Dierproeven
"Meer dan vier op de vijf dierproeven zijn nutteloos"
Bijna 85 procent van de medische experimenten op dieren is nutteloos. Dat concluderen onderzoekers van de Nederlandse universitaire ziekenhuizen van Nijmegen en Utrecht, en het Netherlands Heart Institute.
Het overgrote merendeel van de medische experimenten op dieren mislukken, of blijken nutteloos te zijn voor medische vooruitgang, stellen de onderzoekers vast. Ook worden heel wat proeven slecht uitgevoerd, waardoor de proefdieren onnodig lijden of sterven.
Het probleem is dat over dergelijke mislukte proeven zelden wordt gecommuniceerd, waardoor andere onderzoekers de proeven nodeloos herhalen. Dat wijten de onderzoekers aan de hoge prestatiedruk in de wetenschap. "Voor wetenschappers is het heel belangrijk om te publiceren in wetenschappelijke tijdschriften”, zegt Kim Wever van Radboudumc (Radboud University Medical Center) Nijmegen. "Daar worden zij op beoordeeld en afgerekend. Als een proef niets oplevert – wat vaak zo is – zijn die gegevens dus niet interessant.”
In België worden jaarlijks meer dan 535.000 dierproeven uitgevoerd, vooral op ratten, muizen en hamsters, maar ook op honden, katten en reptielen. Er werd echter nog nooit onderzoek gedaan naar hoeveel van die proeven een bruikbaar geneesmiddel helpen ontwikkelen. Karine Breckpot, voorzitter van de Ethische Commissie Dierproeven van de VUB, kan dan ook moeilijk de Belgische vergelijking maken. "Technische problemen en menselijke fouten zijn natuurlijk onvermijdelijk, maar een exact cijfer kunnen we er niet op plakken."
Wel verzekert Breckpot dat haar VUB op voorhand onderzoekt of een dierproef geen herhaling is van een vorige proef. "Ook worden zowel positieve als negatieve resultaten van dierproeven steeds gepubliceerd. Nodeloze herhalingen lijken me in België dus eerder een uitzondering."