Donderdag 01/06/2023

Genderrevolutie

Man of vrouw? Er bestaan wel vijftig tinten m/v

We zouden beter stoppen met de wereld te bekijken door een starre roze/blauwe bril. Beeld Andrea Wan
We zouden beter stoppen met de wereld te bekijken door een starre roze/blauwe bril.Beeld Andrea Wan

Veel meer dan we beseffen, delen we de wereld strikt op in roze of blauw. Man of vrouw. Competitief of zorgzaam. Rationeel of emotioneel. Steeds meer mensen laten luider dan ooit horen zich daar helemaal niet of niet helemaal in thuis te voelen. Zij dwingen ons die enge en arbitraire hokjes af te breken.

Barbara Debusschere

Hakken waren ooit typisch mannelijk. In de tiende eeuw droegen Perzische mannen ze om steviger in het zadel te zitten. Onder Lodewijk XIV droegen de belangrijkste mannen niet alleen hakken maar ook pruiken en parfum. In de Bijbel wordt ook naar Eva verwezen met ‘hij’.

In Thailand leven de met een mannen­lichaam geboren kathoeys als vrouwen ‘omdat ze een vrouwelijke inborst hebben’. In Europa associëren we voetbal met mannelijkheid, in de VS is het op de eerste plaats een meisjessport. Huilende mannen waren lang alomtegenwoordig in kunst en cultuur. Hatsjepsoet was een vrouwelijke farao die 22 jaar lang de plak zwaaide en zich met baard liet afbeelden. Tot de jaren 1940 was roze dé kleur voor jongens.

En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Als je even de m/v-bril afzet waardoor we naar de wereld kijken, is de kans dat je gaat duizelen groot. Want de begrippen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ maken de wereld verdomd makkelijk te vatten. U kent dat wel. Vrouwen zijn empathisch en mannen zijn belust op macht. Jongens houden van voetbal en wiskunde, meisjes van boeken lezen en zorgen voor anderen.

Maar die opvattingen over wat nu mannelijk of vrouwelijk is, zijn relatief en veranderlijk. Je hoeft niet ver te kijken om dat te zien. Vrouwen gaan vandaag werken, ze dragen broeken, hebben niet per se kinderen en ze stemmen en regeren mee. Mannen geven hun baby’s de fles. Nog geen eeuw geleden was dat ondenkbaar.

Wie verder door tijd en ruimte reist, kan er al helemaal niet omheen: wat cultureel en sociaal als mannelijk of vrouwelijk wordt beschouwd, is veel rekbaarder dan de volledig roze gekleurde meisjesafdeling in de speelgoedwinkel doet vermoeden.

Wat is gender precies?

We hebben een lichaam dat deels bepaalt wie we zijn. Maar daarnaast koppelen we ook allerlei betekenissen en verwachtingen aan dat lichaam, want dat maakt de wereld behapbaar. Een man die een taart bakt en voor de kinderen zorgt, vinden we ‘niet zo mannelijk’. Een kinderloze vrouw met een briljante carrière en veel macht is al snel ‘een manwijf’. Een frêle jongen die juwelen draagt, noemen we ‘verwijfd’.

Telkens gaat het daarbij over hoe vrouwen en mannen volgens ons verschillen en hoe ze zich wel en niet horen te gedragen. Dat is ‘gender’: de extra ‘laag’ van betekenissen die we projecteren op iemands fysieke verschijning.

We doen dat volautomatisch bij anderen én ook bij onszelf.

Zo vonden de meeste vrouwen het normaal, logisch en vanzelfsprekend dat ze niet gingen werken en bij de kinderen bleven in de tijd dat dat als normaal, logisch en vanzelfsprekend gold. In die tijd vond het gros van de vrouwen een vrouw die ging werken zelfs een slechte moeder of een slechte vrouw.

Ook vandaag zijn genderstereotypes, ondanks de emancipatie, springlevend. Veel mensen vinden kort haar mannelijk en lang haar vrouwelijk. Vrouwen nemen het grootste deel van de zorg van kinderen op zich en kiezen minder voor ‘mannelijke’ studies, beroepen en maatschappelijke posities. Niet zelden, zo toont onderzoek, omdat ze dat beter bij zichzelf vinden passen.

Al op heel jonge leeftijd beginnen we de wereld zo in te delen en net daarom geven die stereotypes ook mee vorm aan onze eigen identiteit.

