'Mijn hele leven was een leugen'
Als baby in de jaren van het Argentijnse generaalsregime gekidnapt, en vervolgens opgevoed door mensen die de moordenaars van haar echte ouders steunden. Het overkwam Claudia Poblete (38), samen met honderden anderen. Claudia vertelt haar verhaal nu op het podium van de KVS, en op deze pagina's.
Claudia Poblete groeide op in een rijkere buurt in Buenos Aires, in de overtuiging dat ze Mercedes Beatriz Landa heette, dochter van de gepensioneerde legerkolonel Cerefino Landa en zijn diepgelovige vrouw. Ze was 21 toen ze ontdekte dat haar leven eigenlijk een leugen was.
Het begon in 2001, met een brief in de bus, vertelt de Argentijnse via Skype. "Een gerechtelijk bevel dat me verplichtte om een DNA-test te ondergaan." Een anonieme tipgever had gesignaleerd dat ze wel eens een van de honderden desaparecidos kon zijn, vermiste kinderen naar wie al jaren werd gezocht. "Ik wist niet wat ik las."
Tijdens de militaire dictatuur in Argentinië, van 1976 tot 1983, 'verdwenen' er 30.000 mensen. Al wie de rechtse junta te links vond en als bedreiging zag, werd ontvoerd naar verborgen gevangenissen, gefolterd en meestal ook vermoord. Vaak ging het om hele gezinnen.
De lichamen van volwassenen werden op onbekende locaties begraven. Van de baby's en kinderen werd vermoed dat ze gestolen waren, ondergebracht bij rechtsgezinde vrienden van de dictatuur. Tegen het einde van de 'Vuile Oorlog' besloten hun grootmoeders (in navolging van de bekendere 'Dwaze moeders'), zich te gaan verzamelen. Las Abuelas de Plaza de Mayo, de grootmoeders van de Plaza de Mayo, waren vastbesloten om hun vermiste kleinkinderen terug te vinden.
Eén blik op het meisje in de rechtszaal in 2001 en oma Buscarita Roa wist genoeg: Mercedes was haar verloren gewaande kleinkind Claudia. De dochter van haar vermoorde zoon Pepe. Amper acht maanden oud was Claudia toen ze samen met haar ouders werd ontvoerd. De DNA-test gaf haar gelijk. Voor Buscarita het einde van een nachtmerrie, voor Mercedes/Claudia net het begin. "Plots kreeg ik te horen dat ik niet was wie ik dacht dat ik was. Ik kon niet stoppen met huilen."
Welk gevoel overheerste op dat moment:
verdriet of woede?
Claudia Poblete: "Ongeloof. Of beter: ik wilde het niet geloven. Voor mij waren de kolonel en zijn vrouw mijn vader en moeder. Wat je ouders je vertellen, daar twijfel je niet aan. Ook al vielen alle puzzelstukjes toen op hun plaats.
"Eigenlijk waren de kolonel en zijn vrouw te oud om mijn echte ouders te zijn. Een jaar of vijftig toen ze mij 'kregen'. Ik kreeg ook nooit foto's te zien waarop mijn 'moeder' zwanger was. Op al mijn babyfoto's was ik minstens acht maanden oud.
"De rechter toonde een foto van mij als baby met mijn echte ouders. Hetzelfde kind als op de babyfoto's van mijn toe-eigenaars - zo noem ik de kolonel en zijn vrouw nu. Ik herkende mezelf meteen. Ook al wilde ik het verhaal niet geloven, in mijn hart wist ik dat het de waarheid was."
U ontdekte toen ook wat er met uw echte ouders was gebeurd?
"Militairen hebben mij, mijn moeder en vader op een nacht in november 1978 uit bed gelicht en ontvoerd. Mij brachten ze naar de kolonel en zijn vrouw in een ander deel van Buenos Aires, op amper dertig woonblokken van mijn ouderlijk huis. Mijn ouders gingen naar een detentiekamp waar ze nooit meer levend uit zijn geraakt.
