InterviewMatteo Simoni
Matteo Simoni: ‘Ik viel 10 kilo af en zag helemaal grauw. Ik was dus klaar voor mijn rol als Dennis Black Magic’
De lockdown kon voor Matteo Simoni (32) op geen slechter én op geen beter moment komen. De opnamen voor de film Zillion werden afgelast, maar dat betekende wel meer tijd voor zijn pasgeboren dochter. ‘Ik ben een luxepaard. Ik hoef niet te stressen.’
Een als zomerdag vermomde lentemaandag in Antwerpen. Met een zonnebril op de neus komt Matteo Simoni fluks de Grote Markt op gefietst. Ik stel me voor hoe in normale tijden de hoofden op de overvolle terrasjes zich naar hem zouden draaien. Hoe dames op leeftijd van hun pot mosselen zouden opkijken, en elkaar zouden aanporren: ‘Kijk, die knappe gast van Marina!’, en grinnikende tieners hem vanaf een bankje ‘Voorzichtig op de baan, hè!’ zouden naroepen.
Dat gebeurt allemaal niet. Er is niemand. De Grote Markt is leeg. Simoni en ik hebben afgesproken om samen een anderhalvemeterwandeling te maken door de stad. Beginnend in de buurt waar hij zes jaar lang woonde, en naar eigen zeggen volwassen is geworden. Hij kwam in de Zwartzustersstraat aan als “puber” van 26, en trok er begin dit jaar weer weg als vader van Giulia, het meisje dat zijn vriendin Loredana Falone en hij mochten verwelkomen in de laatste dagen van 2019.
BIO
• geboren in Hasselt op 3 september 1987 • studeerde in 2009 af aan Studio Herman Teirlinck • was tot 2016 kernlid van het collectief FC Bergman • bekend van tv-series als LouisLouise, Safety First en Callboys en van films als Zot van A., Marina en Patser • relatie, dochter van vijf maanden • peter van Stef Aerts’ dochter
Nu en dan worden Simoni’s zinnen in twee gehakt door een geeuw. De nachten met Giulia zijn de laatste weken kort en onderbroken geweest. Maar de Hasseltse acteur is gelukkig. “Het thuiszitten kon op geen beter moment vallen. Het is echt een godsgeschenk dat we nu zo kunnen hechten en samen zijn in onze cocon.”
Vuurspuwen
Natuurlijk dringt de realiteit ook wel binnen in hun bubbel, maar echt bang is Simoni niet. Smetvrees is hem onbekend, zegt hij. “Loredana vond ook voor de coronacrisis al dat ik mijn handen wel wat vaker mocht wassen.” (lacht)
Toch past hij dezer dagen wel op. Simoni weet immers hoe het voelt wanneer je longen je in de steek laten. Precies vijf jaar geleden lag hij twee weken te puffen en te reutelen in een Grieks ziekenhuis. “We waren op tournee met FC Bergman (het theatergezelschap dat Simoni in 2008 oprichtte met o.a. Stef Aerts en Marie Vinck, LT), en na de laatste voorstelling in Athene bouwden we een feestje op straat. Een meisje van onze ploeg kon vuurspuwen, en ik was zat, dus ik wilde dat natuurlijk ook proberen. Het lukte, maar ik vond de vlam nog niet groot genoeg, dus ik nam nog een slok benzine.
“Maar net op dat moment ging de fakkel uit. Ik heb daar dus nog 40 seconden om een aansteker staan vragen, met mijn mond vol. En ondertussen heb ik benzine ingeademd. Ik spuwde een gigantische vlam, maar begon daarna keihard te hoesten. Die nacht heb ik geen oog dicht gedaan van de koorts, en ’s ochtends moest ik naar het ziekenhuis. Longvliesontsteking. Dat deed zó veel pijn! Dus als ik op het nieuws die coronapatiënten zie, word ik wel een beetje angstig. Als ik één ding in mijn leven kon terugdraaien, dan was het die avond.”
Dat we nu toch weer over corona bezig zijn, foetert hij. En dat hij zich nog zo had voorgenomen om dat tijdens deze wandeling niet te doen. “Ik vind dat zo erg: het gaat vandaag over niks anders meer, het domineert elke conversatie. Als je in je tuin zit, hoor je de buren exact hetzelfde gesprek voeren als jij.”
Maar we kunnen moeilijk om corona heen. Al was het maar omdat dit gesprek zonder het virus niet eens zou plaatsgehad hebben. In een normale wereld zou Simoni op dit eigenste moment namelijk op de set van Zillion staan, de langverwachte nieuwe film van Robin Pront (D’Ardennen), over Frank Verstraeten en zijn Antwerpse danstempel Zillion.