Een baby van zes maanden onderscheidt op basis van haarstijlen mannelijke en vrouwelijke gezichten, en heeft het moeilijker met ambigue gezichten met zowel mannelijke als vrouwelijke trekken. Een dreumes van 2 jaar beschouwt een man met lippenstift als ‘niet normaal’, zo blijkt.

Die m- of v-blik stuurt ons van bij onze geboorte de ene of de andere richting uit. Is het een meisje, dan kleurt de wereld roze, is het een jongen, dan kleurt hij blauw. Meisjes worden geacht liever, bescheidener en zorgzamer te zijn, jongens stoer en ruwer. Al heel jong denken ze daar zelf ook zo over.

Het zit overal. De inrichting van de kinderkamer, het speelgoed, de kledij en het uiterlijk, de hobby’s en gedragingen en studie- en beroepskeuzes zijn gekleurd door die ideeën. Verzekeraars, banken, dokters, opticiens, leerkrachten, fietsverkopers: allemaal weten ze of je een m of een v bent en allemaal houden ze, al dan niet bewust, met dat gegeven rekening.

Heeft het feminisme dan niets bereikt?

Vooral in de marketing is de tweedeling sterk. Terwijl vrouwen bij ons nu quasi evenveel kansen en rechten hebben als mannen, is de manier waarop adverteerders mannen en vrouwen benaderen nog altijd opmerkelijk seksistisch.

In het gros van de advertenties ‘weten mannen waarom’ als het over bier en auto’s gaat en vrouwen als de was doen of koken aan de orde is. Vrouwen zijn de aantrekkelijke stoeipoes of lievige moeder, mannen de sterke, ruwe bolster. Vrouwen zijn emotioneel en warm, mannen grappig en intelligent. Vrouwen prijzen dieetpillen en afslankcrèmes aan, mannen whisky, bouwpakketten en barbecuestellen.

De sociale, politieke en professionele emancipatie heeft met andere woorden nauwelijks impact gehad op de marketing die ons dagelijks bombardeert. Advertenties in de jaren 50 en 60 waren uitzinnig seksistisch. Maar het meest opmerkelijke is toch dat de advertenties die we anno 2017 opgelepeld krijgen, niet zo heel veel verschillen van die van toen.

“Er zijn twee oorzaken”, zegt Corine Van Hellemont (Universiteit Antwerpen). “Ten eerste leven wij, en dus ook de marketeers, ondanks de emancipatie in een modern-seksistische cultuur: de blik op mannen en vrouwen is nog altijd eng. Ten tweede levert die m/v-aanpak de grootste verkoopcijfers op.”

Enkel in de jaren 70 drong de opkomst van het feminisme door in de reclame. In speelgoedfolders was toen slechts 2 procent van de advertenties ‘typisch meisje’ of ‘typisch jongetje’. Ook kledij, boeken en schoolspullen waren in die periode behoorlijk genderneutraal.

Rond 1985 keerden de genderverschillen evenwel terug. Vandaag is op de website van Disney ieder stuk speelgoed ofwel ‘voor meisjes’ ofwel ‘voor jongens’, telkens met de bijbehorende rollenpatronen. Disney heeft ook kinder-T-shirts. Op het jongensshirt staat ‘Be a hero'. Op het shirt voor meisjes ‘I need a hero'.

Is die m/v- stereotypering schadelijk?

De door rollenpatronen gedomineerde reclame bestendigt natuurlijk de stereotypes over mannen en vrouwen. Sommige ontwikkelingspsychologen stellen zelfs dat jongens een beter ruimtelijk inzicht ontwikkelen net omdat ze door de gerichte marketing meer met puzzels en blokken spelen dan meisjes, wat mede de kloof bij de studiekeuzes zou bepalen.

“Het kan inderdaad schadelijk zijn”, zegt Van Hellemont, die de kwestie onderzoekt. “In de duizenden studies over het onderwerp zien we dat genderstereotypes in reclame bij ongeveer 10 tot 30 procent van de mensen een negatieve impact heeft op hun zelfbeeld. Denk aan de vrouw die nooit slank genoeg kan zijn, de man nooit gespierd genoeg.”

Het is evenwel een matig effect, omdat er natuurlijk vele andere aspecten in een mensenleven zijn, die een minstens even grote, zo niet grotere impact hebben. Van Hellemont: “Een kind dat seksistische reclame ziet maar een vader heeft die strijkt en kookt en een vrijgevochten werkende moeder, zal niet al die eenzijdige reclamebeelden overnemen. Dat wil echter niet zeggen dat die stereotiepe reclame een verwaarloosbaar fenomeen is, zeker nu we er meer dan ooit te zien krijgen.”

