Woensdag 22/03/2023

ReportageMarc Coucke

Met Marc Coucke op wandel in ‘zijn’ Durbuy: ‘Eén van de mooiste plekken ter wereld’

null Beeld Bart Leye
Beeld Bart Leye

Wat gebeurt er wanneer je met topondernemer en miljardair Marc Coucke op wandel bent door Durbuy, het Ardense stadje dat hij sinds 2016 met miljoenen aan investeringen nieuw leven inblaast? Dan is het alsof je op stap bent met een popster. Vlamingen willen selfies met hem, Waalse commerçanten komen hem achternagelopen. Dat 's werelds kleinste stadje er straks alleen nog is voor de elite, strijdt hij af. “We openen hier binnenkort een frietkot. Is dat elitair? Nee, toch.”

Annick Grobben

Ah, mijnheer Coucke, weer terug in uw tweede verblijf? U bent nu toch eens overal thuis, hé." Coucke, gezeten op het terras van zijn eigenste hotel-restaurant Le Sanglier des Ardennes aan het centrale plein van Durbuy, kijkt op en wuift lachend terug naar de West-Vlaming die hem van aan de overkant van de straat heeft herkend. Terwijl de dienster hem een Cola Zero brengt - "géén glas, altijd uit het flesje" - tokkelt hij driftig op zijn smartphone. "Wacht, er is hier nog een kapitaalverhoging bezig bij ons biotechbedrijf Mithra", zegt hij, alsof het niks is. Een interview geven en tegelijk met megabelangrijke geldzaken bezig zijn: er is er maar eentje die dat kan en dat is Marc Coucke.

Hij is inderdaad weer terug, ja. In 'zijn' Durbuy, zijn derde pied-à-terre - een peperkoeken huis hier vlakbij - na Knokke en Merelbeke, waar hij met zijn echtgenote Nathalie Baeten (47) en hun dochters Alysée (13) en Chloé (16) de meeste tijd doorbrengt. Het is de inwoners hier overigens opgevallen dat Coucke de voorbije maanden niet in Durbuy is gesignaleerd en hij dus braaf in zijn Merelbeekse quarantainebubbel is gebleven. Of zoals één restaurantuitbaatster het verwoordde: "Hij mag dan wel miljardair zijn, hij voelt zich niet beter dan een ander en houdt zich aan de regels."

null Beeld Bart Leye
Beeld Bart Leye

"Maar wat ik in die coronamaanden het meeste heb gemist, was wel Durbuy", vertelt Coucke. "Voor mij is dit stadje één van de mooiste plekken ter wereld. Ik kwam hier vroeger als kind al met mijn ouders, nadien huurde ik hier elke wintervakantie met vrienden een chalet af. De mensen weten dat ik hier graag ben. Ik doe hier niks liever dan door die oude straatjes of in de bossen wat rond te struinen om ideeën op te doen. Soms spring ik hier ineens op het toeristentreintje, ik zet mij vanvoor en ik roep: 'Bonjour tout le monde, je suis votre guide!' De mensen vinden dat geweldig."

'Projectje van mijn leven'

Het is zijn eigen treintje, natuurlijk. Zoals hier intussen, sinds hij vier jaar geleden met zijn vennoot Bart Maerten geld begon te pompen in 's werelds zelfverklaarde kleinste stadje, al enorm veel van hem is. Coucke krijgt het uit het blote hoofd niet opgesomd. Maar het gaat in totaal al om - hou u vast - quasi 1.000 hectare grond, twee golfterreinen, vier hotels, appartementen, woonpanden, winkels, een nachtclub, avonturenpark Adventure Valley, een kwart van de huizen van een vakantiedorp, de uitkijktoren, een luxueuze camping, een natuurdomein en een opslagplaats. "Het is het projectje van mijn leven dat ik hier heb", zegt Coucke daarover. Wout Bru zorgt in heel deze ambiance voor de gastronomie. Daar valt overigens niet naast te kijken: voor de ingang van Le Sanglier staat een megagroot uithangbord met de beeltenis van de gewezen sterrenchef. Coucke wil niet zeggen hoevéél kapitaal hij al in Durbuy heeft geïnvesteerd, Wout Bru - ietsje loslippiger - schat op een onbewaakt moment dat het intussen "toch al om zo'n 120 miljoen euro" moet gaan.

