GetuigenissenStudentenclubs
‘Mijn preses gaat vaak naar bed met schachten. ‘Sinds ik dat lintje heb, heb ik zoveel meer seks’, zei hij’
‘Op de schachtenverkoop werd ik voor 135 euro verkocht aan een oudere student, die me een wit T-shirt liet aantrekken. Voorbijgangers op straat mochten er gaten in knippen, zodat ik steeds naakter werd.’ Vijf jaar na de eerste #MeToo-golf worstelen ook studentenverenigingen steeds meer met verhalen over grensoverschrijdend gedrag. Dooprituelen worden misbruikt om meisjes dronken te voeren en aan te randen – of erger. Presidiumleden die over de schreef gaan, lijken onaantastbaar. ‘Twee eerstejaarsstudentes werden door dezelfde jongen verkracht. Hij bleef gewoon in het presidium zitten.’
“Ik zie hem nog op mij kruipen, maar daarna herinner ik me alleen flarden. Hij betast mij. Kust mij. Ik vraag hem om te stoppen, val dan weer bewusteloos. Dat herhaalt zich enkele keren: hij ligt op mij, alles wordt zwart. Hij kust mij, zwart, hij raakt mijn borsten aan, zwart. Uiteindelijk kom ik pas weer volledig bij bewustzijn in een auto.”
Nora* is 22 wanneer ze in augustus 2021 op weekend vertrekt met haar Antwerpse studentenvereniging. Hoewel ze al een jaar bestuurslid is, staat haar vrijdagavond toch nog een doop te wachten. Die kon destijds niet doorgaan door de pandemie en is vergelijkbaar met een schachtendoop bij nieuwe studenten. Toch is er een groot verschil: presidiumactiviteiten vallen in een grijze zone van het doopcharter. Regels die eerstejaars moeten beschermen tegen machts- en alcoholmisbruik, helpen Nora dus niet. En wanneer het misloopt, staat niemand klaar om haar op te vangen.
Nora: “Voor de doop werden we in groepjes ingedeeld. In mijn groepje zaten een vriendin en een jongen die een oogje op me had. Hij had me al eens op date gevraagd, maar ik zag hem enkel als vriend en hield de boot af. Het bestuur had ons bewust bij elkaar gezet, omdat ze het wel grappig vonden.
“We kregen met z’n drieën een fles rum in onze handen gedrukt. Die moest leeg voor we konden vertrekken. Ik ben absoluut geen drinker, één glas is voor mij al genoeg om plat te liggen. Maar weigeren kon niet. Als die eerste fles niet leegraakte, zou er nog een tweede volgen. Elk jaar geven ze die opdracht aan nieuwe leden. ‘Wij hebben dat moeten doorstaan, dus jij nu ook’, is de mentaliteit. Niemand wil een slappere doop dan de jaren voordien.
“Toen de fles leeg was, wandelden we naar het eerste checkpoint. Maar na vijf minuten ging het al mis. Ik viel op de grond en iemand maakte er een filmpje van. Ik durf het aan niemand te laten zien, zo gênant is het. Op de beelden zie je dat het niet goed met me gaat. Je hoort iemand voorstellen om me terug naar de slaapplaats te brengen, maar de anderen weigeren.
“Uiteindelijk stuurden ze me verder op pad. Ik kon niet meer stappen, mijn groepje moest me dragen. En voor ik het wist, lag ik opnieuw op de grond, in het midden van de straat. Mijn vriendin ging hulp zoeken, maar daardoor bleef ik alleen achter met de jongen uit onze groep.”
Daar, terwijl Nora halfbewusteloos in het midden van de straat ligt, ziet haar stomdronken groepsgenoot zijn kans. Hij kruipt op haar, kust haar en begint haar te bepotelen. Intussen slaat de vriendin van Nora alarm bij het volgende checkpoint, waar presidiumlid Maarten wacht. Hij snelt te hulp.