"Mijn vader, Pepe, was de stichter van een linkse gehandicaptenbeweging. Als 13-jarige jongen had hij zijn beide benen in een ongeluk verloren, hij streed voor de sociale rechten van mensen met beperkingen. Dat volstond blijkbaar om hem uit de weg te willen ruimen. En mijn moeder - Trudi heette ze - erbij."
De mensen die u hebben grootgebracht logen u niet alleen voor, ze waren ook gelieerd aan de militairen die uw echte ouders hebben
vermoord. Hoe hebt u ze daarmee geconfronteerd?
"We hebben daar maar één diepgaand gesprek over gehad, net na de toelichting bij de DNA-test in de rechtszaal. Ze beweerden dat ze nooit wisten wie ik was of wie mijn echte ouders waren. De mannen die mij hadden gebracht, hadden hen verteld dat ik was achtergelaten. Ze hadden altijd graag een gezin gewild, maar mijn non-moeder - bij gebrek aan een beter woord - had lang kanker gehad en kon geen kinderen meer krijgen.
"Als 21-jarige klonk dat aannemelijk. Vandaag geloof ik dat niet meer. De kolonel was een controlefreak. Hij kocht nog geen wagen zonder de verkoper eerst volledig door te lichten. Maar bij een kind zou hij zich geen vragen hebben gesteld? Ze hebben mij nooit het echte, eerlijke relaas verteld. Daarna wuifden ze mijn vragen altijd weg, alsof er nooit iets gebeurd was."
Toch bent u nog een hele tijd bij uw kidnappers blijven wonen?
"Ik worstelde met een gigantische identiteitscrisis: ik wist niet meer wie ik was of waar ik thuishoorde. Na zes maanden begon ik mezelf Claudia te noemen en zocht ik meer contact met mijn grootmoeder en de rest van de familie. Die wilden niets liever dan me weer in hun armen sluiten, maar ik vertrouwde niets of niemand meer. Hoe zat dat precies met deze familie? Tegelijkertijd kon ik mezelf niet meteen lostrekken van mijn toe-eigenaars. Eenentwintig jaar lang waren zij mijn wereld geweest. Dat wis je niet in één klap uit.
"Ik groeide op onder een stolp, had nog nooit de bus genomen, laat staan dat ik wist hoe ik alleen zou kunnen overleven. Ik was ook heel conservatief opgevoed, met de idee dat je het huis pas verliet als je trouwde."
Welke jeugd hebt u bij hen gehad?
"Moeilijke vraag. Ze behandelden mij als hun echte dochter, mishandelden me nooit. Maar ik was als kind heel eenzaam. Ik groeide geïsoleerd op, mocht nooit ergens alleen naar toe of bij een vriendinnetje blijven slapen. Mijn ouders hielden er een beperkt aantal vrienden en kennissen op na. Bewust, besef ik nu. Op foto's van vroeger zie ik nu de angst in hun ogen dat hun geheim ooit ontdekt zou worden.
"Zeker mijn vader was heel streng. Lunch was om één uur stipt, één minuut later aan tafel en je at niet meer. 's Avonds mocht ik nooit weg, of hij bracht me en pikte me weer op. Hij luisterde soms mee als ik aan de telefoon hing. Ging mijn moeder naar de kapper, dan belde hij naar de zaak om te controleren of ze daar wel zat. Er was liefde, maar toch vooral binnen zijn regels. Maar destijds dacht ik gewoon dat hij een overbeschermende vader was."
Was u als opgroeiende tiener en twintiger op de hoogte van de misdaden en verdwijningen tijdens de militaire dictatuur?
"Alles wat ik erover wist, leerde ik van mijn toe-eigenaars. Veel vertelden ze niet. Of ze deden het vanuit hun zeer rechtse overtuigingen. Ik ging naar een katholieke school en militaire universiteit. Mijn toe-eigenaars bepaalden welke films ik zag, welke boeken ik las, welk wereldbeeld ik voorgeschoteld kreeg.