En dat voor een stadje met nog geen 1.500 inwoners: wordt het niet allemaal wat véél? En meer nog: kan de modale Vlaming hier straks nog wel op vakantie komen? Durbuy is van oudsher enorm populair bij Vlamingen, die samen met de Nederlanders ruim driekwart van het aantal toeristen uitmaken. Kijk hier rond en je ziet, naast gewone gezinnen en jongeren, nu ook klasbakken van auto's op de parkings, terrasparasolletjes met het logo van Veuve Clicquot en onder die parasolletjes duur geklede koppels die voor de lunch sint-jakobsschelpen bestellen en hun witte wijn gekoeld geserveerd krijgen in een ijsemmer. Durbuy lijkt stilaan echt het Knokke van de Ardennen. Coucke zucht. "Kijk, in het begin stapten er hier al eens mensen op mij af die zeiden: 'Durbuy doît rester Durbuy!' Ik begréép die bezorgdheid, want ik deelde ze namelijk zelf. Mijn antwoord aan die mensen? 'Je suis venu à Durbuy pour Durbuy, donc je ne vais pas changer Durbuy.' Het is een compliment dat het protest van in het begin grotendeels is gaan liggen en dat, op een twintigtal mensen na, iedereen nu zegt: 'We voelen ons nog altijd thuis in ons Durbuy.' Ik word oprecht blij wanneer mensen me komen zeggen: 'Ça evolue dans le bon sense.'"

Coucke kan geen stap zetten of hij wordt aangesproken.
Coucke kan geen stap zetten of hij wordt aangesproken. "Voor mij is dit stadje één van de mooiste plekken ter wereld. Ik kwam hier vroeger als kind al met mijn ouders."Beeld Bart Leye

Prinsen en wereldsterren

"Ik heb met al mijn plannen hier altijd authenticiteit voor ogen", zegt de ondernemer. "Authenticiteit én kwaliteit. Door een gebrek aan ondernemerschap en middelen - het probleem van Wallonië - stond Durbuy wat ter plaatse te trappelen toen ik hier aankwam. Vernieuwing ontbrak, hoe hard de mensen ook werkten. Het ging iets te gemakkelijk hier en dat was er aan te zien. Ik dacht: 'Het moet toch mogelijk zijn om Durbuy weer te laten herleven zoals vijftig jaar geleden? Toen kwam de hele wereld naar Durbuy. Toen logeerden er prinsen, bekende Vlamingen en Amerikaanse wereldsterren in Le Sanglier des Ardennes. Die grandeur, die wilde ik opnieuw naar hier brengen. Als extra."

"Maar: dus wel mét respect voor het karakter van Durbuy", zegt Coucke stellig. "Ik heb van meet af aan gezegd: 'We gaan zorgen dat tegenstanders op de duur geen argumenten meer hebben.' Dat is grotendeels gelukt. Ze zien nu dat de natuur de natuur gebleven is. Straffer: er hebben in Durbuy nooit meer bomen gestaan sinds wij hier zijn gaan investeren. Het eerste wat ik heb gedaan toen we Adventure Valley overnamen? Paintball, karting én quads afgeschaft. Want die activiteiten passen voor mij niet bij authenticiteit en respect voor de natuur. En vergis je niet: ze maakten 40% van de omzet uit. Vanaf dag één heb ik die dingen geschrapt en ben ik dus gestart aan min 40%. Ongezien voor een ondernemer. Wanneer bezoekers hier constant in de file zouden staan en in Durbuy geen zuivere lucht meer zouden hebben, zou ik wel heel slecht bezig zijn. Dus wat doen wij? Wij hebben hier op eigen kosten een perifere parking gebouwd, in overleg met de burgemeester die hetzelfde doet aan de andere kant van de stad. Ik koos voor Durbuy net omdat het Durbuy is."

