InterviewJohn van den Heuvel
Misdaadjournalist John van den Heuvel wordt al vijf jaar beveiligd: ‘Ik weiger mijn been terug te trekken’
Al vijf jaar wordt de Nederlandse journalist John van den Heuvel dag en nacht beveiligd. Hij staat op een dodenlijst van de mocromaffia, maar weigert zijn werk neer te leggen. ‘Het moment van stoppen bepaal ik zelf.’
John van den Heuvel heeft het geloof hervonden, vertelt hij. “Ik ben in mijn jeugd in Eindhoven katholiek opgevoed en misdienaar geweest. Als kind heb ik genoeg gebeden om bepaalde dingen. Nu ik in het leven een paar flinke draaien om de oren heb gekregen, besef ik weer wat de waarde van dat geloof is. Het geeft me steun en biedt me troost.”
Die ‘draaien om de oren’ is eufemistisch uitgedrukt. Van den Heuvel wordt inmiddels al vijf jaar dag en nacht bewaakt door de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB), een onderdeel van de Nederlandse politie dat instaat voor de beveiliging van leden van het koningshuis, bedreigde politici en andere personen, zoals dus de misdaadjournalist. Dat betekent dat hij zijn vrijheid kwijt is. Elke stap die hij zet, alle afspraken die hij maakt, moeten worden doorgesproken met de beveiligers. Het heeft de spontaniteit uit zijn leven geperst. “Dit went nooit”, zegt hij. “Het is dodelijk vermoeiend.”
De extreme persoonsbeveiliging begon eind 2017, toen de veiligheidsdiensten ontdekten dat Van den Heuvel op een dodenlijst van de mocromaffia staat, aangevoerd door de bende rond Ridouan T.. Die wordt verdacht van betrokkenheid bij de moord op journalist Peter R. de Vries in juli 2021, al zit T. zelf sinds 2019 opgesloten in een zwaarbeveiligde gevangenis en ontkent hij dat.
Sindsdien wordt Van den Heuvel rondgereden in gepantserde auto’s die hem naar de redactie van de Nederlandse krant De Telegraaf brengen, de tv-studio van RTL Boulevard en naar alle andere plekken waar hij probeert zijn werk zo goed mogelijk te doen. Samen met Telegraaf-collega Bert Dijkstra schreef hij een boek over vijf jaar leven onder toezicht van de DKDB, Een lustrum lang extreme beveiliging. Ook tijdens dit interview zijn de mannen met oortjes in de buurt.
Gaat u weer naar de kerk?
“Ja, maar ik moet heel erg uitkijken met wat ik vertel over mijn leven. Ik kan al niet meer naar de sportschool, dus ik ben blij dat de kerk heel af en toe nog wel mogelijk is. In een van de kerken waar mijn vrouw en ik soms komen, zitten veel oudere mensen. Die keken in het begin vreemd op. Staan er in die rustige straat opeens gepantserde auto’s. Ik heb hen moeten overtuigen: er is geen veiliger plek om naar de kerk te gaan dan hier.”
Hoe vaak vragen mensen in uw omgeving waarom u niet stopt met uw onthullingen over de georganiseerde misdaad?
“Eigenlijk nooit. Als ik de vraag krijg, is het van mensen die verder van mij afstaan. Zij zeggen: ga iets leuks doen met je leven. Mensen die me goed kennen, hebben het nooit gevraagd.”
Omdat ze weten wat het antwoord is?
“Ja, dat denk ik. Ik heb mezelf de vraag gesteld na de moord op Peter (R. de Vries, die vorige zomer werd neergeschoten in Amsterdam, red.). In de week daarna voelde ik me ontredderd. Ik vroeg me af: wil ik dit nog wel? Daarna heb ik mezelf relatief snel herpakt en besloot ik door te gaan. Maar de glans was er toen wel af.”
Waarom besluit u dan toch door te gaan, wetende wat erbij komt kijken?
“Omdat ik het belangrijk vind. Wat ik als misdaadverslaggever doe, doet ertoe. Ik weiger mijn been terug te trekken. Ik gun ze de gedachte ‘we hebben hem op zijn knieën gekregen’ niet. Maar het belangrijkste is dat ik me realiseerde dat ik een vervelend bestaan zou hebben door te stoppen. Ik werk al 41 jaar, soms is het pittig. Maar het moment van stoppen bepaal ik liever zelf. Dat laat ik me niet door anderen opdringen.”
John van den Heuvel
John van den Heuvel (59) groeide op in Eindhoven. Hij begon zijn carrière bij de Amsterdamse politie. Hij werkte met name in Amsterdam-Oost, destijds een beruchte wijk met veel drugsgeweld. Sinds 1990 is hij werkzaam voor De Telegraaf als misdaadverslaggever. Daarnaast is hij als misdaaddeskundige verbonden aan RTL Boulevard. Hij presenteert ook het programma Ontvoerd, waarin hij ouders helpt wier ex-partners de kinderen zonder toestemming hebben meegenomen naar het buitenland. Van den Heuvel is getrouwd en heeft drie zoons.