Maarten: “De vriendin van Nora was helemaal overstuur, dus ben ik in mijn auto gestapt om Nora op te halen. Ik zag haar op straat liggen met die kerel op haar. Hij zat met zijn handen onder haar T-shirt. ‘Hou je handen thuis!’ riep ik, en duwde hem weg. Nora was compleet out. Ik controleerde of ze nog leefde. Gelukkig: ze ademde. Toen nam ik haar in mijn armen en droeg haar naar mijn auto. Hem weigerde ik te vervoeren.”
Lord of the Strings
Een jaar na de dood van de Leuvense ingenieursstudent Sanda Dia kwam er 2019 een algemeen doopkader, onder toenmalig minister van Onderwijs Hilde Crevits (cd&v). Nieuwe regels voor dooprituelen moesten misbruik en ongewenst seksueel gedrag helpen voorkomen. Seksueel getinte opdrachten en het gebruik van alcohol tijdens de doop werden verboden. De politie zou toekijken op de dopen en er kwamen extra meldpunten voor seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Toch blijven er tot vandaag pijnlijke verhalen over misbruik naar boven komen. In oktober 2021 werd de Antwerpse geneeskundige kring Aesculapia geschorst omdat een schachtentemmer vier studentes had verplicht om publiekelijk te strippen. In Wallonië, waar sinds 2020 een doopcharter bestaat, raakte in september 2021 een studente zwaargewond tijdens een doop door een val uit het raam van de tweede verdieping. Een maand later overleed een student na een doop in Namen.
Lees ook
‘Ik wil niet gebruikt worden als slaaf’: hoe raken studentendopen uit het verdomhoekje?
‘Het volgende jaar moet het nóg gewelddadiger, moeten de vernederingen nóg zwaarder zijn’
Toen VUB-studenten Anna Lauwereys, Fien Macken en Kaat Willems afgelopen zomer een masterproef over misgelopen dooprituelen maakten, schrokken ze van de vele getuigenissen. #MeToo-verhalen over aanrandingen en grijpgrage presidiumleden waren schering en inslag. De strakke hiërarchie in studentenverenigingen maakt dat de groepsdruk nog zwaarder weegt en dat daders vaak ongestraft blijven. Onderwijsinstellingen steken te vaak de kop in het zand, slachtoffers kunnen nergens terecht.
Dat ondervond ook Nora, die de ochtend na haar pijnlijke ervaring op de presidiumdoop wakker werd met een knoop in haar maag.
Nora: “Ik besloot om erover te praten met een ouder meisje, dat was aangesteld als vertrouwenspersoon. Maar zij wuifde alles weg. Dat jongens dat ook weleens bij haar doen, haar achterwerk aanraken en zo. Alsof dat hetzelfde was als wat ik had meegemaakt.
“Ik sprak er die dag over met enkele vrienden. Iemand stelde voor om naar de politie te stappen, maar dat idee werd me uit het hoofd gepraat door het presidium. Ik wilde naar mijn ouders bellen, maar ook dat vonden ze geen goed idee.
“De rest van het weekend beleefde ik in een waas. Ik was compleet in shock, want iedereen deed alsof er niets gebeurd was.
“Zondagochtend reed ik nog zelf naar huis, maar toen ben ik ingestort in de armen van mijn mama. Zij reageerde woedend en stapte naar het presidium: als zij niets ondernamen tegen mijn aanrander, zouden we een klacht indienen bij de politie tegen hem én tegen de vereniging.
“Pas toen kwam er schot in de zaak. De jongen moest zijn lint afgeven en zou niet meer welkom zijn op activiteiten, al kwam er van dat laatste niks in huis. De vereniging heeft ook nooit openbaar gemaakt dat hij zijn lint moest afgeven. ‘Hij is gestopt uit tijdsgebrek’, zeiden ze tegen wie ernaar vroeg. Die jongen is echt heel populair in het studentenleven en het verhaal werd in de doofpot gestopt. Het was overigens niet de eerste keer, hoorde ik achteraf. Hij wás al eens uit een presidium gezet, blijkbaar om dezelfde reden.”