Maar daar staan we nauwelijks bij stil. Misschien omdat we allemaal sterk beïnvloed zijn door het idee dat mannen en vrouwen ‘toch van nature aan die stereotypen voldoen’. Kort samengevat: mannen komen van Mars en vrouwen van Venus.

Dat is ook de titel van het meest invloedrijke boek over deze materie dat zowat alle genderverschillen tussen mannen en vrouwen terugvoert op aangeboren, biologische voorbestemdheid. De au­teur, John Gray, heeft samen met het Amerikaanse koppel Barba­ra en Allan Pease mee het idee de wereld in gestuurd dat vrouwen zorgzamer en intuïtiever zijn, mannen ambitieuzer en rationeler.

Beide stellingen zijn gebaseerd op een theorie binnen de evolutionaire biologie en psychologie: dat de hersenen van mannen en vrouwen verschillen sinds de oertijd en dat onze hormonen en hersenen toen zo zijn gevormd dat we nu niet anders kunnen dan verlangen naar dezelfde taakverdeling als in de prehistorie. Dat mannen sterk zijn en jagen (seks willen, liegen,...) en vrouwen behoeftig zijn en shoppen (liefde willen, niet kunnen kaartlezen,...) is sindsdien onherroepelijk, zo luidt het.

“Ondertussen is er echter geen serieuze wetenschapper meer die durft te beweren dat dat klopt”, zegt wetenschapsjournaliste Asha ten Broeke, die daarover het stevig onderbouwde boek Het idee M/V schreef.

Dat vrouwen ‘van nature’ intuïtiever, passiever, zachter, emotioneler en minder gericht zijn op macht dan mannen, is niet bewezen. Vrouwen met een hoge functie blijken even seksbelust als mannen. Tot hun tweede levensjaar kiezen jongens en meisjes voor dezelfde kleuren speelgoed, pas daarna gaan de meisjes voor roze. In India en voormalige Sovjetrepublieken doen meer vrouwen dan mannen aan bètawetenschappen dan hier. Van testosteron word je socialer, niet agressiever.

Voor de stelling dat vrouwen zorgzamer zijn, is er evenmin bewijs. Aanstaande vaders maken dezelfde, weliswaar minder heftige hormonale fluctuaties mee als hun zwangere vrouw, wat hen ook voorbereidt op het ouderschap. Alleen al op basis daarvan zouden mannen evenveel ouderschapsverlof moeten krijgen als vrouwen.

Hoe groot is de invloed van onze omgeving?

“De verschillen tussen mannen en vrouwen blijken minder groot dan de verschillen tussen individuen. En de wetenschap ziet hoe ons brein en dus ook ons gedrag flexibel is en we ons aanpassen aan onze omgeving. Er is niet alleen natuur of alleen cultuur, enkel een interactie tussen beide”, zegt Asha ten Broeke.

Neem je lichaam. Dat ziet er in meer of mindere mate uit als mannelijk of vrouwelijk en dat biologische gegeven heeft een grote impact op je identiteit. Datzelfde lichaam zal ook dicteren hoe anderen, volgens bepaalde stereotypes, op je reageren. Je ontsnapt er niet aan.

Ook het verhaal van David Reimer toont aan dat je niemand kunt opvoeden als jongen of als meisje. De penis van het Canadese jongetje raakte verbrand bij de besnijdenis en dat werd aangegrepen om hem vrouwelijke geslachtsorganen te geven en als meisje op te voeden. Hij was voortaan Brenda. Maar hij bleef zich een man voelen en pleegde zelfmoord.

Omgekeerd blijkt dat genderstereotypes die de cultuur oplegt ook de natuur kunnen bepalen. We leren zaken aan, die vervolgens deel worden van onze hersenbedrading. Geef een kind veel ingewikkeld speelgoed, en de hersenen ontwikkelen zich anders dan wanneer je dat niet doet.

“Onze identiteit wordt bepaald door ons lichaam en ons geslacht, maar uit onderzoek weten we dat het effect veel kleiner is dan vaak gedacht en dat aangeleerd gedrag minstens evenveel impact heeft. Het brein past zich aan de prikkels aan die aangereikt worden”, zegt professor pedagogie en genderstudies Els Consuegra (VUB/ULB).