Maar het is een feit dat toeristen - lees: dus veel Vlamingen - sinds Couckes komst beduidend méér geld uitgeven, wat ook burgemeester Philippe Bontemps (cdH) van het stadje beaamt. Hij becijferde dat er in 2019 in het kleine Durbuy maar liefst 9 miljoen euro uit de bankautomaten is gehaald en vangt van commerçanten op dat meer en meer mensen hier aan de champagne zitten en de duurdere flessen wijn laten aanrukken. "We trekken zeker een rijker publiek aan, ja", zegt Coucke. "Maar: dat is een segment dat er sinds enkele jaren weer is bij gekomen. En dat vijftig jaar geleden ook bij Durbuy hoorde. Betekent dat dat je hier niet meer kan komen zonder veel geld uit te geven? Dat je hier niet gewoon een koffietje kan drinken? Niet kan genieten van een wafel en een pannenkoek? Nee. Absoluut niet. Wat is er nu elitair aan een avonturenpark in de natuur? Toch helemaal niks.

Een vijfde van de tenten op onze glamping is absoluut luxueus, vier vijfde is toegankelijk voor élk budget. We zijn nu op ons golfterrein 400 tenten aan het zetten die normaal op de Tomorrowlandcamping Dreamville zouden staan. Wat stelden we vast? Dat de goedkoopste accommodaties meteen waren uitverkocht. Dus hebben we bijgestuurd: betaalbaardere accommodaties bijgecreëerd en de goedkoopste prijzen van 100 euro per nacht zelfs omlaag gehaald naar 70 euro, inclusief beleving en zwembad. Om maar te zeggen: ik ben niet het type ondernemer dat in elk project maximale rentabiliteit zoekt. Wie mij goed kent, weet dat. Voor wat onze investeringen in Durbuy betreft, hebben we onszelf nog nooit één cent dividend uitgekeerd. En dat zal de eerste tien jaar ook niet gebeuren. Het mooiste dividend dat ik kan krijgen, is dat mensen stilaan beginnen te zeggen: 'Joepie, we hebben hier in de Ardennen opnieuw ons plekje!' Mijn ultieme droom over vijf jaar? Dat mensen, wanneer je hen vraagt naar hun leukste weekend of het leukste bedrijfsevent van het jaar, 'Durbuy' antwoorden. Dat zou mij oprecht gelukkig maken."

De redder

"Kijk, ik heb er geen nood aan om hier te worden aanzien als redder, ik vind het gewoon leuk als iedereen er hier wat beter van wordt", filosofeert Coucke verder. "Begin dit jaar vroeg ik eens aan een madam van een broodjeszaak hoe zij nu eigenlijk tegen de dingen aankijkt. 'Hoe meer volk er bij u zit, hoe meer volk er bij mij komt.' Dat is wat ik bedoel. Mocht ze me hebben gezegd dat ze minder volk heeft omdat iedereen bij mij zit, dan zou ik moeten zeggen: 'Coucke, je overdrijft met je capaciteit.' Ik geef hier intussen werk aan 250 tot 300 mensen: ook dat is wat ik belangrijk vind. Toen ik hier aankwam, was er hier 15% werkloosheid. Dat is intussen gezakt naar 11%, omdat de hele economie door al die investeringen wordt aangezwengeld. We proberen nu naar 7% te gaan. Wel, als je dat kan presteren, dan ga je van een arme regio naar een welstellende regio. Dat is toch gewoon fantastisch?"

Op zijn Yeezy- sneakers van Kanye West geeft Coucke een - ultrakorte - rondleiding. Durbuy is echt maar een zakdoek groot. Beeld Bart Leye
Op zijn Yeezy- sneakers van Kanye West geeft Coucke een - ultrakorte - rondleiding. Durbuy is echt maar een zakdoek groot.Beeld Bart Leye

