'Met de Arco-deal had ik niks te maken'
Hij past in de galerij van de supercabinetards en duwt nu als hoofd de modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën door. Maar tussenin raakte de naam van Hans D'Hondt plots bekend door de Fortisaffaire die de regering-Leterme uiteindelijk de kop kostte.
Drie keer stond Hans D'Hondt eind 2008 voor zijn toenmalige baas, premier Yves Leterme (CD&V), om hem zijn ontslag aan te bieden. Drie keer weigerde Leterme. "De vierde keer pakte hij de ontslagbrief uit mijn handen en stak hem zelf op zak. 'Nu kunt ge uw ontslag niet meer aanbieden', zei hij me."
Aanleiding voor de ophef was toen de Fortisaffaire, die de regering-Leterme fataal zou worden. Vraag was of de regering ongeoorloofde druk had gezet op de rechters die zich moesten uitspreken over de geldigheid van de verkoop van de bank Fortis.
In die kwestie viel toen ook de naam van de kabinetschef van de premier, Hans D'Hondt. Hij zou, via via, geprobeerd hebben te wegen op het gerechtelijk onderzoek, en hij had, tijdens de beroepsprocedure, telefoons ontvangen van de echtgenoot van een betrokken rechter. D'Hondt werd achteraf volledig vrijgepleit. Onder de volgende premier, Herman Van Rompuy, werd hij opnieuw kabinetschef.
Tot hij de overstap kon maken naar de FOD Financiën.
Geen ontsnapping, benadrukt Hans D'Hondt. Trots vertelt hij over de indrukwekkende gedaanteverwisseling die de dienst onder zijn hoede doormaakte, van politiek verlamd ministerie naar voorloper in de administratieve vernieuwing. "Alleen hier is de redesign van de overheid al een succes. We hadden een verschrikkelijk imago, maar nu zijn we bij de besten van de klas."
Voor zijn medewerkers is hij niet meneer de voorzitter, maar gewoon Hans. "De secretaresse en de chauffeur zijn evenwaardige collega's. Ik heb hen nodig. Zo'n houding was wennen hier."
Hoe machtig is zo'n hoofd van een administratie met nog altijd 21.000 ambtenaren in dienst? "Macht is een illusie", blaast Hans D'Hondt. "In een land als België dat samenhangt van de evenwichten, stoot je snel op de limieten van autonome beslissingen, in welke positie dan ook. Een premier heeft macht, ja. Andere regeringsleden ook nog. Bij de overheid ben je dan rond.
"Natuurlijk zijn er heel wat mensen, op kabinetten en elders, die de mogelijkheid hebben om veel of weinig invloed uit te oefenen. Is dat macht? Voor mij is dat stielkennis. Doordat een adviseur zijn stiel kent, heeft hij macht."
Kabinetschefs zijn de compromissenmakers. Die stiel heeft een slechte naam gekregen.
Hans D'Hondt: "Een compromis is geen vies woord. Ofwel blokkeert alles bij een meningsverschil, ofwel zoek je gemeenschappelijke grond en probeer je samen vooruit te gaan. In je gezin werkt het toch ook zo? Waarom is een compromis bij de organisatie van de gehele samenleving dan plots verrot?"
Wat maakt van een compromis een goed compromis?
"Als de situatie erdoor verbetert, en alle gesprekspartners in hun waarde worden gelaten. Bij Financiën hebben we een zware herstructurering achter de rug, zonder oorlog met de vakbonden. Hoe dat lukt? Omdat we elkaar gerespecteerd hebben. Je gaat niet roepen en niet dreigen. En je houdt je aan je woord.
"Als je een compromis wilt sluiten, moet je eerst het standpunt van de ander goed kennen. Je moet weten waar het lijntje breekt. En wie weet, heeft de ander wel gelijk op een punt? Het kan respectabel zijn om van mening te veranderen, als de andere sterkere argumenten heeft."
'Voor een heerser is de keuze van zijn medewerkers een zeer voornaam punt. Deze zijn namelijk goed of niet goed, al naargelang het inzicht van hemzelf goed of niet goed is.'