"Mijn non-vader was een fascist. Op zijn nachtkast lagen boeken over Pinochet, Franco en Hitler. Eén citaat van hem zal me altijd bijblijven. Hij zei ooit dat de militaire junta één grote fout had gemaakt in Argentinië: dat ze alles verdoken hadden gedaan. Volgens hem hadden ze beter het voorbeeld van de Chileense dictator Augusto Pinochet gevolgd en iedereen in het openbaar vermoord. Zelf was ik niet echt met politiek bezig, toen ik jong was. Maar als het erover ging, verdedigde ik de junta of mensen als Pinochet. Omdat het me zo ingelepeld was. Ook al voelde het toen al verkeerd aan. Pijnlijk, vind ik nu.
"Vandaag is er veel meer bekend over de junta dan toen. Veel mensen in Argentinië deden er lange tijd het zwijgen toe, uit angst voor vergelding."
Al in de jaren 80 werden de eerste gestolen
kinderen teruggevonden en kwamen de
praktijken van de dictatuur meer aan het licht. Ging er in die jaren bij u nooit een alarm af?
"Ik zag op straat wel de affiches hangen, van de Abuelas de Plaza de Mayo. Achteraf bekeken heb ik altijd gevoeld dat er iets mis was."
Dingen die niet klopten?
"Zoals die keer dat ik tegen mijn non-vader zei dat we duidelijk biologisch verwant waren omdat we op dezelfde manier aten. 'Dat is geen biologie, dat is aangeleerde gewoonte', was zijn antwoord. Zulke vreemde hints liet hij dan vallen.
"Maar het belang van loyaliteit werd er van kleins af aan ingepompt. Daarom stelde ik nooit veel vragen. Dat voelde afvallig. Dat verklaart wellicht waarom ik nog lang bij hen ben blijven wonen. Mijn echte familie was gelukkig heel geduldig. Zij respecteerden dat ik de banden met mijn toe-eigenaars niet doorknipte, maar voor hen was het wel duidelijk: de kolonel en zijn vrouw moesten voor de rechter worden gesleept."
Zijn ze uiteindelijk gestraft?
"Ja. Ik heb op het proces voor hen getuigd. Dat moest van hen. Ik voel me daar nog altijd schuldig over. Ik was nog jong, begin twintig, moest alles nog verwerken en wilde mijn toe-eigenaars leed besparen.
"Dat proces was een kantelmoment in Argentinië. Vóór mij waren er al andere vermiste kinderen teruggevonden, met dank aan de grootmoeders die daar een levenstaak van hebben gemaakt. Maar door een Argentijnse amnestiewet werden de toe-eigenaars beschermd tegen vervolging. In mijn zaak heeft de rechter beslist dat mijn toe-eigenaars wel degelijk schuld trof. De kolonel kreeg zeven jaar, zijn vrouw - toen al de zeventig voorbij - werd onder huisarrest geplaatst.
"Vandaag ben ik mijn echte familie dankbaar dat ze dat proces er hebben doorgedrukt. Want nu besef ik: wat mijn toe-eigenaars hebben gedaan, was een misdaad."
Wanneer is dat besef er gekomen?
"Op een gegeven moment ben ik veel gaan reizen. Naar Bolivië, Venezuela, waar ik mijn echtgenoot heb leren kennen. Dat hielp al om afstand te nemen.
"Maar het echte kantelmoment was negen jaar geleden. Toen mijn dochter Guadalupe werd geboren. Daarvoor probeerde ik de hele kwestie altijd in mijn hoofd te kaderen. Toen ik zelf moeder werd, voelde ik plots hoe fout het hele verhaal was. Dan pas besef je de verantwoordelijkheid die je als ouder hebt. Kinderen vertrouwen je blindelings. Hoe vreselijk verkeerd is het dan om dat vertrouwen te beschamen? Bovendien zou ik gek worden als iemand mijn kinderen (Claudia heeft inmiddels ook een zoon van 4, KVDP) zou afnemen.