"Kom, we zullen de toer eens doen", zegt Coucke. "Dan zal je zien wat ik met diversiteit bedoel." Pal naast zijn vijfsterren-hotel in aanbouw - dat via een tunnel onder de straat verbonden is met Le Sanglier des Ardennes - houdt hij halt bij de enige friterie die Durbuy rijk is. "Voilà, dat frietkot hier heb ik gekocht. Het gaat op 1 juli open", geeft hij een primeurtje prijs. "Is dat elitair? Nee, toch. Dit is toch het mooiste bewijs van diversiteit. Maar: we gaan er wel de beste frituur van België van maken, aan de prijs van een gewoon frietkot. Alles wordt zelf gemaakt, tot de frikandellen en de sausjes toe. De stoverij en de vol-au-vent gaan van Wout Bru zijn." Sergio Herman achterna, dus? "Maar nee. Bij Sergio kan je toch geen kleintje met tartaar en een frikandel bestellen? Dit is een ander concept. En het ambachtelijke van alles zelf maken, past helemaal bij Durbuy. Het is zo authentiek als authentiek maar kan zijn."

De ondernemer glundert als een klein kind. "Ik ben zot van een pakske friet. Tuurlijk kom ik nog in een gewone frituur. Dat is toch het beste wat er is? Alle frituren van Merelbeke kennen mij. Dus toen de eigenaars van deze friterie me lieten weten dat ze er weinig zin meer in hadden, dacht ik: 'Dát moeten we hier ook nog hebben! Een goed frietkot.'" Het is trouwens een misverstand dat Coucke zijn imperium hier uitbreidt door zelf continu op jacht te gaan. "Veel mensen komen mij zoeken", zegt de zakenman. "Alleen al in de coronamaanden hebben elf mensen mij gevraagd of ik hun pand niet wilde kopen. Op twee aanbiedingen ben ik ingegaan, negen voorstellen heb ik geweigerd. Want ook dat is een fabel, dat ik hier op termijn alles zou willen opkopen. Wanneer mij morgen iemand zegt dat hij komt investeren in Durbuy, ga ik dat alleen maar fantastisch vinden. Het is niet mijn ultieme droom om hier alles in mijn bezit te hebben, nee." Vlamingen op een terras wat verderop zwaaien hem toe en roepen of hij een rondleiding aan het geven is. Coucke knikt van ja.

De toren van Rapunzel

In het gereputeerde hotel-restaurant Le Saint-Amour op het plein staan de zussen Colette (58) en Chantal (57) Ruchenne hun klanten te woord, zoals ze dat hier al veertig jaar doen. Een vertrouwd beeld in Durbuy dat straks tot het verleden zal behoren. Want de zussen hebben hun familiezaak in oktober vorig jaar verkocht aan Coucke - omdat ze het rustiger aan willen doen - en zijn hier nu aan hun laatste jaar bezig. Ze geven toe dat hun vaste klanten ongerust zijn. Dat sommigen zelfs vlakaf zeggen: "Misschien komen wij niet meer naar Durbuy als jullie weg zijn, want het zal niet meer hetzelfde zijn." Wat die klanten daarmee bedoelen, is dat ze verhangen zijn aan die typische gastvrijheid die een familiezaak als Le Saint-Amour kenmerkt. “Ik heb monsieur Coucke - die voor ons precies uit de hemel kwam gevallen - gevraagd om heel goed zorg te dragen voor ons kind", zegt Colette met nu al een zweem van weemoed. "Ik hoop dat hij hospitaliteit hier hoog in het vaandel blijft dragen."

"Awel, dat is nu net waarom we op zoek zijn naar een familie om dit etablissement straks uit te baten", repliceert Coucke. "Een gezin met echt horecabloed. Want Le Saint-Amour moet absoluut een familiezaak blijven en géén annex van Le Sanglier des Ardennes zijn. Dat is dus wat ik bedoel met: de ziel van Durbuy bewaken en bewaren." Al is Coucke wel zo eerlijk om er fijntjes bij te zeggen dat Wout Bru de toekomstige eigenaars "wat steun gaat geven om de keuken te upgraden". Toch wel, ja.

Hij kan hier op zijn Yeezy-sneakers van Kanye West letterlijk geen stap zetten zonder te worden aangesproken. "Ah, monsieur Coucke, aan het werk?", roept de uitbaatster van een wafelkraam hem lachend toe. Het gebeurt ook dat commerçanten de Vlaamse ondernemer achternalopen wanneer ze hem ontwaren. Om dan gewoon maar te zeggen: "Lekker weertje vandaag, hé?" Of: "Alles goed met u?" Je zou nog kunnen zeggen dat de mensen hier op een goed blaadje willen staan met hem. Maar: ze reageren dus echt hartelijk op Coucke. Die hier trouwens een gids zou kunnen zijn. Je moet hem bijna stoppen wanneer hij begint te vertellen over het enorme rotsmassief aan de oude arm van de Ourthe en hoeveel "honderden miljoenen jaren" dat rotsmassief al op de teller heeft staan.

