Vrijdag 09/06/2023

GetuigenissenMedische blunders

Marta en Stijn verloren hun zoon bij de geboorte: ‘We kregen een schadevergoeding van nog geen 35.000 euro. Voor het leven van een kind’

Marta en Stijn: ‘‘Soms sterven baby’s nu eenmaal’, zei de gynaecologe. We waren verbijsterd. Excuses hebben we nooit gekregen.’ Beeld Jacek Weister/Saskia Vanderstichele
Marta en Stijn: ‘‘Soms sterven baby’s nu eenmaal’, zei de gynaecologe. We waren verbijsterd. Excuses hebben we nooit gekregen.’Beeld Jacek Weister/Saskia Vanderstichele

De gagstrip over de patiënt die voor een beenamputatie het ziekenhuis in gaat en bij wie vervolgens het verkeerde been wordt afgezet, is allerminst geestig als het je zelf overkomt. En niet minder dan 1 op de 10 patiënten in het ziekenhuis ís het slachtoffer van een incident. Ieder jaar kosten medische missers zelfs aan meer dan 1.500 Belgen het leven – bijna 30 doden per week. We laten nabestaanden aan het woord over medische blunders, en mensen wier leven ingrijpend is veranderd na een verkeerde diagnose of behandeling: ‘Vaak gaat het om routineoperaties, waarbij niemand verwacht dat het misloopt.’

Ayfer Erkul

Op 9 oktober 2010 werd Nils losgekoppeld van de apparaten die hem in leven hielden. Vijf dagen lang had hij, verdoofd door morfine, gezweefd tussen leven en dood, het gevolg van zuurstoftekort in zijn hersenen tijdens de bevalling. De kinderarts kon zijn ouders geen troost meer bieden: ‘Als Nils al in leven blijft, zal hij verschrikkelijke pijn blijven hebben.’ ‘Daarom beslisten we hem te laten gaan’, vertelt Nils’ vader Stijn D., die zijn volledige familienaam liever niet gepubliceerd ziet.

Marta Gal, Nils’ moeder, herinnert zich hoe ze de dagen na zijn dood tevergeefs naar antwoorden zocht. ‘Niemand kon me vertellen waarom ik mijn zoon verloren had.’

Stijn en Marta zijn intussen gescheiden. Marta, die de Duitse nationaliteit heeft, moest haar drukke baan bij de Europese Commissie opgeven – het gereis tussen Brussel en Oostende woog te zwaar. In 2020 verhuisde ze naar Zwitserland. ‘Ik kón niet in België blijven wonen’, zegt ze. ‘Alles deed me denken aan Nils en wat we de laatste tien jaar hadden meegemaakt.’

‘We kregen een schadevergoeding toegewezen van nog geen 35.000 euro. Voor het leven van een kind.’ Beeld Jacek Wejster
‘We kregen een schadevergoeding toegewezen van nog geen 35.000 euro. Voor het leven van een kind.’Beeld Jacek Wejster

Je bent in een bad bevallen van Nils: waarom hadden jullie daarvoor gekozen?

Marta: “Ik had al een dochter uit een vorige relatie. Die bevalling was een pijnlijke, traumatische ervaring geweest, in een kille ziekenhuiskamer waar plots ook een aantal studenten opdaagden om mij ‘aan het werk’ te zien. Ik was zo gechoqueerd dat het nog jaren duurde voor ik opnieuw aan kinderen durfde te beginnen.

“Toen ik zwanger werd van Nils, wilde ik een heel andere bevalling: natuurlijk, intiem, met een persoonlijke benadering. We kozen voor het Henri Serruysziekenhuis in Oostende, dat internationale faam genoot op het vlak van badbevallingen. De verloskamer was gezellig ingericht: er stond een relaxatiebad waar je voor de bevalling in kon dobberen, er hingen posters waarop injectiespuiten met een rood kruis waren doorgestreept, en medische instrumenten waren uit het zicht gehouden. De gynaecologe, V.D., deed jaarlijks meer dan honderd badbevallingen. We hadden het gevoel dat we in goede handen waren.”

Stijn: “Marta’s zwangerschap was goed verlopen, alle tests wezen op een gezonde foetus. We hadden geen reden om ongerust te zijn.

“In de ochtend van 4 oktober 2010 begonnen de weeën en reden we naar het ziekenhuis.”