Ben je ook naar de hogeschool gestapt met je verhaal?
Nora: “Ja, maar de communicatie verliep moeilijk. De school zou me op de hoogte houden van de verdere gesprekken met de vereniging en beloofde dat er sancties zouden volgen. Maar dat gebeurde niet. Ik was diep teleurgesteld.
“Het incident bleef me achtervolgen. In de maanden nadien at ik niet meer. Ik viel superveel af. Het leek alsof iedereen zijn kant had gekozen. Ik voelde me alleen.”
Ook toen de achttienjarige Nina* zich in 2015 liet dopen bij een Antwerpse studentenkring, negeerde het bestuur van de vereniging alle rode vlaggen die rond haar misbruiker wapperden. Tot ze uiteindelijk verkracht werd. Het begon toen ze tijdens de schachtenverkoop ‘verkocht’ werd. Een oudere student legde 135 euro neer voor haar. Het hoogste bedrag van de avond.
Nina: “Iedereen deed alsof ik trots moest zijn, maar eigenlijk voelde ik mij vies. Pas veel later kwam ik erachter dat mijn koper er jaarlijks een sport van maakte om de eerstejaarsstudente te kopen met wie hij naar bed wilde. Blijkbaar wist iedereen van het bestuur dat, maar niemand hield hem tegen.”
De schachtenverkoop is een traditie met de bedoeling om aanstaande leden zich te laten voorstellen. In de praktijk is het een parade van jonge mensen die op een podium allerlei opdrachten moeten uitvoeren.
Nina: “Het verkleedthema was al veelzeggend: ‘Lord of the Strings’. Ik omzeilde het thema door een onderbroek op mijn hoofd te dragen, maar vervolgens waren alle opdrachten seksueel getint, en niet subtiel. Zo moest ik druiven eten uit de beha van een andere schacht. Ze moedigden ons ook aan om alcohol te blíjven gieten, zodat we niet zouden ontnuchteren. Omdat ik zoveel had gedronken, drong pas later door dat ik die opdrachten voor een zaal vol oude zakken had gedaan.”
Oude zakken?
Nina: “Ex-leden van de studentenvereniging die de verkoop mogen bijwonen. Vaak zijn het dertigers die ‘naar de mooie meisjes komen turen’.
“Die avond werd ik dus eigendom van een oudere student, die me een week lang allerlei opdrachten mocht geven. Meestal moeten schachten hun kostprijs terugverdienen door pennen of koekjes te verkopen op straat. Maar mijn koper had een ander idee. Ik moest een wit T-shirt aantrekken en voorbijgangers daar, in ruil voor geld, gaten in laten knippen, zodat ik steeds naakter werd. Uiteindelijk knipte er iemand zelfs mijn beha door. Een vriend van die gast vond dat erover en gaf mij geld voor een nieuwe, maar ook dat verdween in de zakken van mijn koper.
“Hij had duidelijk een plan. Aan het einde van de week was er een feestje in het stamcafé van de vereniging. Tijdens het dansen beweerde hij dat hij geen slaapplaats had voor die nacht, dus nodigde ik hem uit op mijn kot – zónder bijbedoelingen. Van de weg naar huis en de rest van de nacht weet ik niets meer, zo dronken was ik. Maar die nacht heeft hij wel seks met mij gehad. Dat was mijn eerste keer.
“De volgende ochtend ben ik maar gewoon, zonder al te veel nadenken, vroeg opgestaan terwijl hij nog lag te ronken. Ik moest het laatste deel van de doop nog ondergaan: die opende met een flinke portie dril en viezigheid, tot plots de oudere studenten kwamen opdagen. Van ver zag ik hem al staan, tussen zijn vrienden. Aan hun lichaamstaal merkte ik dat hij hen op de hoogte bracht van wat hij die nacht met me had gedaan. Heel trots. Hij was aan het lachen.
