Woensdag 22/03/2023

AnalyseNatuurbehoud

Moet er nog zand zijn: wat als we de kust eens op een natuurlijke manier beschermden?

Zandwerken aan de kust van Oostende. Beeld Wouter Van Vooren
Zandwerken aan de kust van Oostende.Beeld Wouter Van Vooren

De massale aanvoer van zand op onze stranden moet de kust beschermen tegen zeespiegelstijging en storm. Maar is dat wel de beste manier om de kust veilig te houden? Experts pleiten voor een meer natuurlijke aanpak. ‘Een klimaatbestendige kust kan een mooiere kust zijn.’

Dieter De Cleene

“Niet zo lang geleden klotste de zee hier een beetje verder tot tegen de dijk.” We staan aan het casino van Oostende en Elias Van Quickelborne wijst in de richting van Mariakerke. “Als we geen zand zouden aanvoeren, zou dat op nog veel meer plaatsen langs de kust gebeuren. De stijgende zee vreet onze stranden weg.” Van Quickelborne coördineert hier voor het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) de versteviging van het strand.

Op het strand braakt een dikke pijpleiding een mengsel van zand en water uit. Een schip van baggeraar Jan De Nul zuigt het op zandbanken zo’n 40 kilometer verder op zee op, en vaart de klok rond af en aan. Telkens hij in de haven van Oostende aanmeert, spuwt de Alexander Von Humboldt 6.000 kubieke meter zand uit. Vanuit de haven wordt het zand via metalen buizen tot op het strand geperst. Bulldozers en graafmachines spreiden het daar verder uit. In een vijftal weken tijd moet er zo 600.000 kubieke meter zand bij komen, bijna 250 olympische zwembaden vol.

Niet iedereen is even enthousiast over die zogenoemde zandsuppleties. Volgens emeritus hoogleraar ruimtelijke planning Georges Allaert (UGent) is al dat “zand naar de zee dragen” weinig zinvol, of toch niet zoals het nu gebeurt. “Een groot deel van dat zand ben je na een tijd weer kwijt”, zegt Allaert. “Het verdwijnt terug in zee, of waait vanop het nu hoger gelegen strand makkelijker op en over de dijk, waar het voor overlast zorgt. Soms is men dagen bezig om de kustbaan vrij te maken.”

In 2011 stelde de Vlaamse regering het Masterplan Kustveiligheid voor. Het plan houdt rekening met een zeespiegelstijging tot 30 centimeter als gevolg van de klimaatverandering en heeft tot doel de kustregio tot 2050 te beschermen tegen een storm die eens in de 1.000 jaar voorkomt. Het is een situatie waarbij het water door een combinatie van springtij en storm zo’n twee meter hoger staat dan de normale hoogwaterstand, met golven tot drie meter hoog. Met modellen is doorgerekend waar bij zo’n zware storm te veel water over de dijken dreigt te slaan. Dat is niet alleen het geval hier in Oostende, maar ook in Koksijde - waar op dit moment ook zand wordt opgespoten -, Wenduine en Knokke. “De opgehoogde stranden vormen een extra buffer om de golfenergie te breken”, zegt Van Quickelborne. “En die buffer moeten we geregeld controleren en aanvullen.” Na een storm ontstaan op de opgehoogde stranden soms metershoge kliffen.

Glenn Strypsteen (KU Leuven): ‘Duinen houden zand vast én vormen een extra buffer bij storm. Bovendien zijn ze een meerwaarde voor de biodiversiteit.' Beeld Wouter Van Vooren
Glenn Strypsteen (KU Leuven): ‘Duinen houden zand vast én vormen een extra buffer bij storm. Bovendien zijn ze een meerwaarde voor de biodiversiteit.'Beeld Wouter Van Vooren

De zandsuppleties vinden telkens in het vroege voorjaar plaats. In de winter zou de woelige zee de werken bemoeilijken, en tegen de paasvakantie moeten de stranden klaar liggen voor de toeristen. Sinds de voorstelling van het Masterplan is op onze stranden al ruim 13 miljoen kubieke meter zand aangevoerd, zo blijkt uit cijfers van het MDK tot en met 2020. Goed voor een prijskaartje van bijna 129 miljoen euro. Dit jaar komt daar nog eens een kleine 1,4 miljoen kubieke meter en 17,5 miljoen euro bij.