"Dankzij het moederschap ben ik pas echt aan de verwerking toegekomen. Pas toen kwam de woede. En het besef: ze handelden niet gewoon te goeder trouw, het was deel van een groter plan. Dit is niet alleen mij overkomen, maar ook 400 of 500 andere kinderen."
Door de kinderen van linkse activisten bij rechtse families te plaatsen, wilde de junta een hele generatie 'herkweken', de linkse ideologie uitwissen.
"Het is inmiddels bewezen dat er een plan achter zat. Dat je de 'vijand' pas echt vernietigt door niet alleen de volwassenen te laten verdwijnen, maar ook door hun kinderen door 'de andere kant' te laten opvoeden. In mijn meest naïeve momenten kon ik mezelf voorhouden dat mijn non-ouders geloofden dat ze een goede zaak verrichten. Om me voor 'foute ideeën' te behoeden. Maar er is geen excuus: het was ongelofelijk egoïstisch."
Leven ze nog?
"Ja, ze zijn bijna negentig."
Hebt u vandaag nog contact met hen?
"Heel af en toe. Toen mijn dochter werd geboren, wilde ik niet dat zij haar ontmoetten. Dat heeft voor een breuk gezorgd. Ze hebben nooit 'sorry' gezegd, nooit schuld geuit. Eén keer heeft mijn non-moeder in tranen spijt betuigd over wat mijn echte grootmoeder had doorgemaakt. Daarna nooit meer. Dat maakt me nog het kwaadst: dat ze hun verantwoordelijkheid niet nemen.
"Ze voelen niet langer als mijn ouders. Daarom noem ik ze nu 'mijn toe-eigenaars', of 'non-ouders'. Die laatste term heeft mijn dochter bedacht. Zij zat op de eerste rij bij mijn verwerking, het arme schaap. (lacht) Al vind ik het ook góéd dat ze dit verhaal kent. Door erover te praten is het schuldgevoel dat ik zelf meedroeg weggevallen."
Was er dan iets om u schuldig over te voelen?
"Ik vond dat ik naïef was geweest. Dat ik het eerder had moeten inzien. Dat ik me zoveel foute dingen liet inlepelen. Vandaag probeer ik minder hard voor mezelf te zijn. Soms overvalt dat schuldgevoel me nog wel. Als ik merk dat ik trekjes van mijn toe-eigenaars heb overgenomen. Als ik streng ben voor mijn kinderen, bijvoorbeeld. Of besef dat mijn kasten net zo fanatiek zijn geordend als de kasten in dat huis waar ik ben opgegroeid.
"Op zo'n moment kan ik totaal blokkeren, overvallen worden door groot verdriet of boosheid. Mijn hele volwassen leven al worstel ik met de vraag: wie ben ik? Wat is biologie, wat is opvoeding? En kan ik daar wel aan ontsnappen? Ik heb nog steeds de neiging om alles te overanalyseren als ik nieuwe mensen leer kennen, op het achterdochtige af.
"Mijn visie op de wereld is op zijn kop gezet. Alles wat zij mij voor waar aanleerden was een leugen, en andersom. Ik heb mezelf echt moeten heruitvinden. Dat was pijnlijk, maar tegelijk bevrijdend."
In welk opzicht is uw kijk op de wereld dan
veranderd?
"In elk opzicht. Het gaf me de drive om allerlei dingen te doen die ik ervoor nooit deed of durfde. Zoals autorijden, de katholieke kerk de rug toekeren, sciencefictionfilms kijken, linkse boeken lezen. Politiek geëngageerd ben ik niet, maar mijn gedachtegoed is nu links. Zoals bij mijn echte ouders, ja.