Wanneer een jongen op zijn derde liever met blokken speelt en het zusje liever met poppen, komt dat vooral omdat de omgeving dat stimuleert.

“En wanneer dan uit breinscans blijkt dat die jongen op zijn tiende anders omgaat met ruimtelijke vraagstukken dan zijn zusje, dan is dat dus het resultaat van aangeleerd gedrag”, zegt Consuegra. “Want bij baby’s zien we die neurologische verschillen tussen jongens en meisjes nog niet. Onderzoek met baby’s toont ook dat ouders hun kind al heel jong andere zaken leren naargelang het een jongen of een meisje is. Zo laten ouders jongens langer huilen voor ze hen oppakken om hen te troosten. Zo leren jongens al heel jong dat hun emoties tonen niet rendeert.”

Kunnen we die enge hokjes doorbreken?

Kunnen al die inzichten de enge genderstereotypes doorbreken? Dat zal afhangen van hoe luid en krachtig de stem klinkt van wie er zich niet in thuisvoelt, weten sociologen. En op dat vlak beweegt er iets.

Kledingketen Zara lanceerde onlangs een genderneutrale collectie. Barbie is nu ook game-ontwerper en in de reclames van Unilever staan ondertussen mannen in potten te roeren. Genderneutrale toiletten maken opgang, onlangs is de eerste man uithangbord van een make-uplijn geworden.

Bruce Jenner, voormalig olympisch kampioen atletiek en destijds het ultieme Amerikaanse machosymbool, onthulde in juni 2015 op de cover van Vanity Fair dat ze voortaan Caitlyn is. En Time koos onlangs Héloïse Letissier (28) van Christine and the Queens als een van dé tien boegbeelden van de nieuwe generatie. Het Franse popfenomeen voelt zich man noch vrouw en identificeert zich als genderqueer.

National Geographic wijdde onlangs zijn volledige januarinummer aan ‘gender-non-conform zijn’. Op de omslagfoto prijkt een in roze gehuld tienermeisje dat met een jongenslichaam is geboren. Popfenomeen Miley Cyrus, prille twintiger, liet optekenen: “Ik zie mensen niet als meisjes of als jongens en het heeft even geduurd voor ik het doorhad: ik heb er geen hekel aan om een meisje te zijn, maar wel om in een hokje te worden gestopt.”

Dichter bij huis is Frankie uit Thuis nu Kaat, krijgen leerkrachten opleidingen over transpersonen en schrapt de wetgever de onmenselijke voorwaarden voor juridische geslachtsverandering.

Wie dacht dat de strijd van holebi’s de ultieme aanval is geweest op de stereotiepe mannen- en vrouwenrollen, heeft het dan ook mis. Holebi’s willen erkenning voor hun seksuele geaardheid. Jenner, Letissier en Kaat zijn geen holebi’s. Ze zijn uithangbord van een groep mensen die erkenning willen voor hun genderidentiteit die anders is dan we verwachten.

Transgender zijn, wat betekent dat?

Parallel met die toenemende aandacht voor wie niet ‘genderconform’ is, piekt in Vlaanderen het aantal mensen dat zich aanmeldt bij het Centrum voor Seksuologie en Gender (CSG) van het UZ Gent. Dit multidisciplinaire genderteam, dat bestaat uit een psychiater en psychologen-seksuologen, helpt mensen die worstelen met hun genderidentiteit. In 2015 waren er maar liefst 177 aanmeldingen, meer dan driemaal zoveel als in 2010. De toename heeft alles te maken met de grotere zichtbaarheid van transpersonen door het internet en de populaire cultuur, zegt seksuoloog-psycholoog Els Elaut van het CSG. “Toen transvrouw Dana International in 1998 Eurosong won, was er een explosie van aanmeldingen. Vandaag zijn er nog meer rolmodellen en dat merken wij volop.”

Bij transpersonen komt hoe ze zich voelen, hoe ze gezien willen worden of welke rol ze willen vervullen niet overeen met het juridische hokje dat ze bij geboorte toegewezen krijgen.

Uit onderzoek blijkt dat in Vlaanderen 0,7 procent van de mannen en 0,6 procent van de vrouwen zich het andere geslacht voelt. Maar dat is enkel het topje van de ijsberg, zegt professor genderstudies Joz Motmans van het Transgender Infopunt in Gent. Want velen worstelen ermee of durven dat gevoel niet te erkennen. Minstens drie keer zo groot blijkt de groep die zich genderambivalent voelt: ergens tussen man en vrouw in, of geen van beide.