“Lange tijd heb ik het voorval verdrongen. Of ik maakte mezelf wijs dat ik er wel klaar voor was om seks te hebben. Pas veel later drong het tot me door wat ik precies had meegemaakt. Die kerel had me gewoon verkracht, terwijl ik van de wereld was. En daarvoor kreeg hij enkel een ludieke straf, omdat relaties tussen schachten en presidiumleden in principe verboden zijn. Hij moest een schaampint drinken, een pint met schaamhaar, en daarmee was de kous af.
“Intussen studeer ik in een andere stad. Achteraf heb ik echt spijt dat ik zo over me heb laten heenlopen. Iedereen wist dat die kerel elk jaar een meisje kocht om er seks mee te hebben. En dan nog lieten ze hem begaan? Daar had het bestuur iets aan moeten doen.”
Door de strot
“Waarom heb ik niet duidelijker nee gezegd? Gezegd dat het niks voor mij was en dat ik naar huis wilde?” Schuld en schaamte zijn een rode draad door de verhalen van studenten die onder extreme groepsdruk over hun grenzen zijn gegaan.
Fleur, die zich in 2018 liet dopen in Diepenbeek, zag hoe twee meisjes werden verplicht om met elkaar te zoenen om de doopmeesters op te winden.
Fleur (18): “Ik weet zeker dat ze het tegen hun zin deden, maar als eerstejaars wil je niet onderdoen. Zeker niet omdat de doopmeesters aanzien hebben. Je moet al sterk in je schoenen staan om ‘nee’ te zeggen.”
Amber: “Ze behandelen je alsof je geen mens bent. Hun taalgebruik is denigrerend. Ik kon niks weigeren, anders gingen ze nog harder tekeer. Op een bepaald ogenblik weigerde ik om een halve liter bier via een buis te drinken. Toen begonnen ze me uit te schelden, terwijl er vijftig andere schachten op zaten te kijken. ‘Wie denk je wel dat je bent? Denk je dat je dit zomaar mag weigeren?’ Ik begon te huilen. Het was heel intimiderend.”
Maura (18, studente KUL): “We moesten drie uur lang rondkruipen op onze knieën, terwijl ze ons dingen lieten roepen als: ‘Ik ben een vieze, vuile schacht.’ We moesten ook gore dingen eten. Je mocht het niet uitspugen, want dan kreeg je nog meer. Ze bleven kijken totdat je het had ingeslikt.”
Het Vlaams doopcharter verbiedt om studenten dronken te voeren, maar ook die regel wordt soms vrolijk genegeerd.
Amber: “Er werd alcohol door mijn strot geduwd alsof ik een gans was.”
Ook de schachtenverkoop laat bij veel studenten een wrange nasmaak na.
Maura: “Ik werd als laatste op het podium gebracht, samen met een jongen. De zaal was gevuld met ouderejaars, wat erg intimiderend was. Als opdracht moest ik een komkommer bij mijn kruis houden, die de jongen moest pijpen. Alle ouderejaars kickten daarop. Ze staken een microfoon voor mijn mond waarin ik kreungeluiden moest maken. Het was een verschrikkelijke ervaring.”
Jekyll & Hyde
Is er dan niets veranderd, ondanks alle doopdebatten, nieuwe regels en meldpunten? Gelukkig wel, zegt Julien De Wit, (23) voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS).
De Wit: “Door al die vreselijke doopschandalen zijn veel studentenverenigingen gaan nadenken over waar de grenzen liggen. Maar ondanks alles zijn er nog altijd verenigingen die over de schreef gaan.”
Studentenverenigingen die verbonden zijn aan de richtingen geneeskunde, dierengeneeskunde, rechten en economie hebben de zwaarste reputatie.