Marta: “Ik was opgewonden, blij, maar de eerste uren in het ziekenhuis waren helemaal niet zoals ik het me had voorgesteld. In de verloskamer was al een badbevalling bezig, dus we moesten wachten in een gewone ziekenkamer, waar een bed stond en ik een zitbal kreeg. Een vroedvrouw kwam af en toe langs om mijn ontsluiting te meten. Het duurde uren voor we naar de verloskamer mochten en ik in het relaxatiebad kon gaan zitten. Na een uur kwam de gynaecologe binnen en zei: ‘Nu moet je in het bevallingsbad gaan zitten.’ Plots ging het zo snel dat ik wat terugdeinsde. ‘Wil je bevallen of niet?’ vroeg ze nogal scherp. Ik was verbaasd, want tijdens de controles was ze altijd heel vriendelijk geweest.”

Verliep de bevalling vlot?

Stijn: “Volgens de gynaecologe niet: ze vond dat het te traag ging. Marta zat nog geen 10 minuten in het bevallingsbad of ze zei al: ‘Ik wil je Syntocinon geven.’ Dat is kunstmatige oxytocine die wordt gebruikt om de baarmoederspier te laten samentrekken.”

Marta: “Het gebeurde allemaal heel snel. Ik zat amper in dat krappe bevallingsbad of ik kreeg die spuit al in mijn rechterbovenarm. Ik protesteerde niet, omdat de dokter ons bleef verzekeren: ‘Het is beter voor de baby.’

“Na die injectie gebeurde er even niets, maar toen voelde ik het: opeens bewoog mijn buik op en neer, ik verstijfde en verloor alle controle over mijn lichaam. De pijn die ik voelde had ik nog nooit gehad.”

Stijn: “Ze verkrampte helemaal, ze kneep mijn hand plat. Ken je die scène uit The Excorcist waarin de duiveluitdrijver het bezeten meisje in bedwang probeert te houden? Zo zagen wij er op dat moment uit.”

Marta: “Na die ene enorme kramp volgden nóg grote krampen, 5 minuten lang. Maar de bevalling kwam nog altijd niet op gang. ‘Ik voel me niet goed’, zei ik. ‘Ik wil uit het bad.’ Eindelijk mocht ik op de zetel gaan zitten. Op dat ogenblik leek het alsof niemand wist wat er moest gebeuren. Niemand zei iets. Mijn weeën begonnen opnieuw en de vroedvrouw begon op mijn buik te duwen. Een halfuur later ben ik op de zetel van Nils bevallen.”

Stijn: “De huid van Nils had een diepblauwe kleur. Marta, die nog versuft was, bleef maar zeggen: ‘He’s so beautiful’, maar mijn hart brak. Ik dacht meteen: dit is foute boel.

“Ze namen hem onmiddellijk mee naar een andere kamer. Daar stroomden de artsen toe. Uiteindelijk hebben ze Nils per helikopter overgebracht naar AZ Sint-Jan in Brugge.”

Marta: “Toen Stijn terugkeerde van de andere kamer, lijkbleek, wist ik dat er iets mis was.

“We zijn naar het ziekenhuis in Brugge gereden en hebben de volgende vijf dagen bij Nils doorgebracht. Ik hoopte op een wonder. Iedere dag pompte ik borstmelk, zodat hij onmiddellijk zou kunnen drinken als hij wakker werd.”

Stijn: “Het is hartverscheurend om je baby daar te zien liggen, verbonden aan allerlei apparaten. Urenlang keken we naar hem, in de hoop dat hij zou bewegen. Eén keer leek zijn oog te trillen, maar verder lag hij doodstil.”

Marta: “Toen de dokters zeiden dat hij geen kans maakte op een menswaardig leven, hebben we de hele familie uitgenodigd en Nils aan hen voorgesteld. Mijn dochter heeft nog op haar gitaar gespeeld voor hem.”

Stijn: “Pas nadat hij was losgekoppeld, konden we hem eindelijk in onze armen houden.”

null Beeld rv
Beeld rv

‘PER ONGELUK’

Wisten jullie waaraan Nils precies was gestorven?

Marta: “Nee.”

Stijn: “Nils had een zuurstofgebrek geleden in de baarmoeder, dat was zeker, maar niemand leek de oorzaak te kennen.”

