten 1.092 euro voor een studiejaar in het hoger onderwijs. Voor Van Goethem kan dat opgetrokken worden naar zo’n 2.000 euro voor de 60 procent hoogste inkomens. Sels houdt het op een verhoging van zo’n 300 à 350 euro, Van de Walle denkt aan 400 euro extra. Ter vergelijking: in Nederland betalen studenten vanaf volgens jaar 2.300 euro.
Dirk Van Damme, onderwijsexpert bij de OESO, treedt de drie rectoren alleszins bij. “Vlaanderen heeft een vrij goedkope toegang tot hoger onderwijs. Het is een moeilijke balans, maar je zou in ieder geval wel die studiebeurzen moeten optrekken. Voor wie net uit de boot valt, is het inschrijvingsgeld best stevig. Dat kan hen ontraden hun kinderen naar de universiteit of hogeschool te sturen.”
Goede herverdeling
Er is weliswaar een belangrijk tegenargument. Met ons progressief belastingsysteem is België al een land waar de welvaart erg goed herverdeeld wordt. Wie meer verdient, betaalt verhoudingsgewijs een stuk meer belastingen. Die mensen ook nog eens meer laten betalen voor onderwijs, is dan dubbelop.
Dat is de reden dat minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) niets wil weten van het idee. “We gaan het inschrijvingsgeld voor studenten toch niet nog meer laten afhangen van het inkomen van hun ouders?”, klinkt het. “Herverdeling en solidariteit gebeuren al via de fiscaliteit en sociale zekerheid. Als we werkelijk alles afhankelijk gaan maken van het inkomen, dan betalen telkens dezelfde mensen straks meer voor de sportclub, de jeugdbeweging en al de rest tot en met de hogeschool.”
Ook zonder het verzet van Weyts beseffen de rectoren: een verhoging van het studiegeld komt er niet op korte termijn. Niet alleen omdat geen enkele partij de mensen een extra factuur wil voorschotelen in de aanloop naar de verkiezingen van 2024, maar ook omdat het onderwerp vandaag gewoon niet op de agenda staat.
“Dit is geen debat dat op dit moment gevoerd wordt. Het is nu niet het aangewezen tijdstip, midden in een periode van grote economische en financiële onzekerheid”, zegt Sels. Ook Van Goethem drukt de verwachtingen. “Ik heb niet gezegd dat we het nu moeten verhogen, maar wel dat we er op termijn niet aan zullen ontkomen.”
Schromelijk ondergefinancierd
De realiteit is dat het hoger onderwijs in Vlaanderen schromelijk ondergefinancierd is. Al jaren stijgen de kosten fors, onder meer door het toenemende aantal studenten. De financiering is nauwelijks meegestegen, omdat een deel van de inkomsten niet of slechts gedeeltelijk geïndexeerd wordt.
Van de Walle rekent voor: “Waar de UGent in 2008 per student ongeveer 8.000 euro toelage ontving, is dat in 2023 nog maar 6.650 euro. Een daling met maar liefst 17 procent. Dat is eigenlijk hallucinant en onaanvaardbaar voor een regio als de onze, waar de creatie van welvaart en welzijn in belangrijke mate gebaseerd is op kwaliteitsvol onderwijs.”
“Men hoeft geen rekenwonder te zijn om in te zien dat deze situatie onhoudbaar is”, zegt de UGent-rector. Hij hekelt vooral dat de overheid haar beloftes niet nakomt wat betreft de financiering en tegelijk het inschrijvingsgeld bepaalt voor de universiteiten. “De overheid moet wel weten wat ze wil.”
“Men zit op het tandvlees, de rek is eruit”, zegt ook Van Damme. Volgens hem zijn er goede redenen te bedenken waarom iets hogere studiekosten – voor wie het kan betalen – verdedigbaar zijn. Mensen die verder gestudeerd hebben, verdienen later meer, hebben meer jobzekerheid en een betere gezondheid. “Je kunt het dus ook zien als een investering in de eigen toekomst.”
Bovendien zou het er ook voor kunnen zorgen dat studenten sneller afstuderen. “Internationaal zie je een correlatie tussen een langere studieduur en hoe goedkoop studeren is. Door het duurder te maken motiveer je studenten er alles aan te doen om te slagen.”