De Wit (knikt): “Sommige clubs willen die ook graag behouden. ‘We gaan niet inbinden omdat er een paar schandalen zijn geweest’, is de mentaliteit. Maar moeten we dopen daarom verbieden? Dan straf je heel veel verenigingen voor de wandaden van enkelen.
“Ik vind een verbod op dopen ook geen goed idee, omdat ik bang ben dat bepaalde clubs dan ondergronds zullen gaan. De dopen die we vandaag in het straatbeeld zien, zijn meestal oké. De politie houdt een oogje in het zeil, mensen van de universiteit kijken toe, er worden alcoholtests gedaan bij de doopmeesters… Maar elk jaar bereiken me ook verhalen over verenigingen die onder de radar proberen te duiken. ‘Mijn ouders hebben een grote kelder, we zullen de schachten dáár dopen.’ Of ze trekken naar een bos waar geen pottenkijkers zijn. Als er drama’s gebeuren, is het meestal daar.”
Er zijn nu wel nieuwe regels, maar te weinig controle?
De Wit: “Je kunt altijd meer controleren, maar hoever ga je dan? Ga je politieagenten undercover naar een doop sturen? Er is nu al meer controle dan vroeger.
“In het doopkader zijn mechanismen ingebouwd die kunnen helpen om het niet uit de hand te laten lopen. De schachtentemmer moet bijvoorbeeld nuchter blijven, en er mag geen alcohol gedronken worden tijdens de doop zelf.”
Over seksueel ongewenst gedrag wordt dikwijls lacherig gedaan, terwijl het voor de slachtoffers vaak traumatisch is, blijkt uit de getuigenissen.
De Wit: “Studentenverenigingen moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid. Als iemand zijn boekje te buiten gaat, moet het bestuur ingrijpen. Er is geen enkel doopcharter dat een verplichte striptease zoals bij Aesculapia zou goedkeuren, noch alles wat Sanda Dia heeft moeten ondergaan. Maar de echte excessen haal je er met zo’n doopcharter niet uit, denk ik.”
Een van de studentes vertelde hoe de doopmeesters die haar vernederden achteraf op de campus heel normale, lieve mensen bleken. Alsof een lintje je tijdens een doop doet veranderen van een Dr. Jekyll in een Mr. Hyde.
De Wit: “Het lintjessyndroom noemen ze dat. Zodra je zo’n lint omkrijgt, sta je hoger in de hiërarchie. En dan gaan sommigen zich gedragen als een ploert. Zulke machtsverhoudingen kunnen de deur naar misbruik openzetten.
“Het is belangrijk dat studenten weten dat ze op elk moment ‘nee’ kunnen zeggen. Niemand mag je verplichten om dingen te doen die je echt niet ziet zitten.
“We ijveren met de VVS bij minister van Onderwijs Ben Weyts voor een extern centraal meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag. Veel onderwijsinstellingen hebben een eigen meldpunt, maar voor veel studenten is de drempel daar te hoog, zeker als het om personeel of studenten van de school zelf gaat. Ik ken zelf ook een paar studenten, zowel mannen als vrouwen, die een verkrachting hebben meegemaakt en daardoor getekend zijn voor de rest van hun studies, misschien hun leven. Ik schrok ervan dat het ook in mijn kennissenkring was gebeurd.”
Gevangen
De negentienjarige Milan* wist niet eens dat er een meldpunt bestond toen hij op een nacht in 2018 werd aangerand door een medestudent uit zijn Leuvense vereniging. Hij stapte naar het presidium, waar zijn verhaal koudweg werd genegeerd.
Milan: “Ik had die nacht gewerkt als portier bij een bar. Ik was net klaar met mijn shift en trok mijn rode uniformjas uit, toen Nico* buitenkwam. Onze koten lagen in dezelfde buurt, dus wandelden we samen naar huis. Omdat ik moest werken had ik niet gedronken, maar hij wel. Veel.