Hoe mensen met dat gegeven omgaan, verschilt van individu tot individu. Sommigen voelen zich onbehaaglijk in hun lichaam, of lijden eronder en willen lichaam en geest zo veel mogelijk in overeenstemming brengen met hormoontherapie en/of geslachtsoperaties. De meerderheid heeft echter niet de behoefte om zo ver te gaan en zoekt een leven waarin ze noch als man noch als vrouw te boek staan, met alle verwarring van dien, die nog versterkt wordt door een reeks misverstanden.

Heeft genderidentiteit te maken met seksuele geaardheid?

Een eerste misverstand is dat transgender zijn met seksuele geaardheid heeft te maken. Dat is niet zo. Je genderidentiteit gaat over hoe jij je voelt. Je geaardheid gaat over tot wie je seksueel aangetrokken bent.

De worsteling kan al op jonge leeftijd beginnen. Zo kan een kind met een jongenslichaam ervan overtuigd zijn een meisje te zijn. Het voelt zich verward en ontzet als het als jongen wordt aangesproken en hoopt dat het piemeltje van zijn lichaam valt.

Cruciaal, zo zien de experts, is dan om het kind zoveel mogelijk vrijheid van genderexpressie te geven, maar er tegelijk voor te waken dat het niet in een mogelijk kwetsende situatie terechtkomt. Van de tien kinderen met genderdysforie blijken slechts twee transgender te zijn als ze volwassen zijn, althans volgens uiterst beperkt onderzoek. Soms is het een fase in de identiteitsontwikkeling. Soms ontdekken ze later dat ze niet transgender maar holebi zijn. Ook voor hen is gender en seksuele geaardheid uit elkaar halen vaak even lastig als voor de buitenwereld.

Je gender, kies je dat?

Een tweede misvatting is dat transgender zijn een keuze is, een modegril. Of erger: een afwijking. En dus ‘te behandelen’, net zoals dat lang en in sommige landen nog altijd van holebi’s werd en wordt gedacht.

“Therapieën die erop gericht zijn transpersonen de genderidentiteit te doen aanvaarden die past bij hun geboortegeslacht worden als zeer onethisch beschouwd”, zegt Joz Motmans.

Transpersonen experimenteren ook vaak stevig met hun genderexpressie. Zo dragen transvrouwen soms heel korte rokjes én rode lippenstift én hoge hakken. “Dat is hun zoektocht en vaak een manier om te zorgen dat de buitenwereld op hun echte identiteit reageert”, zegt Elaut.

De meeste transmannen en transvrouwen zijn duidelijk te ‘lezen’ door de buitenwereld: ze willen óf als man óf als vrouw worden gezien.

Moeilijker te vatten zijn de mensen die zich ‘genderqueer’, ‘non-binair’, ‘genderambivalent’ of ‘genderfluïde’ noemen. “Dat kan inderdaad à la carte lijken”, zegt Elaut. “Niets is minder waar. Benamingen variëren, maar bij allemaal gaapt een kloof tussen hun lichaam en identiteit.”

Dat het geen keuze is tonen ook de cijfers. Bijna 40 procent van hen heeft al een of meerdere zelfmoordpogingen ondernomen. Elaut: “Wij zien mensen die zeggen: ‘Het is een transitie starten of zelfmoord.’ Bevliegingen zijn dat echt niet.”

null Beeld Andrea Wan
Beeld Andrea Wan

Transpersonen hebben ook veel vaker af te rekenen met discriminatie en agressie en ze hebben het moeilijker om werk en een relatie te vinden of te behouden. Vier op de vijf ervaart geweld omdat ze transgender zijn. Opvallend is dat mannen en 75-plussers beduidend negatiever staan tegenover transpersonen dan vrouwen en jongere generaties.

Vooral transvrouwen worden moeilijk aanvaard, mogelijk omdat bij hen de oorspronkelijke biologische kenmerken, zoals grote handen, vaker blijven opvallen. De Amerikaanse filosoof Judith Butler, genderspecialist en auteur van Gender Trouble, ziet ook een andere verklaring. Transvrouwen hebben hun mannelijkheid opgegeven en tonen dat duidelijk, wat bij sommige mannen heel bedreigend kan overkomen. Hun wereldbeeld wordt aangetast.