Marta: “Tijdens mijn zwangerschap hadden we bij elke controle te horen gekregen: ‘Jullie zoon is kerngezond.’ Hadden de artsen zich misschien vergist? Was zijn hartje te zwak? Had hij een aangeboren afwijking? Honderden vragen hadden we.”

Stijn: “Experts zouden later tegen me zeggen: ‘Jullie hadden onmiddellijk een autopsie moeten aanvragen.’ Maar daar denk je niet aan als de hemel net op je hoofd gevallen is. Onze huisarts opperde dat de placenta misschien duidelijkheid kon brengen: die wordt na probleembevallingen bijgehouden voor verder onderzoek. Maar toen we enkele dagen later bij de gynaecologe zaten, zei ze dat hij was weggegooid. ‘Per ongeluk, door een stagiaire.’”

Marta: “We waren verbijsterd. Ze zei ook, en dat zal ik nooit vergeten: ‘Soms sterven baby’s nu eenmaal.’ Moest dát ons troosten? Ze haalde nog een foto uit haar portefeuille: eentje van haar dochter, die door een zuurstofgebrek in de baarmoeder zwaar gehandicapt was geboren. ‘Ik heb het geaccepteerd’, voegde ze eraan toe. Ik staarde haar aan, me afvragend wat ze bedoelde. We zijn zonder iets te zeggen weggegaan.”

Stijn: “We waren bang. We vroegen ons af: is het voor ons wel veilig om nog kinderen te krijgen?

“Maanden later woonden we een infoavond voor toekomstige ouders bij in AZ Sint-Jan. Daar zei een vroedvrouw: ‘Syntocinon moet altijd via een infuus worden toegediend. Anders riskeer je een dodelijk zuurstofgebrek bij de foetus.’ Toen we dat hoorden, begonnen we te vermoeden dat Nils door een medische fout was gestorven: Marta had een spuit gekregen, geen infuus. We hebben haar medische dossier onmiddellijk opgevraagd. Het stond natuurlijk vol medisch jargon.”

Marta: “Ik heb alles gegoogeld, elke minuut die in het dossier beschreven stond. Hoe laat ik in het bevalbad was gestapt, wanneer de hartslag van de foetus was gemeten, wanneer ik de Syntocinon-injectie had gekregen. Ik bombardeerde vroedvrouwen uit de hele wereld met vragen over oxytocine. En we zagen het ook zwart-op-wit in de bijsluiter van Syntocinon: dat je het tijdens een bevalling alleen via een infuus mocht toedienen.”

Stijn: “We kwamen te weten dat de hartslag van de foetus in dat geval constant gemonitord moet worden, zodat je kunt ingrijpen indien nodig. Ook dat was bij Nils niet gebeurd.

“Op 15 december 2010 hebben we bij de politie een klacht tegen de gynaecologe ingediend.”

NATTE VLOER

Een 14-jarige anorexiapatiënte die sterft door een verkeerd geplaatste maagsonde, een gynaecoloog die – niet gehinderd door enige kennis of ervaring – plastische ingrepen uitvoert en verschillende vrouwen in Nederland en België vreselijk verminkt, een vrouw die overlijdt omdat de tumor op haar baarmoederhals te laat is ontdekt: nieuwssites en sociale media staan vol verhalen van medische ingrepen waarbij het is misgelopen.

Ieder jaar sterven in België meer dan 1.500 patiënten na een fout, een vergissing of een onhandigheid van een zorgverlener. Dat zijn bijna 30 overlijdens per week. De cijfers komen uit een rapport dat de Wereldgezondheidsorganisatie, de OESO en de Wereldbank in 2018 publiceerden. Daarnaast, zo berekende Kris Vanhaecht, hoofddocent kwaliteit en patiëntveiligheid aan de KU Leuven, wordt in ons land ongeveer 1 op de 10 patiënten in een ziekenhuis het slachtoffer van een incident.

Welke medische fouten komen het vaakst voor?

Kris Vanhaecht: “Medicatiefouten: een arts die een verkeerd medicijn voorschrijft of een te hoge dosis toedient. Ook te laat gestelde of verkeerde diagnoses vormen een grote groep, net zoals ziekenhuisinfecties. En bij medische incidenten zijn niet alleen artsen of chirurgen betrokken. Het kan ook gaan om een verpleegkundige die zich van dosis vergist, of om een poetsvrouw die het bord met de boodschap ‘Natte vloer’ vergeet, waardoor een patiënt uitglijdt.”