“We hadden er zó naar uitgekeken”, zegt Simoni. Hij was helemaal klaar om in de huid van de beruchte pornoproducent Dennis Black Magic te kruipen. “Wacht”, zegt hij met een grijns op zijn gezicht. Hij haalt zijn gsm boven, en begint terug in de tijd te scrollen, voorbij honderden beelden van zijn dochtertje, die voor onze ogen weer kleiner wordt. Hij toont me een foto van Dennis Black Magic, met zijn bekende blauwe brilletje en zwartlederen vest. Of zo lijkt het toch. “Dit ben ik”, glundert Simoni, “enkele dagen voordat we hadden moeten beginnen te draaien”. Ik geloof hem nauwelijks. Het is het soort transformatie waarvan uw mond zal openvallen, wanneer u ooit de beelden te zien krijgt – voorlopig blijven ze nog top secret.
Het is het resultaat van maandenlange discipline en ontbering. “In januari begon ik te diëten”, vertelt Simoni. “Ik at bijna alleen nog kip, kip, kip en blauwe bessen. En gaandeweg steeds kleinere porties. In twee maanden tijd was ik uiteindelijk tien kilo afgevallen: van 75 naar 65 kilo. Mijn kaaklijn werd veel zichtbaarder, en ik zag helemaal grauw. Want ik ging ook al maanden niet meer in de zon staan, en at geen fruit omdat ik geen suikers mocht binnenkrijgen. Ik was er dus helemaal klaar voor. Ook mentaal trouwens: ik had de memoires van Dennis Black Magic gelezen, die hij geschreven heeft in de gevangenis, en ik ben hem vaak gaan bezoeken.”
Chocoladeverslaving
Niet veel later volgde de domper. “Op maandag 16 maart zouden we beginnen te draaien”, vertelt Simoni, “maar de vrijdag ervoor kreeg ik plots telefoon van Robin: ‘Het gaat niet door’... Ik ben toen naar de nachtwinkel gestormd en heb er alle chocolade opgekocht. Een soort woedereactie van mijn uitgehongerde lichaam, denk ik. Sindsdien heb ik een chocoladeverslaving. Echt, ik meen het, het is niet oké. (lacht) Het is zover gekomen dat ik als ontbijt burgers maak met geplette bananen en een dikke laag choco over. En ik was eigenlijk nooit zo’n chocoman! Na drie weken woog ik alweer 73 kilo. Zo rap gaat dat.”
Wanneer Simoni opnieuw aan de droge kipfiletjes moet, is niet duidelijk: een nieuwe startdatum voor Zillion is nog niet in zicht. “Het grootste probleem zijn de grootschalige discotheekscènes, die het hart van de film vormen. Het gaat over een discotheek waar duizenden mensen halfnaakt tegen elkaar staan te schuren... Zoiets draaien is nu ondenkbaar. Bovendien is het onmogelijk om een filmset verzekerd te krijgen. Logisch, want als er één crewlid corona krijgt, moet iedereen twee weken in quarantaine. En stel je voor dat dat meer dan één keer gebeurt...”
De onzekerheid woog aanvankelijk op Simoni: “‘Waar gaat dit naartoe?’, vroeg ik me af. Het gebrek aan perspectief maakte het moeilijk. Maar ik heb het kunnen loslaten. Nu denk ik: filmen zal wel gewoon voor volgend jaar zijn.” Die relativerende houding heeft hij te danken aan de komst van zijn dochter, zegt hij. “Als zij er niet was geweest, zou ik misschien dieper weggezakt zijn. Maar ik heb nu zoiets moois om voor te leven. ’s Morgens de gordijnen opentrekken en haar meteen zien lachen, vol goesting om te leven, daarvoor doe je het.”
Het geluk dat Giulia bracht ten huize Simoni-Falone was zo overrompelend dat de ouders minutenlang niet wisten of ze een zoon of een dochter hadden gekregen. “We wilden het geslacht niet op voorhand weten, maar waren er wel heel nieuwsgierig naar. Maar dan komt die bevalling... Je weet gewoon niet wat je meemaakt! Toen Giulia er dan eindelijk was, kregen we haar in handen, en na twee minuten zei de gynaecoloog plots: ‘Excuseer, maar zouden jullie niet eens kijken wat het geworden is?’” (lacht)
De eerste weken thuis met de baby waren heftig, vindt Simoni. “Je kunt op voorhand zoveel lezen als je wilt, maar uiteindelijk moet je het toch zelf uitzoeken. Ook als koppel word je plots op een andere manier ten opzichte van elkaar geplaatst. Maar dat bedoel ik positief: er is nog een laag respect en bewondering voor Loredana bijgekomen.”