“Onderweg begon hij mij te kussen. Ik wilde dat niet, maar toen greep hij mij bij mijn arm en duwde me een struik in. Daar trok hij mijn broek naar beneden en begon mij te masturberen. Die jongen is veel groter en breder dan ik, ik kon niets doen.
“Nee zeggen werkte niet. Ik heb het geprobeerd. Uiteindelijk kon ik hem overtuigen om mij los te laten door voor te stellen om naar zijn kot te gaan. Ik hoopte, wanneer hij van me afging, weg te kunnen vluchten. Maar hij nam me bij de arm en trok me mee, richting zijn kot. Ik had kunnen roepen, maar durfde niet, want dan zou ik zijn kotgenoten wakker maken.
“In zijn kamer kleedde hij zich uit. Klom weer op me. Ik was bang voor wat zou komen, maar hij was zo dronken dat hij meteen in slaap viel. Op mij. Na een tijdje kon ik mezelf bevrijden en vluchtte ik naar mijn kot.
“De volgende dagen probeerde ik erover te praten. Eerst met Nico, maar die negeerde mij. Daarna met het presidium. Die schrokken eerst wel, zeiden dat het niet door de beugel kon en beloofden met Nico te praten. Maar vervolgens deden ze niets. Nico deed intussen zijn best om mij uit de vriendengroep te verstoten. Hij duwde me uit de groepsfoto’s en begon me te pesten. Niemand zei er wat op.”
Ben je niet naar het meldpunt of de universiteit gestapt?
Milan: “Ik wist toen niet eens dat dat kon. Uiteindelijk ben ik naar de politie gegaan. Ik wist niet wat ik anders nog kon doen, want op mijn vereniging kon ik niet rekenen. Bij de politie werd ik warm ontvangen. Maar mijn presidium reageerde heel negatief. Ze vroegen me of ik nu echt dáárvoor naar de politie moest gaan, en zeiden hoe belachelijk dat was. Plots stonden ze dus niet meer aan mijn kant.
“Niet veel later hield het op, want enkele maanden later kreeg ik een brief in de bus met de melding dat mijn klacht geseponeerd was. Onvoldoende bewijs. Ik had het gevoel dat mijn zaak minder serieus werd genomen omdat ik een mannelijk slachtoffer ben.”
Waarom kreeg je zo weinig steun van het presidium, denk je?
Milan: “Ze schuiven dat soort zaken wel vaker onder de mat. Enkele jaren geleden werden twee meisjes uit het eerste jaar verkracht door dezelfde jongen, waarna hij gewoon in het presidium mocht blijven zetelen. Ze zijn bang dat hun naam door het slijk wordt gehaald. Het is een elitaire club, heel wat studenten krijgen later hoog aangeschreven posities in de maatschappij. Als je in een vereniging hebt gezeten, staat dat sowieso mooi op je cv. Bij ons zijn veel grote namen in de sector lid geweest van de vereniging. Sommigen schoppen het tot minister.”
Meer seks
Het presidium is onaantastbaar, ondervond Julie* (20), die als eerstejaarsstudent werd misbruikt door een bestuurslid van een Brusselse studentenvereniging.
Julie: “Het was na een kennismakingsactiviteit. In die tijd had ik nog geen kot, dus bood het bestuurslid mij en een vriend aan om te blijven slapen in zijn huis. De avond was echt heel fijn. Er werd wel wat gedronken, maar zeker niet te veel. Toen we nadien thuiskwamen, wees hij mijn vriend naar een andere slaapkamer. Waar ik zou slapen? Bij hem in bed. Achteraf gezien is dat wat raar, maar toen vertrouwde ik hem wel en hij was ook geen lelijke jongen.