(Machiavelli, De heerser, XXII, 1)
Hoeveel macht heeft een ambtenaar?
"Geen. Toch niet in de zin van: ik beslis en daarmee basta. Je kunt, als onderdeel van een proces, wel invloed uitoefenen op de besluitvorming. En vanuit sommige posities zal die invloed groter zijn dan vanuit andere."
U zou het een minister die u niet bevalt toch knap lastig kunnen maken?
"Goh, ja, dat marcheert dan tot aan je eerste evaluatie. (grijnst) Dan is dat spelletje gedaan. Ik heb dat weleens gezien bij collega's. Ik heb me daar altijd tegen afgezet. Ook al zou je persoonlijke afkeer nog zo groot zijn, je hebt de verantwoordelijkheid om de samenleving te dienen. Dat doe je niet door je eigen organisatie te saboteren."
U was vroeger kabinetschef. Had u toen meer macht?
"De kabinetschef is de voornaamste adviseur van de minister. Een kabinet werkt als een wielerploeg. De minister is de kopman die de sprint moet winnen, de kabinetschef is de laatste in het treintje dat hem aan de meet afzet.
"Ik heb altijd tegen mijn ministers gezegd dat als ze iemand wilden die hen alleen maar gelijk gaf, ze maar iemand anders moesten gaan zoeken. Een van mijn sterktes was dat ik onafhankelijk was, als gedetacheerd ambtenaar. Die terugvalpositie gaf me onafhankelijkheid om te durven zeggen: 'Ik denk dat u fout zit'. Ik moest nooit bang zijn voor mijn job.
"De relatie tussen een minister en zijn kabinetschef berust op absoluut vertrouwen. Als kabinetschef moet je ruiken tot waar je minister wil dat je je engageert. Als je in een kabinetswerkgroep een afspraak maakt, en je minister gaat daar vervolgens dwars tegenin, dan is je geloofwaardigheid naar de vaantjes. Eén keer een accidentje, dat kan, maar na twee keer lopen je collega's over je heen."
Het idee leeft dat terwijl politici de aandacht vangen, kabinetschefs en topambtenaren het land regeren.
"Dat idee dat een minister een soort marionet is in de handen van zijn kabinet, klopt helemaal niet. De minister is de nummer één. Er zijn meestal verduiveld goede redenen waarom juist hij of zij die nummer één is.
"Ambtenaren zitten in de machinekamer. Zij houden de boel draaiende, zelfs als er geen regering is. En zij voeren de innovatie uit die de regering aanbrengt: nieuwe regels en wetten. De kabinetschefs koken de beslissingen voor. Toen ik bij de premier zat, hielden we op donderdagmiddag altijd een beraad met de kabinetschefs van de vicepremiers. Regeerden wij het land? Welnee, wij ruimden obstakels op zodat de ministerraad zich kon bezighouden met de echt belangrijke zaken."
Van Luc Coene werd gezegd dat hij de tweede machtigste man in de regering was, na de premier.
"Van Jean-Luc Dehaene werd dat ook gezegd, toen hij voor Wilfried Martens werkte. 'Martens komt niet, Jean-Luc komt zelf', luidde het grapje toen. Een kabinetschef van de premier is op de hoogte van alle belangrijke dossiers. Daardoor heeft hij een bredere kennis en invloed dan een vakminister, maar in termen van macht heeft hij niets te zeggen. Je bent een fixer, maar je fixt niks voor je eigen eer en glorie, enkel als vertegenwoordiger van je baas.
"Jean-Luc zei altijd: een slechte minister met een goed kabinet, ça va nog. Maar een goede minister met een slecht kabinet: die gaat kapot. Sterke politici hebben de neiging sterke medewerkers rond zich te verzamelen. Ze zoeken de tegenspraak juist op. Als je in zo'n functie komt, mag je niet op een uur werk kijken. Je staat op en gaat slapen met je werk, en soms ga je ook niet slapen. Op ralenti rijden, zit er niet in."
Nooit getwijfeld of u dat niet liever in eigen naam in plaats van voor iemand anders wil doen?