Maar ook voor 2011 werd er al zand aangevoerd, en als je ook rekening houdt met de ruiming van weggewaaid zand en het herstel aan zandkliffen, lopen de kosten volgens berekeningen van Allaert op tot meer dan 500 miljoen. Volgens Allaert is zand aanvoeren slechts een deel van de oplossing. “Met kunstmatige riffen voor de kust, en door duinvorming te stimuleren, krijg je een natuurlijke kustverdediging die de nood aan zandsuppletie vermindert”, zegt Allaert. “Daar zijn wel wat kleinschalige proefprojecten rond, maar eigenlijk staan we op dat vlak nog nergens. Intussen blijft de burger betalen voor iets dat weinig meerwaarde biedt.”

Mossels en wormen

Voor de kust van De Panne lopen proeven met mosselbanken die dienst doen als kunstmatige riffen. “Het zijn geen golfbrekers zoals mangrovebossen”, zeg Gert Van Hoey van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), die het potentieel van de riffen onderzoekt. “Maar de banken houden het zand langer vast en stabiliseren de bodem. Dat kan ervoor zorgen dat het zand dat van het strand afslaat minder ver terug in zee verdwijnt en zo toch nuttig blijft.” Hetzelfde effect beogen de onderzoekers door de vestiging van schelpkokerwormen te bevorderen. De 30 centimeter lange wormen bouwen kokers die uit de zeebodem steken, en helpen om zand vast te houden.

null Beeld DM
Beeld DM

Een ander proefproject bevindt zich op de Oostendse oosteroever, vlak bij Fort Napoleon. Tussen plukjes helmgras is Glenn Strypsteen (KU Leuven) met een gps-meettoestel in de weer. Op een omheind stuk strand plantte hij een dik jaar geleden gras aan, om zo duinen te doen ontstaan en te onderzoeken hoe je het gras precies moet planten voor het beste resultaat. Wekelijks meet hij hoe de duin groeit. En de duin groeit goed. “In een jaar tijd is er een laag zand van ongeveer een meter dik vastgelegd.”

Strypsteen voert het experiment hier uit omdat de achterliggende dijk geregeld onder zand bedolven raakt. Een soortgelijk project in Raversijde, waar over een afstand van 750 meter gras en takkenwanden zijn gecombineerd, werpt al zijn vruchten af. “Er is nu geen overlast meer door zand dat op de tramsporen waait”, zegt Strypsteen. “We weten dat dit werkt. Duinen houden zand vast én vormen een extra buffer bij storm. Bovendien zijn ze een meerwaarde voor de biodiversiteit. Gelukkig merk je nu ook dat bij beleidsmakers de interesse groeit.”

Bij Natuurpunt, dat al langer voor meer natuurlijke vormen van kustbescherming pleit, juichen ze de experimenten toe. Maar het mag wat meer zijn, vindt Sarah Tilkin. “De aanleg van een duinengordel had al jaren geleden kunnen starten. Daarnaast is er te weinig zorg voor spontaan vormende duintjes.”

null Beeld Wouter Van Vooren
Beeld Wouter Van Vooren

Na de eerste lockdown verscheen op onze stranden her en der zeeraket, een plantje dat het begin van duinvorming kan zijn doordat zand zich errond kan ophopen, maar normaal onder de voet wordt gelopen of verdwijnt bij de reiniging van het strand. Onderzoekers van het Vlaams Instituut voor de Zee telden op sommige stranden tot 1.000 keer meer plantjes dan normaal. “De eerste lockdown heeft aangetoond dat de natuur aan onze kust veerkrachtig is”, zegt Tilkin. “Maar dan moeten spontane processen wel de kans krijgen.”

Spontane duinvorming wordt volgens Natuurpunt nu al te vaak in de kiem gesmoord. “De Vlaamse overheid geeft stranden in concessie aan de gemeenten en zou dus een beheersplan kunnen opleggen”, zegt Tilkin. “Maar dat gebeurt niet. Elke gemeente voert haar eigen beleid. En meestal is dat machinale reiniging van het strand en plat bulldozeren van de duintjes, want de burgemeesters willen een vlak strand voor de toeristen. Maar die duintjes zijn wel Europees beschermde natuur.”