Wanneer een groep Kempense vrienden hem in één van de steegjes kruist, roepen ze bijna in koor: 'Hey Marc, mogen wij een selfie nemen met u?' Dat mag. Coucke laat het zich met de glimlach welgevallen. "Maar dat treft, man! Wij waren vijf minuten geleden nog over u aan het praten. Dat hier nogal veel van u is tegenwoordig en hoe wij Durbuy associëren met u. Maar allez toch, als je van de duivel spreekt!" De jongeren staan te springen, zijn door het dolle heen met de toevallige ontmoeting, precies alsof ze Bono hebben gezien. En ze houden wijselijk hun mond over voetbal. Tijdens zijn toertje door Durbuy zullen maar een paar Vlaamse terrasgangers, de duimen omhoog, luidkeels "RSCA!" roepen naar de eigenaar van de Anderlechtse club die niet langer voorzitter is. "Kijk, en hier gaan we binnenkort wafels en pannenkoeken serveren", zegt Coucke, wijzend naar een alleraardigst pand met een torentje dat zo uit het sprookje van Rapunzel lijkt weggelopen. "Lijkt me toch ook niet echt iets voor de elite, maar voor gezinnen. (lacht) De toren, daar kunnen kinderen in klauteren terwijl de ouders op het gemak iets nuttigen. Dat was hier niet, een zaak met een tuintje voor de kinderen. Dus dacht de ondernemer in mij: 'Dan gaan we daar voor zorgen.' Dat is toch allemaal fantastisch?"

Zelf verwonderd

Op het einde van de ultrakorte wandeling - Durbuy is echt maar een zakdoek groot - passeert Coucke een zaakje in kleine lederwaren. De man die ze maakt - een soort verwilderde Jezus - ziet hem en holt gelijk zijn winkeltje uit. "Monsieur Coucke!", roept hij hem na. "Laat mij u bedanken, het is formidabel wat u voor mij heeft gedaan!" Coucke wenst hem veel geluk. "Die man verkocht zijn lederwaren hier vroeger illegaal op straat en hij had van de gemeente te horen gekregen dat hij daarmee moest stoppen. Wel, dan zijn we een pand voor hem gaan zoeken. Heb ik daar iets aan? Nee. Maar die man is een personage in Durbuy. Hij hoort bij het stadje. Hij is authentiek. Dus hebben we hem geholpen, al heeft hij uiteindelijk zelf de oplossing gevonden." Het is te geloven, ja, waarom veel protest intussen is gaan liggen.

De zomer kondigt zich na alle corona-ellende - Durbuy verloor in maart en april alleen al aan parkeerinkomsten 100.000 euro - veelbelovend aan. In juli en augustus struint hier op zonnige dagen tot 15.000 man door de straatjes, de burgemeester verwacht dat dat dit jaar niet anders zal zijn. De meeste hotels zijn voor de weekends volgeboekt, boekingen voor midweken beginnen aardig te lopen, al zijn ze later gestart dan vorig jaar. "Het blijven coronatijden, hé", zegt Coucke, die van de gelegenheid gebruik maakt om zijn chauffeur nog snel even richting Green Fields Durbuy te sturen. "Want ik heb zelf nog niet eens gezien hoe ver het staat met de opbouw van de tenten en lodges van Tomorrowland." Wanneer hij zijn golfterrein oploopt en het kleurrijke schouwspel overschouwt, wordt hij haast lyrisch. "Geen Tomorrowland deze zomer, maar dit is toch wel een heel fijn alternatief. Ik ga hier zelf ook drie nachten met mijn gezin komen logeren." Hij begint zowaar alles te filmen. "Ik mag soms toch zelf nog verwonderd zijn, niet?”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234