"Politiek is de hardste stiel die ik ken. Dag en nacht werken, altijd onder het oog van het publiek, vaak ondank krijgen en weinig jobzekerheid. Het is de allerlaatste job die ik ooit zou willen doen.
"Als ik gewild had, dan was ik wel op een lijst geraakt. Lokaal heb ik weleens meegedaan, maar het is niks voor mij. Het verschil is: een kabinetschef moet maar door één mens verkozen worden, een politicus door duizenden."
'Door de ouderdom en de continuïteit van de heerschappij raken de herinnering aan vernieuwingen en de redenen daarvoor in vergetelheid'
(Machiavelli, De heerser, II, 2)
Beschouwt u zichzelf nog als christendemocraat?
"Hier in dit huis (de FOD Financiën, red.) ben ik politiek kleurloos. In de administratie moet je je persoonlijke voorkeuren opzij kunnen zetten. Anders ben je meteen je geloofwaardigheid kwijt. Als ik aan politiek wilde doen, was ik wel op een lijst gaan staan.
"Mijn aanstelling hier is in alle transparantie verlopen. Ik heb meegedaan aan het assessment van Selor (overheidsdienst voor personeelsbeleid, red.) en kwam als best geschikte kandidaat uit de bus. De voogdijminister was toen nog Didier Reynders. Ik weet niet of hij nu zo verguld van vreugde was dat een CD&V-cabinetard zijn boîte ging runnen. Maar ook hij heeft me nooit iets in de weg gelegd."
Oud-minister Paula D'Hondt was uw tante. U was voorbestemd om CD&V-topper te worden.
"Het is geen geheim dat mijn familie uit overtuigde CVP'ers bestond, strekking ACW. Zij kwamen allemaal uit de KAJ, zo ging dat toen. Maar ik maak me sterk dat ik mijn loopbaan te danken heb aan mijn expertise, niet aan mijn etiket of familienaam.
"Ik ben halfweg de jaren 80 begonnen op een PSC-kabinet (nu cdH, red.), bij Philippe Maystadt, die een expert zocht voor het prijsbeleid. Op dat kabinet ben ik wat doorgegroeid en daar heeft Jean-Luc Dehaene mij in de gaten gekregen. Ik ben nog even teruggegaan naar de administratie, mocht twee jaar later bij hem beginnen, en daarna is het niet meer gestopt."
Eind vorig jaar sprak u zich uit voor een verlaging van de vennootschapsbelasting. Dat was niet meteen het CD&V-standpunt.
"Ik heb inmiddels wel de leeftijd om iets te kunnen zeggen zonder dat ik meteen omvergeblazen word. Niet iedereen was daar even happy mee. (glimlacht) Dan komen er wel een paar 'bezorgde' sms'jes binnen. En dan? Partijpolitiek had daar niets mee van doen. Ik ga dat nu niet koppig blijven herhalen, maar ik zie wat ik zie, hier in mijn job. De bezorgdheid is legitiem dat we fiscaal concurrentieel moeten blijven ten opzichte van andere landen."
CD&V heeft u nooit gecontacteerd over uw visie op de vennootschapsbelasting?
"In de partij was men wellicht niet blij, maar niemand heeft me gezegd: in uw kot, en hou u koest. Dat zou bij mij ook niet echt werken." (grijnst)
Politiek speelt geen rol in de administratie?
Dat klinkt wel erg naïef.
"Wel, ik betwist dat dus. Ik krijg hier nooit een echo uit de politiek te horen. Nooit. Behalve uiteraard van mijn minister (Johan Van Overtveldt (N-VA), red.), maar dat is nogal logisch. Ook vroeger, in die zogenaamde gepolitiseerde tijd, deden topambtenaren gewoon hun job."
Waarom hechten partijen dan zelf zoveel belang aan die topbenoemingen in overheidsbedrijven?
"Vooral uit zelfverdediging, denk ik. De ander heeft ook zijn mannetje in de raad van bestuur, dus moeten wij er ook een hebben. Er is een grote vrees om achtergesteld te worden, minder snel informatie te krijgen...