Van zeezicht naar duinzicht

Onze duinengordel, als natuurlijke overgang tussen het strand en het binnenland, is versnipperd en op sommige plaatsen volledig verdwenen. “Ze komen nog voor langs ongeveer 30 kilometer van onze 65 kilometer kustlijn”, weet Strypsteen. De rest van de duinen is vervangen door een Atlantikwall van flatgebouwen en door dijken en wegen gescheiden van het strand. De natuurlijke dynamiek tussen zee, strand en duinen is daardoor niet mogelijk.

En net die natuurlijke dynamiek is de toekomst, zegt ook bioloog Patrick Meire (UAntwerpen). “Vroeger waren harde maatregelen zoals dijken de norm. Maar een dijk groeit niet mee met de stijgende zeespiegel. De zandsuppleties zijn een voorbeeld van een zachte, natuurlijke oplossing en in die zin een stap in de goede richting. Maar uiteindelijk zullen we moeten evolueren naar een veel dynamischere kust, met meer ruimte voor natuurlijke processen en duinen voor de dijk.” Is daar wel plaats voor? “Die plaats zullen we moeten maken, door het strand zeewaarts uit te breiden”, denkt Meire.

Zullen we dan tot het einde der tijden zand op onze stranden moeten gooien? “Zand is een eindige grondstof”, zegt Van Quickelborne. “De zones waar we aan zandwinning kunnen doen zijn beperkt, en er is ook zand nodig voor de bouwsector. Op lange termijn zullen we andere oplossingen moeten vinden.” Maar maatregelen zoals kunstmatige riffen aanleggen en duinvorming stimuleren, nemen de nood aan zandsuppletie niet volledig weg, tempert Van Quickelborne de verwachtingen. “Je tovert daarmee geen zand. Het kan wel helpen om te evolueren naar een systeem dat minder onderhoud nodig heeft.”

Oostende. Beeld Wouter Van Vooren
Oostende.Beeld Wouter Van Vooren

Het Masterplan moet de kust veilig houden tot 2050. Het project Kustvisie onderzoekt hoe het daarna verder moet. Doelstelling blijft de kust bestand te maken tegen een 1.000-jarige storm, maar in scenario’s die rekening houden met een zeespiegelstijging die tegen het eind van de eeuw kan oplopen tot 1, 2 en wel 3 meter - wanneer de West-Antarctische en Groenlandse ijskap versneld zouden afsmelten. Even onzeker als de uiteindelijke zeespiegelstijging zijn de benodigde maatregelen en waar de kustlijn tegen het eind van de eeuw zal liggen. De Kustvisie houdt zowel rekening met een kustlijn die ongeveer dezelfde blijft, als met een verschuiving richting zee, waarbij we dus de zee terugdringen.

De Nederlanders experimenteerden tien jaar geleden al met een zogenoemde ‘zandmotor’, een kunstmatige zandbank die bestaat uit meer dan 20 miljoen kubieke meter voor de kust gedropt zand. Het idee is dat de natuur het zand vervolgens over de stranden verspreidt, zodat de klassieke en duurdere suppleties overbodig worden. “Het nadeel is dat de natuur het zand niet altijd aflevert waar je het hebben wil”, zegt Van Quickelborne. Het Nederlandse experiment wordt met het oog op de toekomst ook bij ons aandachtig gevolgd.

De enige zekerheid is dat er een combinatie van harde en zachte maatregelen nodig zal zijn, die kunnen mee-evolueren met de zeespiegel. Zelfs de aanleg van eilanden voor de kust ligt op tafel. Een klimaatbestendige kust zou er weleens helemaal anders uit kunnen zien, en daar zal een mentaliteitswijziging voor nodig zijn, denkt Meire. “We verwachten dat we vanop de dijk de zee zien. Maar bij duinvorming voor de dijk verandert zeezicht in duinzicht. In Nederland is dat heel normaal. Meer ruimte voor natuurlijke processen betekent ook kansen voor recreatie en biodiversiteit. Het kan ons een mooiere, aantrekkelijkere kust opleveren.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234