Meubilair van Stocletpaleis blijft beschermd

De Raad van State heeft het beroep verworpen van drie erfgenamen Stoclet, die in het verweer waren gegaan tegen een besluit van de Brusselse hoofdstedelijke regering. Die had in 2005 beslist om ook het meubilair en het Wiener Werkstätte-interieur van het Stocletpaleis te beschermen. Het Raad van Statebesluit betekent dat de inboedel niet meer apart kan worden verkocht.

Na de dood van barones Stoclet wilde de Brusselse hoofdstedelijke regering de inboedel van het Stoclethuis beschermen, omdat het interieur en het paleis een integraal kunstwerk vormen. Het Stocletpaleis aan de Tervurenlaan is het jugendstilmeesterwerk van architect Josef Hoffmann. Het prijkt op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco en bevat onder meer friezen van Gustav Klimt. Maar er bestond een juridisch vacuüm of de Brusselse regering wel die bevoegdheid had, terwijl bij de erfgenamen onenigheid heerste over wat er met het meubilair en interieur moest gebeuren. Een verkoop van losse onderdelen zou immers veel lucratiever zijn dan een herverkoop van gebouw mét het complete meubilair. Drie ervan gingen in beroep tegen het Brusselse besluit. Nu oordeelt de Raad van State dat de Brusselse regering wel degelijk bevoegd is. Minister-president Charles Picqué (PS), bevoegd voor het erfgoed, is opgetogen: “Het Stocletpaleis maakt deel uit van het werelderfgoed en door het te beroven van zijn meubilair zou men een onvergetelijke fout begaan.” Het arrest is een precedent. Het toont dat het gewest niet enkel gebouwen mag beschermen, maar ook de inboedel. Het gewest wil nu “zoveel mogelijk mensen mee laten genieten van het beschermde interieur”. Maar gelet op zijn broosheid “zal het niet mogelijk zijn om het voor het grote publiek open te stellen”. (DL)