"Er is niks mis mee om naar een bepaald evenwicht te zoeken. Het misverstand is dat velen denken dat degenen die dan benoemd worden, vervolgens slaafs de orders zouden opvolgen van hun partij.
"Ik ben bestuurder geweest bij de Federale Participatiemaatschappij FPIM, maar ik heb nooit ofte nimmer aan een partij gerapporteerd. Wel aan een minister, niet aan de partij. Dat is niet anders als bij grote bedrijven. Ook daar wil elke grote aandeelhouder zijn plek in de raad van bestuur."
Toch blijft u voor iedereen een 'tsjeef'.
"Ik ben daar nogal filosofisch geworden. Al blijf ik tot mijn 120ste voor een ministerie werken en haal ik al mijn doelstellingen, dan nog zal ik die kleur blijven hebben. En eigenlijk kan me dat niet schelen. Ik heb altijd hard gewerkt en dingen gedaan waarover ik best tevreden mag zijn. Ik heb daar ook appreciatie voor gekregen."
U hebt ook een ACW-stempel...
"Omdat ik voor Jean-Luc ben beginnen te werken. Ik heb nooit voor het ACW gewerkt. Ik heb daar een pak vrienden, maar die heb ik ook bij Unizo."
Het ACW hield vergaderingen met bevriende politici om beleidsprioriteiten af te stemmen.
"Ik ben daar zelfs naartoe geweest.'"
Voilà.
"Ik zat daar in het begin als medewerker van Jean-Luc. Dat ging puur om informatie-uitwisseling. Ik herinner me niet dat ik daar ooit veel nieuwe dingen heb gehoord. Ik zie die mensen af en toe nog. So what?"
Als er een deal voor Arco uitgedokterd moet worden, is het wel handig om de kabinetschef te kennen.
"Met de Arco-deal heb ik nooit rechtstreeks te maken gehad. Dat was het werk van mijn opvolger (Eric Kirsch, financieel expert en oud-topcabinetard CD&V, red.). Ik ben zelfs bij dat dossier niet betrokken geweest. Dat mocht ik ook niet, omdat ik bestuurder was bij de FPIM en er dus een belangenconflict dreigde."
Punt blijft dat ACW-cabinetards het ACW uit de brand geholpen hebben met Arco.
"Maar neen. Cabinetards zijn technici. Ze voeren opdrachten uit, ze nemen geen beslissingen.
Er is op een bepaald moment een beslissing gemaakt voor Arco en voor Ethias. Alleen raakte die van Ethias sneller uitgevoerd, waardoor het nu lijkt alsof achteraf alleen nog rap iets voor Arco gedaan is. Maar ik was daar nooit rechtstreeks bij betrokken."
Hebt u aandelen bij Arco?
"Waarschijnlijk heb ik in een schuif nog wel een coöperatief aandeel liggen, zoals iedereen die bij de BACOB een bankrekening of een lening had, maar dat was omdat ze de goedkoopste waren voor hypothecaire leningen indertijd." (lacht)
Is dat niet een beetje gemakkelijk? Wie een belangenconflict heeft, verlaat de vergadering en daarmee is het probleem opgelost.
"Nu ga je ervan uit dat al wie blijft zitten, de belangen van die andere zal dienen. In de publieke besluitvorming werkt het zo niet. In veel gevallen zijn dat politieke tegenstanders.
"Ik vind niet dat een ambtenaar bestuursmandaten in een privéonderneming moet hebben. In een overheidsbedrijf ligt dat anders, want daar zit je namens de overheid."
Toch zijn er medewerkers van Financiën die aandelen hadden in een bedrijfje dat fiscale lezingen geeft.
"Ik spreek in principe niet over concrete dossiers, maar eigenlijk is dit redelijk eenvoudig. Je hebt ambtenaren die een cumulmachtiging vragen. Die wordt al dan niet toegestaan op grond van de overweging of er al dan niet een belangenconflict is. Bon, in een bepaald geval wordt die cumul dus geweigerd. De betrokkene kan dan naar de Raad van State stappen."