1.500 doden per jaar, dat is heel veel. In de VS zijn medische incidenten zelfs de op twee na grootste doodsoorzaak, na kankers en hart- en vaatziekten.

Vanhaecht: “De kans is groot dat dat in België ook zo is.”

Hoeveel patiënten overleven een medische fout wel maar blijven met bijvoorbeeld een handicap achter? Daarop heeft in ons land niemand zicht. ‘Er is weinig tot niets geweten over de medische incidenten die zich in onze gezondheidszorg voordoen’, zegt Thomas Deloffer van het Vlaams Patiëntenplatform. ‘Daardoor kunnen er geen maatregelen genomen worden om ze te vermijden. We vragen al jaren om een nationaal meldpunt en bijbehorend onderzoek: om welk soort incidenten gaat het, hoe vaak komen ze voor, en wat zijn de gevolgen?’

Weten mensen waar ze terechtkunnen na een medisch incident?

Thomas Deloffer: “Uit een enquête is gebleken dat 55 procent van de patiënten dat niet weet. Het klachtenrecht is versnipperd: je hebt de – interne en externe – ombudsdiensten van de ziekenhuizen, de woonzorglijn van de woonzorgcentra, de eigen diensten van de centra voor geestelijke gezondheidszorg, de Vlaamse Ombudsman, de dienst Ledenverdediging van de ziekenfondsen, de Zorginspectie, de Orde der Artsen, de Federale Ombudsdienst Rechten van de Patiënt, het Fonds voor de Medische Ongevallen van het RIZIV (dat in 2010 werd opgericht maar pas in 2012 aan de slag ging, red.) en de gerechtelijke procedure. Een centraal meldpunt zou patiënten en nabestaanden naar de juiste plek kunnen doorverwijzen.”

Kris Vanhaecht: ‘Medicatiefouten komen het vaakst voor, zoals een arts die een verkeerd medicijn voorschrijft.’ Beeld Peter De Schryver
Kris Vanhaecht: ‘Medicatiefouten komen het vaakst voor, zoals een arts die een verkeerd medicijn voorschrijft.’Beeld Peter De Schryver

ALLES UIT DE KAST

Voor Stijn en Marta was een rechtszaak de enige manier om duidelijkheid te krijgen. Het werd een acht jaar lange lijdensweg langs dokters, verzekeringsexperts, advocaten en rechters.

In 2018 werd gynaecologe V.D. door de correctionele rechtbank van Brugge schuldig bevonden aan onopzettelijke doodslag.

Stijn: “Haar verdediging heeft alles uit de kast gehaald om de zaak te rekken. Drie keer werd een deskundigencollege aangesteld dat zich over de doodsoorzaak moest uitspreken. In het verslag stond telkens hetzelfde: de gynaecologe had Syntocinon nooit intramusculair mogen toedienen, en ze had de hartslag van Nils continu moeten monitoren. Ze had de hartslag met tussenpozen gemeten, en volgens de experts was Nils’ hartje tussen die metingen in gestopt en na een tijd weer beginnen te kloppen. Haar aanpak ging niet alleen in tegen de bijsluiter van het medicijn, maar ook tegen de richtlijnen van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie.”

Wat was er tijdens de bevalling precies gebeurd?

Stijn: “De injectie met Syntocinon had een tetanie veroorzaakt: een grote, blijvende contractie van Marta’s lichaam. Volgens een van de experts trok haar baarmoeder daardoor zo sterk samen dat Nils geen zuurstof meer kreeg. Op de tetanie volgde een reeks felle contracties die niet te stoppen waren.

“De gynaecologe voerde aan, zonder bewijs, dat Marta’s weeën aan het vertragen waren en ze daarom Syntocinon moest toedienen. Ze beweerde dat Nils’ hartslag al voor die toediening was gestopt en voor de contracties weer was gaan kloppen. Ze betwistte ook dat hij tijdens de bevalling een zuurstoftekort had opgelopen. ‘Er moet iets misgegaan zijn tijdens de zwangerschap’, probeerde ze. En ze opperde dat Nils mogelijk met het parvovirus besmet was geweest. Maar de rechter heeft dat allemaal van tafel geveegd.”