“Ik kroop met al mijn kleren aan in bed, maar hij overtuigde mij om die uit te doen, zei dat ‘dat toch niet comfortabel is’. We knuffelden een beetje. Daarna volgde er een kus. Ik zei dat dat eigenlijk niet mocht van de vereniging, zo tussen een schacht en een presidiumlid. Voor hem was het geen probleem ‘zolang ze dat niet weten’. Toen hij verder wilde gaan dan kussen zei ik nee, maar hij bleef aandringen. Uiteindelijk heb ik het gewoon maar gedaan om ervan af te zijn.
“Natuurlijk is dat niet stil gebleven in de vereniging. Later heb ik gehoord dat hij met een ander meisje precies hetzelfde had gedaan. Pas toen begon het tot me door te dringen dat het echt niet oké was wat hij gedaan had. Dat het eigenlijk om een verkrachting ging, al vind ik het nog altijd moeilijk om het zo te benoemen.
“Inmiddels zit ik zelf in het presidium en heb ik de cultuur van mannelijke bestuursleden die met jongere leden naar bed gaan alleen maar zien toenemen. Het afgelopen jaar alleen al heb ik weet van vier gevallen.
“Mijn preses heeft seks gehad met schachten. Hij doet dat heel doelgericht, probeert de zwaksten dronken te voeren om dan aan hun lichaam te zitten. Zelf geeft hij ook wel toe dat het niet oké is, maar stoppen doet hij niet. ‘Sinds ik dat lintje heb, heb ik zoveel meer seks’, zei hij ooit tegen mij.”
Minder leden
Door alle negatieve verhalen hebben studentenverenigingen in Vlaanderen de grootste moeite om nog leden te vinden. Dat merkt ook Joyce Verbrugghe (24) als hoofd van de Brusselse studentenkoepel BSG, die het kringleven op de VUB-campus overziet.
Joyce Verbrugghe: “We zien de ledenaantallen overal afnemen. Tien jaar geleden waren er elk jaar veertig of vijftig nieuwe leden, nu komen alleen nog de heel grote kringen aan dat aantal. De anderen zitten maar aan twintig.
“Ik begrijp het ergens wel, met al die schandalen. We proberen nochtans duidelijk te maken dat zo’n doop braver is dan de meesten denken. Het is geen cultgebeuren.”
Voor buitenstaanders lijkt het wel zo.
Verbrugghe: “Het zou dom zijn van mij om te ontkennen dat er op een zatte avond al eens iets gebeurt, maar sinds #MeToo en het overlijden van Sanda Dia denken we allemaal veel meer na over onze grenzen. Soms denk ik ook terug aan dingen die ik in het uitgaansleven meemaakte toen ik net aan de VUB begon, zeven jaar geleden, en weet ik nu dat dat eigenlijk aanranding was. Toen besefte ik dat gewoon nog niet.
“Dit jaar komen we voor het eerst met een doopkader. Voor de VUB is dat een primeur. Tien of zelfs vijf jaar geleden had je niet met al die regels moeten komen aanzetten. Ook nu zijn er nog twijfels, maar ik merk wel dat de grote meerderheid erachter staat. Volgens mij heeft corona ons de tijd gegeven om daar goed over na te denken.”
Heb je de mentaliteit bij de presidia zien veranderen?
Verbrugghe: “Absoluut. Een kring verandert jaarlijks van bestuur, waardoor we nu jonge mensen aan boord hebben die mee zijn met de veranderende maatschappij. Studenten die vrienden wilden maken vóór sociale media bestonden, sloten zich aan bij een studentenvereniging. Nu je op zoveel andere manieren contact kunt leggen, verliezen de verenigingen dat monopolie. Het dwingt kringen om na te denken over hun maatschappelijk nut.”
En over hun tradities?
Verbrugghe: “Inderdaad. De verenigingen aan de VUB staan bijvoorbeeld bekend om hun naakte dopen. Ik heb dat zelf met heel veel plezier gedaan, maar als de studenten daar in de toekomst niks voor voelen, moeten we dat kunnen loslaten. Folklore staat niet in steen gebeiteld.”
*De namen van de studenten zijn fictief.
© Humo