Klopt het dat uw mandaat hier bij Financiën het eerste was dat u zelf echt graag wilde?
"Als je twintig jaar op kabinetten werkt en je wilt dat niet zelf, dan ben je niet goed bezig. (glimlacht) Op een bepaald moment heb ik tegen Herman Van Rompuy gezegd: 'Aan die vacature voor Financiën zou ik willen meedoen'. Toen heeft hij meteen gezegd: 'Denk nu eindelijk eens aan uzelf en doe mee'.
"Dit was voor mij een droomjob: een gigantische werf! Ik moet bij het examen tijdens de vragenronde van de jury gezegd hebben: 'Dit is nu eens een job waarvoor ik iemand zou vermoorden'." (lacht)
"Net voor ik begon in 2010, was er een uitzending van Panorama: 'Het failliet van Financiën'. Inge Vervotte stuurde me meteen een sms'je: 'Oei, oei, financiën'. (lacht) En toch zag ik ook een mooi departement met gemotiveerde mensen. Vooral op het vlak van management en vernieuwing is er van alles misgelopen: een guerre de chefs, voortdurend wisselende doelstellingen... Ik heb tegen de administrateurs-generaal gezegd: 'Mijn job is dat jullie je job kunnen doen'. Mijn belangrijkste taak was om een team te maken van dat directiecomité. Dan kun je vooruit."
'Juist die machthebbers die zich aan hun woord weinig gelegen lieten liggen, hebben grote dingen tot stand gebracht en op sluwe wijze de geest van mensen bespeeld.'
(Machiavelli, De heerser, XVIII, 1)
Wat is uw verdienste in de hervorming bij Financiën?
"Zonder een zekere graad van koppigheid raakt zoiets niet in gang. En ik ben redelijke koppig. (grijnst) Ik ben nooit te beroerd om van gedacht te veranderen, maar het duurt meestal wel een tijdje. Eens je als team weet welke richting je uit wilt, moet je dat bewaken. Daar dien ik voor. Ik hou het tempo erin."
Zou het kunnen dat de malaise voor uw komst een ideologische keuze was?
"Dat minister Reynders het departement niet wilde laten werken, bedoel je? (nadrukkelijk) Neen! Ik heb nooit enig probleem gehad met een minister. Ze hebben me altijd laten werken.
"Je gaat me nooit horen zeggen dat mijn voorgangers slechte managers waren. Soms moet iets eerst wat tijd krijgen voor er dingen kunnen veranderen."
En nu komt dan het verhaal dat deze administratie zich misrekend heeft. Weg, goed imago!
"De administratie noch de minister heeft zich misrekend. De minister heeft onze nota op zijn site gepubliceerd. Er is daarover geen enkel conflict. Als men een begroting maakt, moet men rekening houden met bepaalde parameters. Die kunnen veranderen onderweg. Als je economische groei op een bepaald moment anders is dan wat er geraamd is, dan is je resultaat ook anders. Je moet soms anticiperen op menselijk gedrag, wat niet vanzelfsprekend is. Soms zie je dingen niet aankomen, zoals de dalende voorafbetalingen. Is dat de fout van iemand?"
De begroting blijft de weak link in deze regering.
"Maar kijk eens in welke omstandigheden deze regering zat? Terreur, asielcrisis..."
Men had toch iets voorzichtiger kunnen zijn bij de financiering van de taxshift.
"No comment. Die afwegingen worden gemaakt op politiek vlak. Ook in het verleden gebeurde het dat men beslissingen nam, en pas later compenserende maatregelen volgden, naarmate het nodig was."
Vindt u de roep om rechtvaardiger belastingen terecht?
"Kent u een Belg die niet vindt dat de belastingverdeling rechtvaardiger moet zijn? Voilà. De vraag is hoe je daar vorm aan geeft. Zo veel mogelijk inkomensherverdeling is een optie. Maar je kunt ook zeggen: een belastingverdeling die economische activiteit aanmoedigt en ervoor zorgt dat diegenen die werkgelegenheid creëren, vooruitgaan. Afhankelijk van je maatschappijvisie vind je het ene rechtvaardiger dan het andere. Dat is een politieke beslissing. Ik zal uitvoeren wat de politiek beslist."