De gynaecologe was aanwezig tijdens de zittingen. Hebben jullie met haar gepraat?

Stijn: “Nee. Waarschijnlijk mocht ze van haar verzekeraar ook niet met ons praten. Nadat wij tegen de rechter hadden gezegd dat we het erg vonden dat ze zich nooit had verontschuldigd, zei ze: ‘Ik heb gebeld toen Nils nog in het ziekenhuis lag.’ Dat klopte: ze had aan de telefoon gezegd dat ze spijt had van wat er was gebeurd. Maar dat is niet hetzelfde als de schuld op je nemen, hè. Of toegeven dat je een fout hebt begaan.

“Ze kreeg acht maanden cel met uitstel en moest een schadevergoeding van 17.000 euro betalen. Tegen die uitspraak ging ze in beroep, maar ook het hof van beroep in Gent gaf ons gelijk: ze werd schuldig verklaard zonder celstraf, omdat de procedure al zo lang duurde. We kregen opnieuw een schadevergoeding toegewezen: 16.000 euro voor mij, 16.000 euro voor Marta en 2.500 euro voor Marta’s dochter. Nog geen 35.000 euro, voor het leven van een kind.”

FLINTERDUN DOSSIER

Hoeveel rechtszaken over medische fouten er zijn, en hoelang ze duren: ook daarover tasten we in het duister. Wie in zo’n dossier naar het gerecht stapt, dat lijkt wél zeker, moet geduld hebben en een ijzeren wil. De bekende strafpleiter Kris Luyckx kan ervan meepraten. Hij specialiseerde zich in medisch recht nadat zijn echtgenote in 2012 was overleden na een verkeerde diagnose.

Kris Luyckx: “Mijn vrouw had borstkanker, maar de arts onderschatte de ernst van de situatie en stelde geen geschikt en snel behandelplan op. In 2010 zijn we een juridische procedure begonnen, die nog heeft doorgelopen tot na haar dood. Uiteindelijk bleek dat een snelle reactie geen verschil zou hebben gemaakt: de kanker was al te ver gevorderd. Die hele procedure heeft me wel doen beseffen hoe belangrijk goede juridische bijstand in zulke zaken is.”

Dat ze lang kunnen aanslepen, bewijst het verhaal van Stijn en Marta.

Luyckx: “Ik ben nu raadsman in een zaak die – hou je vast – 14 jaar geleden begonnen is. Een koppel van Marokkaanse origine verwachtte na lang proberen een kind. De vrouw kwam in februari 2009 het ziekenhuis binnen met weeën, de gynaecoloog onderzocht haar snel. Toen hij vertrok, zei hij tegen de vroedvrouw: ‘Bel me wanneer de bevalling nadert.’ Dat deed ze, maar ze kon hem niet bereiken. Omdat tezelfdertijd een spoedbevalling plaatsvond, was er geen andere gynaecoloog vrij. De vroedvrouw raakte in paniek, rende weg en liet de vrouw achter op de bevallingstafel. Alleen een andere vrouw van Marokkaanse origine, die voor haar tolkte, was nog bij haar.

“De vrouw is bijna alleen bevallen, zonder medische begeleiding, terwijl de panikerende vroedvrouw af en toe kwam kijken. De navelstreng van de baby kwam rond zijn hals te liggen, waardoor hij een zuurstoftekort opliep. Met een arts erbij had dat vermeden kunnen worden. De jongen heeft een zware handicap en moet dag en nacht verpleegd worden.

“Het echtpaar nam een advocaat in de arm, die contact opnam met het ziekenhuis voor een minnelijke schikking. De verzekeringsmaatschappij van het ziekenhuis liet weten dat hij maar een voorstel moest doen. Maar hij kende die materie niet en liet het dossier liggen.

“Zeven jaar gebeurde er niets. Toen het koppel bij mij te rade kwam, overhandigden ze me een flinterdun dossier. Omdat de verjaringstermijn van vijf jaar verstreken was, kon ik geen strafklacht meer indienen. Maar dat er tijdens de bevalling een organisatorisch probleem was geweest, was wel duidelijk.”

De verzekeringsmaatschappij van het ziekenhuis had destijds wel opengestaan voor een financiële regeling.