De knappe Italiaanse
Simoni en Falone kennen elkaar al hun halve leven. Op de koelkast bij hen thuis hangt een foto van hen samen, toen ze zestien waren. “Die is genomen in de Atmoz (de ter ziele gegane discotheek van Pat Krimson, LT)”, zegt Simoni. “We kennen elkaar uit het Hasseltse nachtleven. Loredana was altijd de knappe Italiaanse die niemand kon krijgen. Ze had altijd een lief. Ik heb haar dertien jaar niet meer gezien, maar dan hebben we elkaar teruggevonden, en sprong de vonk over.”
Soms zorgde die vonk wel voor een hoog oplaaiend vuur: “In ons eerste jaar samen hadden we vaak ruzie. We kwamen allebei uit een lange relatie, en wilden deze keer geen compromissen sluiten. ‘Dit ben ik, te nemen of te laten’, zoiets. We waren allebei ons terrein aan het afbakenen, het was echt té vurig soms. Maar door het toen zo hard uit te vechten, hebben we wel een heel mooi evenwicht gevonden, waar we nu de vruchten van plukken. Alles is uitgepraat. Er zijn geen verborgen eigenschappen meer.”
De taken van het ouderschap verdelen ze eerlijk. Zeker nu Loredana volop bezig is met de heropstart van haar kledingmerk Wearable Stories, dat door de coronacrisis tijdelijk stillag, zit Simoni grote delen van de dag tussen de pampers. Maar wanneer hij niet aan het vaderen is, kruipt hij op de fiets. Of in zijn pen. Niet voor het eerst: vorig jaar schreef, regisseerde en produceerde hij al Trio, samen met zijn Safety First-collega’s Bruno Vanden Broecke en Ruth Beeckmans – samen vormen ze het collectief Brutteo. “In september gaan we met Brutteo opnieuw schrijven, drie maanden lang”, zegt Simoni.
“Maar tijdens de lockdown heb ik ook tijd gehad om aan andere projecten te werken. Ik wilde graag nog eens iets doen rond de Italiaanse gemeenschap in België. De ervaring van Marina draag ik in mijn hart, maar ik denk dat er nog een kant van de Italiaanse migratie naar België is die we kunnen tonen. Daar probeer ik nu een serie over te schrijven, maar ik kan er nog niet veel meer over zeggen.”
Aan liefde en creativiteit dus geen gebrek tijdens de lockdown, maar toch maakt Simoni zich ook zorgen. Over de staat van de cultuursector, en de mensen die hem draaiende houden – of hielden, want de meesten zitten nu tijdelijk (?) zonder werk. “Zelf moet ik niet klagen: ik heb de afgelopen jaren goed gewerkt, dus ik heb wat ademruimte. Ik ben oké voor de komende maanden. Maar voor jonge, beginnende kunstenaars is dit een regelrechte ramp. Als ze al een kunstenaarsstatuut hadden, dan dreigen ze dat nu te verliezen, doordat alle producties waaraan ze zouden meewerken nu uitgesteld zijn. Die mensen moeten absoluut steun krijgen. Maar de regering negeert onze sector volledig. Ze doet gewoon alsof wij niet bestaan.
“Weet je wat het is? Sommigen zien kunst gewoon niet als een echte job. Maar het is wel degelijk een ambacht. Wij zijn vier jaar naar school gegaan om iets te leren. En ja, sommige mensen hebben wat tijd nodig om zichzelf en hun taal te vinden. Je wordt niet van de ene op de andere dag een goede kunstenaar; die zoekende fase hoort erbij. En die moet dus ook ondersteund worden. Dat was al heel moeilijk, maar nu dreigt het echt een hel te worden. Terwijl in deze periode toch juist extra duidelijk wordt hoeveel zuurstof cultuur genereert bij de mensen.”
De ziel eruit
“SKaGeN maakt virtueel theater via WhatsApp, en de KVS overweegt om voorstellingen in te korten en twee keer per avond te spelen, voor een kleiner publiek. Er wordt ook nagedacht over hoe acteurs op de scène afstand kunnen houden... Enerzijds is het fantastisch dat iedereen in deze nieuwe situatie naar oplossingen zoekt, maar tegelijk vind ik het zo jammer dat we dit moeten doen. Het haalt de ziel er toch een beetje uit. De charme van toneel is juist die samenhorigheid: iedereen zit dichtbij elkaar in een zaal, en toch is het muisstil.”
Ook in film en tv wordt er geëxperimenteerd met nieuwe werkomgevingen: heelder ploegen die samen in quarantaine gaan, of strak afgelijnde sets waar crewleden alleen met de mensen uit hun ‘zone’ contact hebben, het wordt straks misschien het nieuwe normaal. Simoni huivert bij de gedachte. “Ik heb de laatste tijd veel nagedacht over waarom ik zo graag op een filmset sta. Dat heeft te maken met een bepaald familiegevoel. Je bent met een ploeg van 60 man straten aan het afzetten, dingen aan het bouwen, scènes aan het bijschrijven... Om er samen voor te zorgen dat het lééft wanneer er actie geroepen wordt. Dat het authentiek is.
