Zondag 28/05/2023

InterviewMarguerite della Faille

Marguerite della Faille, heldin van de watersnood: ‘Kom zeg, wat ik deed was pure logica’

null Beeld BELGA
Beeld BELGA

‘Numéro historique’, gilde Paris Match enkele dagen na de watersnoodramp. Daaronder het coverbeeld: een studente verpleegkunde, twintig nog maar, de zee van Angleur tot haar kin. Marguerite della Faille aarzelde niet, de ochtend van 15 juli: ze sprong zelf het water in om mensen op het droge te krijgen.

Jeroen Maris

Marguerite della Faille: “’s Ochtends, we waren net uit bed, kreeg mijn vader telefoon van de man die een huis van ’m huurt in Angleur – zelf wonen we in Neupré. De kelder was overstroomd, zei de huurder, en of hij onze waterpomp kon lenen. We reden meteen naar daar met twee pompen. Maar kort nadat we bij het huis aangekomen waren, viel de elektriciteit uit.

“De hele straat was overstroomd, het water was overal. Ons huis was het minst getroffen, omdat het het laatste is in de straat – en dus het hoogst gelegen, want de Rue Garde-Dieu loopt lichtjes bergop. De kelder en de garage waren al ondergelopen, maar op het gelijkvloers was er nog geen water – later op de dag zou het ook daar binnenstromen. De huizen van de buren waren er wél al erg aan toe: bij de meesten stond het water twee meter hoog. Niemand kon inschatten hoever het nog zou stijgen, en dus was het zaak om de mensen daar wég te krijgen. En aangezien niet iedereen in staat was om op eigen kracht op een veilige plek te geraken, ben ik met m’n vader en m’n jongere zus het water ingegaan om kwetsbaren te evacueren.

“Op alle mogelijke en onmogelijke manieren hebben we buurtbewoners hun huis uit geholpen, het water door. Sommigen nam ik gewoon op mijn rug, anderen hielpen we met materiaal dat kwam voorbijdrijven. Er was een oude dame – een jaar of tachtig, schat ik – die we op een afgebroken tuinhek wisten te hijsen, en die we zo met veel trekken en duwen tot op een droge plek konden manoeuvreren. (glimlacht) Ze leek wel Rose uit Titanic. We bliezen luchtmatrassen op en gebruikten die voor de vele kinderen uit de straat die nog te klein waren om door het water te waden of te zwemmen – ik herinner me een jongetje van nauwelijks twee, pontificaal op zo’n dun matrasje.

“We brachten die mensen naar het hoger gelegen stukje land naast ons huis. Daar deelde onze huurder droge kleren uit. Daarna pikte de politie hen op en werden ze naar geïmproviseerde noodopvangcentra gebracht.”

Je moet toch even geaarzeld hebben om in dat wassende water te springen?

“Helemaal niet. Ik dacht er niet bij na. Of toch: heel snel flitsten er een paar dingen door mijn hoofd. Dat ik jong ben, gezond, en heel goed kan zwemmen. Goed, helemáál ongevaarlijk was het niet: het water zat vol brokstukken, en nadien vond ik op m’n buik lelijke schrammen van de stukken hout die me geraakt hadden. Maar het waren berekende risico’s. En, niet onbelangrijk: het water steeg, maar het stroomde niet. Al die mensen in hun huis laten zitten, dát was gevaarlijk.

“De buitenwereld noemt wat ik deed heldhaftig. Maar kom zeg, het was een geval van pure logica – ik was in de positie om mensen te helpen, en dus deed ik dat. Als je het dan toch over grote moed wilt hebben, moet je eerder kijken naar Capucine, mijn zus. Zij is nog maar 16, maar ze bleef óók koelbloedig, en gleed óók meteen het water in.”

Heb je later nog contact gehad met mensen die je op 15 juli hebt gered?

“Ja, m’n mailbox stroomde vol. Gisteren nog belde iemand die me absoluut wil ontmoeten om me persoonlijk te bedanken. Zoiets raakt me enorm. Ik woon zelf niet in die straat, hè, ik ken er niemand. Maar die gigantische watermassa bracht ons samen, en heel even kon ik iets betekenen voor de mensen daar. Dat probeer ik te onthouden: heel veel ellendig toeval kan ook tot heel veel moois leiden.

“Ik vond het ook fijn om mijn papa zo emotioneel te zien – toen het allemaal achter de rug was, feliciteerde hij m’n zus en mij, en zei hij dat hij trots is op ons. (vertederd) En toen die foto van me op de cover van Paris Match stond, pinkte hij zelfs een traantje weg.”

Juist, die foto. Al op 15 juli was hij overal, en uiteindelijk gebruikte Paris Match hem dus ook als coverbeeld. Voelde dat niet bizar? Op 14 juli was je nog een anonieme studente.