Is het voorstel voor verlaging van de vennootschapsbelasting financieel neutraal volgens u?
"Mijn diensten hebben een voorstel met een sluitende berekening op tafel gelegd. Maar ook dat vertrekt altijd van hypothesen en scenario's. De economische realiteit kan altijd anders zijn."
Vindt u het dan storend dat uw partijgenoten de minister daarop aanvallen?
"Zoals ik al zei: in deze functie heb ik geen 'partijgenoten'. Maar als ik zie hoe men nu de man speelt in de politiek tegenover vroeger, dan ben ik blij dat ik er niet meer in zit. Ik méén dat. Ik heb dat ook tegen Johan (Van Overtveldt, red.) gezegd. Maar dat is van alle partijen. Als je ziet hoe men op alle personen schiet: Kris Peeters, Johan Van Overtveldt, Charles Michel...Zo ging het vroeger niet. In zo'n wereld zie ik mezelf niet meer meedraaien. Ik zou trouwens niet meer mogen van mijn vrouw." (lacht)
Was dat ook een reden om destijds een uitweg te zoeken? Toen u stopte als kabinetschef, was het ook niet de meest vrolijke periode in Wetstraat. Uzelf was in opspraak gekomen in de Fortiszaak.
"Ik ben nergens van weggevlucht. Ik heb nooit verklaringen afgelegd over Fortis, en ik ga dat ook niet doen.
"Ik heb altijd enorm belang gehecht aan mijn professionele integriteit. Die periode was lastig, maar ik wist dat ik volkomen recht in mijn schoenen stond. (zucht) Uit latere uitspraken is duidelijk gebleken dat wij in de regering op dat moment in een circus zaten waarmee we niets te maken hadden. Die regering leek een zandkasteel dat van het ene moment op het andere werd weggespoeld in de golven. En als je dan zelf in dat zandkasteel zit, dan stroom je mee."
Was dat de moeilijkste periode uit uw carrière?
"Amai. Dan moet je blij zijn dat je een warm nest hebt om op terug te vallen. Anders... Maar dan merk je dat er gelukkig ook mensen zijn die je integriteit kennen en die je niet laten schieten."
De nieuwe premier, Herman Van Rompuy, heeft u toen gesteund in de Kamer.
"Ik ben hem daar nog altijd dankbaar voor. Toen hij nog Kamervoorzitter was, heeft hij die brief van Cassatie bekendgemaakt, waar alles mee begonnen is. Wat kon hij anders doen? Als hij de brief achterhoudt, komt dat een paar weken later toch uit. Dan zit je met een echte regimecrisis. De auteur van die brief (voorzitter Ghislain Londers van het Hof van Cassatie, red.), dat is wat anders..."
Het was achteraf ook niet nodig geweest dat uw naam publiek genoemd werd. Neemt u dat Yves Leterme kwalijk?
(nadrukkelijk) "Ik neem Yves ab-so-luut niets kwalijk. Hij is altijd achter mij blijven staan en daar dank ik hem voor. Ik heb nog altijd een uitstekend contact met hem. We zijn vorige week nog iets gaan eten. Hoe men op hem is gaan schieten, dat was ook niet zachtzinnig."
Lees alle vorige afleveringen van deze serie op demorgen.be/hetmonstervandemacht
Hoeveel verdient u?
"Als voorzitter is dat rond de 7.000 euro netto. Natuurlijk is dat goed betaald. Kijk eens naar de privésector. Er zijn veel directeurs-generaal die minder verdienen. Tja, in de BEL-20 verdienen ze meer. Maar moet je meer verdienen om gelukkig te zijn? Ik niet."
Wie is de machtigste persoon in het land?
(blaast) "Op het eerste gezicht zou ik zeggen, de eerste minister. Je kunt je afvragen of er in ons democratisch bestel nog mensen zijn die écht macht hebben. Je hebt enkel mensen die verantwoordelijkheid oppakken en daarmee bevoegdheden kunnen uitoefenen."