"Mijn grootmoeder zei me vaak dat ze dingen van mijn vader in mij terugzag. Zoals zijn gave om steeds te bemiddelen. Mijn moeder was naar verluidt koppiger, maar zacht en loyaal. Dat herken ik dan weer wel. En van mijn oma heb ik blijkbaar mijn liefde voor schoenen geërfd. (lacht)
"Dit gaat vreemd klinken, maar mijn eerste pop noemde ik Pepe. Zoals mijn echte vader. En om te spelen reed ik vaak op een bureaustoel alsof ik in een rolstoel zat. Net zoals mijn echte vader. Toeval of een vroege herinnering? Ik wil graag het laatste geloven. Over mijn ouders praten is moeilijk. Afscheid heb ik nooit kunnen nemen. Ik weet zelfs niet waar hun lichamen begraven liggen."
Hebt u onderzocht wat er precies met uw ouders is gebeurd in het detentiekamp,
of is dat helemaal te pijnlijk?
"De Abuelas hebben over de ouders van elk verdwenen kind een dossier aangelegd. Inclusief verhalen uit de detentiecentra. Jaren lagen die papieren gewoon in de kast. Ik kon het niet lezen. Maar op een dag moest ik het gewoon weten.
"Mijn moeder was blijkbaar heel knap, dat gaf haar privileges. Ze werd niet altijd geblinddoekt, en gebruikte dat om de bewakers aan medegevangenen te omschrijven. Eén keer wist ze clandestien te bellen naar mijn grootmoeder. Heel moedig voor een vrouw van twintig.
"Mijn vader werd zwaar gefolterd. Hij was van origine Chileen, communist, belezen en ondanks zijn handicap gehuwd met een mooie vrouw: allemaal dingen die de bewakers haatten. Ze namen zijn prothesen af, lieten hem op zijn handen voortkruipen, gooiden hem van hoogtes en lieten hem zoals Romeinse gladiatoren vechten met andere gevangenen. Hard om te horen. Maar hun kracht maakt me wel trots.
"Er gaat geen dag voorbij of ik stel mezelf een 'wat als-vraag.' Wat als mijn echte ouders mij hadden grootgebracht? Wat als ik sneller de waarheid had achterhaald? Wat als ik mijn echte identiteit nooit te weten was gekomen? Totaal ridicuul, maar het is sterker dan mezelf. Het is een proces waar ik door moet. Daar gaat het theaterstuk ook over dat ik mee heb gemaakt."
Is dat de reden voor het stuk: een vorm van therapie?
"Het was niet mijn idee, wel die van de Barcelonese theatergroep La Conquesta del Pol Sud die vaker geëngageerde stukken maakt over vrouwen en identiteit. Eén van hen is Argentijn, en kende mijn verhaal uit de pers. Ze vroegen of ze mijn relaas mochten gebruiken, en of ik het zelf op het podium wilde vertellen. Eerst verklaarde ik hen voor gek. Ik ben een computeranalist, een nerd, geen actrice. Maar na honderdenéén skypegesprekken voelde het plots juist. Als ik op het podium sta, vallen alle zenuwen weg. Ik vertel gewoon mijn verhaal, en elke voorstelling schieten me weer nieuwe inzichten te binnen.
"Het helpt bij de verwerking. Maar nog belangrijker vind ik dat dit verhaal ook in Europa verteld wordt. Dat iedereen weet dat dit gebeurd is. Dat het nog steeds aan de gang is. Slechts 125 kinderen van de pakweg 400 of 500 zijn al teruggevonden. Laatst werd er nog iemand in Nederland geïdentificeerd. Wie weet wat dit theaterstuk nog kan betekenen?"
La Conquesta del Pol Sud- Claudia, met Claudia Poblete, Belgische première 16/11, KVS, Brussel, kvs.be. 17/11 in Monty, Antwerpen, monty.be