Luyckx: “Uit het dossier bleek dat medische adviseurs die maatschappij hadden aangeraden om geen financieel voorstel te doen aan het koppel. ‘Want’, zo stelden ze, ‘de slachtoffers kennen de taal niet zo goed en zullen wellicht ook geen goede juridische begeleiding hebben.’ Ik walgde toen ik dat las. We zijn nu over de schadevergoeding aan het discussiëren.”

Kris Luyckx: ‘In een van mijn zaken heeft de verzekeraar mijn cliënte laten schaduwen door een privédetective.’ Beeld Photo News
Kris Luyckx: ‘In een van mijn zaken heeft de verzekeraar mijn cliënte laten schaduwen door een privédetective.’Beeld Photo News

‘KIJK, ZONDER KRUK!’

Verzekeringsmaatschappijen zouden in dossiers rond medische fouten vaak tegenwerken of rechtszaken opzettelijk vertragen.

Luyckx: “Zodra een arts voor het gerecht wordt gedaagd, neemt de verzekeringsmaatschappij het roer over. Zo kunnen artsen daarna zelf geen fout erkennen, zelfs als ze dat zouden willen.

“Ook in de bewijsvoering zijn verzekeringsmaatschappijen vaak creatief. In een van mijn zaken had de verzekeraar er niet beter op gevonden dan mijn cliënte, wier rechterbeen na een medische fout half verlamd was, te laten schaduwen door een privédetective. Jarenlang hebben ze haar gefotografeerd en gefilmd. Dat ging ver, hoor. Ze filmden, weliswaar vanaf een zekere afstand, door het raam van haar huis wanneer ze binnen zat. Ze werd gevolgd wanneer ze boodschappen deed, wanneer ze fietste. En dat allemaal om te bewijzen dat ze zonder krukken kon functioneren. ‘Ze kan fietsen’, stond in het dossier, terwijl het ging om een aangepaste fiets. ‘En kijk, daar loopt ze zonder kruk!’ – maar dat ging dan over de 10 meter die ze aflegde tussen haar auto en de supermarkt, om haar winkelkar weg te zetten.”

Hoe had de vrouw haar handicap opgelopen?

Luyckx: “In 2015 moest ze bevallen met een keizersnede. Bij de epidurale verdoving vergiste de anesthesiste zich en prikte ze enkele wervels te hoog. Ze raakte de conus medullaris, het laatste deel van het ruggenmerg, waardoor enkele zenuwen werden beschadigd. Een deel van het rechterbeen van mijn cliënte raakte verlamd. Ze lijdt sindsdien ook aan hevige zenuwpijnen.

“Gelukkig is ze zelf arts. Ze voelde dat de verdoving niet normaal was, en liet meteen een scan maken waarop je kon zien waar er was geprikt. De anesthesiste erkende haar fout ook.

“Om een schadevergoeding te eisen, zijn we een burgerlijke procedure begonnen. Die heeft jaren geduurd, en in die tijd werd mijn cliënte dus gevolgd door een privédetective. Wellicht deed de verzekeringsmaatschappij ook moeilijk omdat onze claim zo hoog is: 10 miljoen euro, waarvan gederfde inkomsten het grootste deel uitmaken. Pas in april vorig jaar heeft de rechter ons gelijk gegeven. De zaak wordt nu in beroep behandeld.”

Welke medische fouten ziet u in uw praktijk het vaakst terugkeren?

Luyckx: “Wij krijgen jaarlijks tientallen dossiers binnen. Vaak gaat het om routineoperaties, waarbij niemand verwacht dat het misloopt. Als dat toch gebeurt, is er meestal wel iemand verantwoordelijk.

“Een van mijn zaken draaide rond een man die in 2010 was overleden na een neusoperatie. Een eenvoudige ingreep: het tussenschot moest worden rechtgezet. Na de geslaagde operatie werd de man naar de verkoeverkamer gebracht. Hij werd rechtop in bed gezet en met een monitor verbonden. Maar zijn hoofd viel naar voren, waardoor zijn mond dichtklapte. Omdat zijn neus door de ingreep verstopt was, stikte hij.

“Tijdens de rechtszaak bleven de verpleegkundigen volhouden dat de monitor niet werkte en er daarom geen alarm was afgegaan toen de man in zuurstofnood kwam. Dat klopte niet. Ze hadden hem alleen achtergelaten, in een verkeerde houding, en ze hadden het alarm waarschijnlijk niet gehoord omdat ze koffie waren gaan drinken. In 2014 werden drie verpleegkundigen veroordeeld door de strafrechter.