Wat markeert dit jaar voor u?
“Het was een turbulent jaar. Na de moord op Peter werden de beveiligingsmaatregelen voor mijn gezin aangescherpt. Ook mijn vrouw Mariëtte, ze is kleuterjuf, kreeg daarmee te maken op haar school. Er was enige paniek bij de overheid: het zal toch niet gebeuren dat een tweede misdaadverslaggever het loodje legt? Met de school van mijn vrouw werden preventieve maatregelen besproken. Meer camera’s, een extra toegangsdeur. Maar de school ging niet akkoord. Ze moest vertrekken.”
U hebt een brief geschreven aan de school. U was boos.
“Dan druk je het nog voorzichtig uit.”
Als u zich verplaatst in de directeur, kunt u zich dan voorstellen dat deze maatregelen een grote impact hebben op een school en de kinderen?
“We hebben ons voortdurend proberen te verplaatsen. Mijn vrouw snapte dat heel goed. Als haar kinderen ook maar een klein risico zouden lopen, was de beslissing om te stoppen simpel geweest. Maar dit ging volgens de politie en het Openbaar Ministerie enkel om een voorzorgsmaatregel. De school wilde niet meedenken over oplossingen. De directeur had gewoon geen rechte rug. Mijn vrouw doet nu met veel liefde vrijwilligerswerk. Ik moet voorzichtig zijn, ik kan er niet te veel over zeggen. Je wordt soms een paria.”
Hebt u zich schuldig gevoeld tegenover haar?
“Natuurlijk. Ik ben misdaadverslaggever, ik kies daarvoor. Zij is kleuterjuf, ze heeft mij nooit een strobreed in de weg gelegd. En door mijn werk raakt zij haar passie kwijt. Het doet haar nog altijd veel verdriet en pijn.”
U hebt nu exact vijf jaar extreme persoonsbeveiliging. Het begon toen u in Peru zat. Wat is er precies gebeurd?
“Ik was daar voor het tv-programma Ontvoerd. Daar was een turbulente tijd aan voorafgegaan met bedreigingen uit de hoek van motorbendes. Bij mijn huis waren camera’s geplaatst en de politie had een lege bus neergezet op de oprit. In de buurtapp vroegen de wijkbewoners zich af wat er aan de hand was. De politiebus heeft er drie weken gestaan. Uiteindelijk is die weggehaald met een lekgestoken band, besmeurd met eieren. Ik had toen al een onbehaaglijk gevoel.
“In Peru werd ik gebeld door een contactpersoon van het OM. Hij zei: ‘Blijf daar alsjeblieft, we hebben slechte berichten ontvangen. Geef ons de tijd om dingen hier in Nederland te organiseren. Vanaf het moment dat je hier bent, willen we je 24/7 gaan beveiligen.’
“In de loop der jaren zijn er vaker dreigementen geweest, ze zijn niet op de vingers van één hand te tellen. Maar ik had nooit met persoonsbeveiliging te maken gehad. We zijn vijf jaar verder en het ziet er niet naar uit dat het snel voorbij gaat zijn.”
Wantrouwt u mensen nu sneller?
“Nee, ik vertrouw op de professionaliteit van mijn beveiligers. Het is niet zo dat ik voortdurend om me heen kijk. Ik heb het idee dat zij me goed in de gaten houden. Bovendien was ik voor die tijd al scherp en alert. Ik realiseer me altijd, ook nu: je grootste bescherming is je onvoorspelbaarheid. Als kwaadwillenden weten dat je op een bepaalde plek bent, kunnen ze altijd iets doen.”
Wat krijgt u zelf te horen over die bedreigingen?
“Niet zoveel. Dat is soms frustrerend. Destijds werd half bevestigd dat de dreiging vanuit een motorbende kwam. Zelf dacht ik aan No Surrender. Die club had destijds laten doorschemeren dat er een prijs op mijn hoofd was gezet. Maar het ging waarschijnlijk om de motorbende die voor Ridouan T. dingen deed, Caloh Wagoh. Doordat ik niet precies weet om wat voor soort bedreigingen het gaat, kan ik die zelf niet verminderen. Maakt het bijvoorbeeld uit wat ik zeg of wat ik doe?”
U hebt Ridouan T. zelf nooit ontmoet. Wat zou u hem willen vragen?
“Wat hem bezield heeft om bepaalde dingen te doen. Dat je uit pragmatische overwegingen vanuit de onderwereld werkt, snap ik. Soms is het goedkoper om iemand uit de weg te ruimen dan schulden af te lossen. Maar dat je in je megalomane denkpatroon zover gaat dat je als een narcoterrorist de hele samenleving wil destabiliseren, vind ik ernstig.
“Waarom heeft hij bepaalde mensen om het leven laten brengen? Peter, advocaat Derk Wiersum (die de kroongetuige in het zogenaamde Marengo-proces tegen onder anderen T. verdedigde en in september 2019 doodgeschoten werd, red.). Het zou mij verrassen als hij daarop eerlijk zou antwoorden, maar ik zou het hem vragen.”
Is Nederland te vriendelijk voor grote criminelen?