“Een goede film is een teamsport. Iedereen draagt zijn steentje bij. Zowel de catering als de lichtman heeft zijn verantwoordelijkheid. En op Vlaamse sets heeft iedereen ook contact met elkaar, dat is juist het fijne. Als we binnenkort weer zouden mogen filmen, maar wel met grote aanpassingen waardoor dat collectieve gevoel wegvalt, dan weet ik niet of ik daar zin heb. Misschien wil ik dan liever nog een jaar langer thuiszitten, lezen en de blik verruimen.”
“Ik leef gewoon keihard in het moment”, zegt hij. “Nu meer dan ooit. Ik probeer niet te veel naar de toekomst te kijken. Als Zillion bijvoorbeeld nu niet gedraaid kan worden, dan is het zo. Dan wachten we gewoon nog een jaar. Ik ben nuchter genoeg om me aan het moment over te geven.” Maar hij kan zich dat nu permitteren, werp ik op. Zou hij even kalm gebleven zijn als dit tien jaar geleden gebeurde, toen er nog geen ademruimte was? “Ik ben op dat vlak natuurlijk een luxepaard, dat weet ik. Ik hoef niet te stressen. Maar ik ben wel altijd een optimist geweest, hoor. De positiefste van de hoop, zeggen mijn vrienden. Ook tien jaar geleden al, toen ik nog kleine gastrolletjes moest spelen. Voordat Safety First en Marina op mijn pad kwamen, heb ik vier, vijf jaar moeten zoeken. En in een café gaan werken om iets te verdienen. Maar ik werd daar niet ongelukkig van. Ik ben graag een zoekende mens. Ik denk dat daar juist het geluk zit. De weg ernaartoe is rijker en inspirerender dan je doelen bereiken op zich.”
Roekeloze motorracer
De volgende keer dat we Simoni in actie zullen zien, is als roekeloze motorracer in de Vlaamse film Rookie – het regiedebuut van Lieven Van Baelen, met ook Veerle Baetens in een hoofdrol. Een film waarop Simoni erg fier is. “Lieven wilde mij op een heel authentieke manier laten spelen, en ik hoop dat ik daarin geslaagd ben. Ik heb altijd wel een beetje de angst dat mensen zullen denken: ‘Dat is die comedyacteur’. In Rookie hoop ik te tonen dat dat niet klopt. Mensen denken soms nogal hard in vakjes. Maar binnen de filmwereld is het feit dat ik veel comedy heb gedaan zeker geen handicap. Ik ben heel blij met de scenario’s die ik toegestuurd krijg. Er is nu een mooi evenwicht tussen drama en comedy.”
Simoni zag Rookie als een serieuze kandidaat voor de grote internationale filmfestivals. “Maar die festivals vallen nu allemaal in het water. Ik zou het zo jammer vinden als dit project door de coronacrisis niet de zichtbaarheid zou krijgen die het verdient. Jammer voor de film, maar ook voor de acteurs die erin meespelen. Want het is voor ons een kans om internationaal gezien te worden. En die krijg je helaas niet elke dag.”
Zijn ambitie om in het buitenland te worden opgemerkt, is niet nieuw. Simoni werkt al langer aan zijn Engels met een dialectencoach, zit bij een Amerikaanse talentenagentschap, en speelde het afgelopen jaar Engelstalige rollen in de nog te verschijnen Belgisch-Ierse film The Racer, en in de Finse misdaadserie Cold Courage.
“Maar ik ben zeker niet verslaafd aan die ambitie om in het buitenland te spelen”, zegt hij. “Het moet niet mórgen gebeuren voor mij. En vooral: het gaat me niet om die carrière an sich. De middenmoot van de Vlaamse tv-serie, daar heb ik niet zoveel goesting meer in. En ik wil ook niet in herhaling vallen. In België wordt dat stilaan moeilijk, de verhalen zijn hier soms wat uitverteld.
“Daarom is het zo aantrekkelijk om in het buitenland te gaan kijken. Het verwijdt je blik. En uiteindelijk is het dat waar ik telkens naar op zoek ga: rollen die me iets nieuws leren. Met Patser werd ik bijvoorbeeld geïntroduceerd in de Marokkaanse gemeenschap. Dat was heel bijzonder. Allemaal ongeschoolde acteurs op de set, die de ramadan ingingen terwijl we draaiden... Super om dat eens van dichtbij mee te maken. Hetzelfde had ik bij Marina met de Italiaanse gemeenschap. En dat hoop ik eigenlijk altijd mee te maken. Als een film geen nieuwe wereld voor me doet opengaan, vind ik het soms wat flauw.”