“Ook bij meer gespecialiseerde ingrepen worden fouten gemaakt. We hebben net gepleit tegen een arts die een gezwel in de buurt van de baarmoederhals van een cliënte moest verwijderen maar tijdens de operatie, zonder haar uitdrukkelijke toestemming, de hele baarmoederhals had weggenomen. Mijn cliënte wilde nog kinderen krijgen, wat door die fout onmogelijk werd. Het ziekenhuis erkende zijn aansprakelijkheid en stelde een hersteloperatie voor, maar die mislukte. Ook in die zaak onderhandelen we nu over de schadevergoeding.

“En daar houdt dat dossier niet op. Omdat de kinderwens van mijn cliënte te vervullen, besliste haar schoonzus om draagmoeder te zijn – omdat draagmoederschap in België niet wettelijk geregeld is, trokken ze voor die procedure naar het buitenland. De schoonzus beviel met een keizersnede in hetzelfde ziekenhuis als mijn cliënte, maar bij de epidurale verdoving liep het mis: ze raakte verlamd en zit nu in een rolstoel. Met de baby gaat het gelukkig wel goed.”

Stijn: ‘Experts zouden later tegen me zeggen: Jullie hadden onmiddellijk een autopsie moeten aanvragen.’ Maar daar denk je niet aan als de hemel net op je hoofd gevallen is.' Beeld Saskia Vanderstichele
Stijn: ‘Experts zouden later tegen me zeggen: Jullie hadden onmiddellijk een autopsie moeten aanvragen.’ Maar daar denk je niet aan als de hemel net op je hoofd gevallen is.'Beeld Saskia Vanderstichele

EINDELIJK ROUWEN

Na de dood van Nils kregen Marta en Stijn nog twee kinderen. Marta beviel telkens thuis, met de hulp van een vroedvrouw en zonder problemen.

Waren jullie tevreden met de veroordeling van de gynaecologe?

Marta: “We waren vooral opgelucht. Eindelijk hadden we zwart-op-wit dat ze een fout had gemaakt. Het was een beetje moeilijk toen ze in beroep ging tegen het eerste vonnis en alles opnieuw moest worden onderzocht, maar daarna kon ik eindelijk rouwen om mijn zoon.”

Stijn: “Ik vond het belangrijk dat justitie onze klachten ernstig nam, en genoeg tijd uittrok om alles te onderzoeken. De gynaecologe weigerde haar fout toe te geven, maar uiteindelijk is de waarheid wel aan het licht gekomen.”

Ze werkt nog altijd als diensthoofd gynaecologie in hetzelfde ziekenhuis.

Stijn: “Hoe is dat in godsnaam mogelijk?”

Marta: “Sinds de dood van Nils zijn ze in Oostende wel gestopt met het intramusculair injecteren van Syntocinon. Dat wilden wij ook bereiken – ik heb een Facebookpagina gemaakt, @thestoryofnils, waarop ik daarvoor waarschuw.

“We hebben er altijd bewust voor gekozen om de gynaecologe niet aan de schandpaal te nagelen. We zijn altijd respectvol geweest. Tenslotte kan iedereen fouten maken.”

Stijn, jij was in het begin wel heel boos.

Stijn: “Oog om oog, tand om tand: dat dacht ik toen. Ondertussen weet ik het niet zo goed meer. Ze heeft een moeilijk beroep, en ze heeft een fout begaan terwijl ze het uitoefende. Natuurlijk kan dat gebeuren. Maar ze is ons, de slachtoffers van die fout, nooit tegemoetgekomen. Mócht ze ons geen excuses aanbieden? Of had ze er de skills niet voor? Ik heb er het raden naar. Een beetje menselijkheid van haar kant zou mijn zoon niet hebben teruggebracht, dat weet ik wel. Maar het zou míj wel hebben geholpen.”

V.D. wilde geen commentaar geven. AZ Sint-Jan laat weten dat een interne tuchtprocedure niet tot een sanctie zou hebben geleid, omdat de gynaecologe door de rechtbank eenvoudig schuldig is verklaard en dus geen straf heeft gekregen.

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234