“Er is een buitencategorie waarmee we te naïef omgaan. Negentig procent van de gedetineerden zit probleemloos zijn straf uit. Dat is voor een belangrijk deel het voetvolk, de uitvoerders om het oneerbiedig te zeggen. Maar er is een kleine groep, hooguit honderd mensen, die vanuit de gevangenis doorgaat met het bestieren van een criminele organisatie. Met geld verdienen, met liquidaties plegen. Op die categorie zijn wij niet goed ingericht. In de Extra Beveiligde Instelling (de enige gevangenis in Nederland met de hoogste beveiligingsgraad, in Vught, red.) zijn veertig plekken. Daar zit het stampvol. Veel zwaargestraften, mensen die levenslang of dertig jaar cel hebben gekregen, zitten momenteel hun straf uit tussen de ‘normale’ populatie. Daar schuilt een gevaar in.”
U kijkt met ontzag naar het Italiaanse systeem. Dat land kent een zeer streng en geïsoleerd detentieregime voor zware misdadigers en er zijn zwaarbeveiligde rechtszalen in de gevangenis. Wat kan Nederland daarvan leren?
“Als je aan maffiabestrijders in Italië vraagt wat hun succesverhaal is, zeggen ze: het dusdanig isoleren van kopstukken zodat die op geen enkele manier nog ongecontroleerd contact kunnen hebben met de buitenwereld. De rechtbank zit in de gevangenis, ze komen nooit meer buiten. Dan hoor ik mensen roepen: is dat wel humaan? Nee, dat is niet heel humaan. Ik pleit er ook niet voor om dat hele strenge regime naadloos over te nemen. Er zijn tussenwegen mogelijk.
“In Nederland kennen we het tbs-systeem (terbeschikkingstelling, te vergelijken met internering in België, red.) waar tientallen mensen op de zogenaamde longstay-afdeling zitten, in een soort paviljoens. Die komen dus nooit meer vrij. Ze kunnen op het land werken, koken, er is enige mate van vrijheid. Ik pleit ervoor om langgestrafte criminelen ook zoiets te geven. Zet hen bij elkaar, op een humane manier, maar maak ieder ongecontroleerd contact tussen hen en de buitenwereld onmogelijk.”
Wat is de uitweg uit uw situatie? Hoe komt u ooit van deze persoonsbeveiliging af? Daar moet u over nadenken.
“Ja, een soort exitstrategie. Ik ben er nog niet naar op zoek. Het zal tegen die tijd afhangen van omstandigheden die ik nu nog niet kan overzien. Wat is op dat moment nog de macht en de invloed van bepaalde mensen? Hoe sta je zelf in het leven? Wil ik in Nederland blijven wonen of in het buitenland?”
Als u vandaag zou besluiten te stoppen met uw werk zijn de bedreigingen niet weg.
“Dat is absoluut waar. Ik kan wel stoppen, maar dan ben ik én mijn baan kwijt, iets heel moois, én zit ik nog in hetzelfde schuitje. Dan maar met volle vaart vooruit.”
Is het een manier van leven, misdaadjournalist zijn, zoiets als oorlogsjournalist zijn? Is het een verslaving?
“Een verslaving zou betekenen dat je niet zonder kan. Dat je ontwenningsverschijnselen krijgt als je het niet meer bent. Ik moet bekennen dat ik het heerlijk vind om af en toe de luwte op te zoeken om bij te tanken.”
Is dit nog lang vol te houden?
“Er zijn periodes geweest waarin het slopend was. Er was een tijd waarin ik vanwege concrete bedreigingen niet meer naar de studio van RTL Boulevard mocht. Toen heb ik het gevoel gehad dat ik moest vechten voor mijn bestaan. Als anderen gaan bepalen dat ik niet meer op dat podium mag staan, wat is dan de volgende stap? Als ik me niet verzet, wordt dit straks normaal. Ik reisde in die tijd als een journalistieke zwerver, van studio naar studio, om toch ergens in een leeg gebouw live in de uitzending mijn verhaal te kunnen doen. Sta je daar in een doodstille studio tegen een camera aan te kletsen.”
Na een uur praten wil Van den Heuvel nog iets benadrukken. Hij is bang dat het interview iets te somber wordt, te negatief. “Ik doe ook leuke dingen”, vertelt hij. “Mijn werk gaat gewoon door en ook privé probeer ik zoveel mogelijk te genieten.”
Hij was onlangs te gast in de Belgische talkshow De tafel van vier, waar ook chirurg Geoffroy Vandeputte aan tafel zat. “Die man kreeg tijdens een fietstocht een omvallende boom op zijn rug. Dwarslaesie. Binnen negen maanden kon hij met een speciale stoel opnieuw rechtop zitten, inmiddels opereert hij weer. Dat vond ik zo’n inspirerend verhaal. Toen hij te horen kreeg dat hij nooit meer zou lopen, was zijn eerste reactie: ‘Ik wil straks wel weer kunnen autorijden’. Ik herken dat. Ik wil geen in zichzelf gekeerde kluizenaar worden.”