“Hóógst bizar. Het kwam volkomen onverwacht, en – dat wil ik toch even aanstippen – ik was er helemaal niet op uit. Ik heb me niet in dat water gegooid met de gedachte: ‘Daarmee sta ik straks geheid op de voorpagina van alle kranten.’ Toen ik na die vreselijke dag thuiskwam, las ik een hoop berichtjes van vrienden die me lieten weten dat mijn foto overal stond. Maar ik wist niet eens dat er een foto wás! Op dat beeld lijkt het alsof ik naar de fotograaf kijk. Maar echt waar: ik was me op geen enkel moment bewust van zijn aanwezigheid. Ik zag mijn vader en mijn zus, ik zag de twee politieagenten die ter plaatse waren, ik zag de mensen die we geholpen hebben – maar die fotograaf heb ik gek genoeg nooit gezien.”

Was je je op dat moment al bewust van de omvang van de ramp?

“Neen. Ik wist wel dat er zowat overal in de regio overstromingen waren, maar pas later zag ik het verwoestende, het verbijsterend gróótse van de catastrofe. De beelden van die volledig weggeveegde huizen in Pepinster bliezen me omver. Ik kon niet geloven dat dat hier, in België gebeurd was. Ik was in shock, ja.”

Ik had het allemaal op tv en in de kranten gezien, maar pas toen ik ter plaatse was voor een reportage, drong de draagwijdte van de ramp helemáál tot me door.

“Ja, dat herken ik. Pas als je te midden van de catastrofe staat, als je het allemaal ziet en voelt en ruikt, heb je een idee van de ampleur van de ramp. Het is die opeenvolging, hè: je rijdt door de streek, en élk huis, élk gezin, is wat kwijt.”

Wat me verder opviel in de gesprekken met slachtoffers: in hun wanhopig verdriet laten ze ook humor meekoken. In één zin werd vaak gehuild én gelachen.

“Toen ik na de ramp terugkeerde naar de Rue Garde-Dieu, sprak ik met een oude vrouw die haar huis aan het leegmaken was – alles was aangetast door het water, alles moest weg. ‘Maar ach,’ zei ze schouderophalend, ‘da’s niet zo erg. Het zijn maar materiële dingen, meubeltjes die ik tweedehands had gekocht.’ Ik stond paf. Dat relativeringsvermogen, terwijl ze een heel leven naar de schroothoop zag vertrekken!

“De pinnige humor was er al tijdens de overstromingen zelf. Toen ik op 15 juli die oude dame op dat tuinhek hielp, vertelde ze me dat het haar verjaardag was. ‘En dit is toch een heel mooie verrassing, niet?’ (glimlachje) Het moet een surrealistisch gezicht geweest zijn: die vrouw op dat tuinhek, ik die het ding door het water probeerde te manoeuvreren, en wij getweeën die ondertussen maar aan het láchen waren.”

Intussen woedt het debat: reageerden de hulpdiensten niet te onbeholpen, bleef de overheid niet te passief?

“Mja, dat typische zwartepieten… Zoals ik het kon inschatten, deed iedereen z’n uiterste best. Ik had niet het gevoel dat de slachtoffers aan hun lot overgelaten werden. Enkele dagen na de overstromingen zijn er door de brandweer in de Rue Garde-Dieu tien containers met beschadigd materiaal gevuld. Tien containers, hè, voor één straat.

“Het is zo mákkelijk om hoog en droog vanachter je computerscherm kritiek te leveren. Maar ik geloof niet dat ik één van die haters op 15 juli in het water heb zien springen.”

Je kreeg zelf ook kritiek, daar in die vrolijke oceaan van de sociale media.

“O ja. Het was een absolute schande dat ik geen mondmasker droeg bij de evacuatie van de buurtbewoners – dat soort dingen. En wat je dan ook krijgt: het zurige paternalisme van mensen die vinden dat je in dat soort situaties egoïstisch hoort te zijn. ‘Je moet je om je eigen lot bekommeren, dat is tijdens zo’n ramp cruciaal.’ (schamper) Dankjewel, jeanmarc4896452, voor dat advies, maar ik sta liever op een andere manier in het leven.

“De maker van die bewuste foto deelde ook in de klappen: ‘Voyeurisme!’ ‘Die fotograaf had mee het water moeten ingaan, in plaats van beelden te schieten!’ Ik vind dat zo triest. Het werk van journalisten en fotografen is net cruciaal tijdens zo’n ramp – zij zijn de getuigen die het aan de grote wereld kunnen vertellen.

“Enfin, ik kijk liever naar de grote golf van solidariteit. De regio Luik is er één van grote samenhorigheid, dat wist ik al, maar tijdens en na de ramp werd dat nog eens op een ontroerende manier benadrukt. Er was veel koud water, maar er waren nog meer warme mensen: dát onthoud ik van die gulzige 15 juli.”

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234