Over het liefdesleven van transpersonen zegt Elaut: “Ze vinden minder vlot een partner, al zie ik bijvoorbeeld ook vrouwen in een partnerrelatie stappen met een transman die geen falloplastie onderging (penisconstructie, red.). Mensen die elkaar graag zien, kunnen heel creatief zijn in het vormgeven van een seksuele relatie. Maar sommigen durven geen relatie meer aan te gaan. Soms omdat een transitie niet alle verwachtingen heeft ingelost, soms omdat ze kenmerken van beide geslachten hebben, transvrouwen met een penis bijvoorbeeld, en daardoor bang zijn voor afwijzing.”

Wat als een transpersoon geen transitie wil ondergaan?

Een derde misverstand is dat transpersonen altijd een volledige geslachtsaanpassing verkiezen. Door voorbeelden zoals Caitlyn Jenner of Kaat in Thuis leeft dat idee, maar een aanzienlijk aantal heeft die behoefte niet of vindt de voordelen niet opwegen tegen de aanzienlijke risico’s van genitale chirurgie. Zo kan iemand die zich meer man voelt dan vrouw tijdens de zoektocht naar het lichaam dat het best bij hem past enkel kiezen voor borstverwijdering. Of zelfs niets aan zijn lichaam laten veranderen.

Dat is echter niet evident omdat de buitenwereld mensen categoriseert volgens hun fysieke kenmerken. “Mensen die niet 100 procent in de hokjes man of vrouw passen, vinden we verwarrend en dat wekt zelfs agressie op”, zegt Elaut.

Zo vindt een op de drie Vlamingen dat er iets mis is met mensen die zich niet eenduidig man of vrouw voelen. Daarom gaan sommige transpersonen juist verder in hun transitie dan ze zelf zouden willen. De druk niet sociaal aanvaard te worden, is voor hen te groot.

“Zo zal een transvrouw die geen volledige geslachtsverandering hoeft, soms toch een vagino­plastie (vaginaconstructie, red.) ondergaan omdat ze vreest dat ze later in het rusthuis niet overweg zullen kunnen met een vrouw met een penis.”

Bovendien eist de wet tot vandaag dat wie juridisch van hokje wil veranderen, chirurgische ingrepen ondergaat. “Het nieuwe wetsvoorstel is dan ook een stap vooruit voor transpersonen. Het is eigenlijk incorrect om voor een juridische wijziging medische stappen te moeten ondernemen, zeker indien men er zelf geen behoefte toe voelt. Om nog maar te zwijgen van de onnodige kosten voor de gezondheidszorg”, zegt Elaut.

En voor de grootste groep is dus niet het lichaam de bron van de meeste zorgen, maar de sociale acceptatie. Elaut en andere experts hopen dat de wetswijziging meer maatschappelijk begrip oplevert. Net omdat de eis tot een volledige transitie zal wegvallen, zal die groep hoe dan ook zichtbaarder worden.

“Er zijn mensen die het recht opeisen om ‘een man met een vagina’ of een ‘vrouw met een penis’ te mogen zijn. Dat is en blijft de moeilijkste weg, omdat het zo sterk botst met de behoefte van anderen om hen duidelijk te kunnen plaatsen”, zegt Elaut.

Is onze maatschappij klaar voor meer gendervariaties?

Zijn wij klaar voor die evolutie? In winkels, scholen, zwembaden, rust- en ziekenhuizen en gymzalen? In gezinnen, op werkvloeren en vakantiekampen?

Het personage Kaat in Thuis brengt het thema dan wel binnen in een miljoen Vlaamse huiskamers, zij wordt gespeeld door een vrouw en niet door een transvrouw ‘omdat Vlaanderen er niet klaar voor was’.

Toen de Nederlandse Midden-Oosten-correspondent Mounir (voorheen Monique) Samuel bij Bart Schols in De afspraak zat, werd het even gênant omdat niet helemaal duidelijk was of hij, die zich een ‘vrouwelijke man’ noemt en hormoontherapie neemt, nu al dan niet een geslachtsverandering heeft ondergaan.

“Ik vraag toch ook niet naar uw geslachtsdelen, wat doet dat er nu toe?”, beet hij van zich af. “Veel mensen vragen mij hoe het is om in het verkeerde lichaam te zijn geboren. Maar ik woon in de verkeerde wereld, niet in het verkeerde lijf”, zo vat Samuel de situatie samen.

Onwetendheid is inderdaad nog heel vaak troef. Het onderwerp komt niet aan bod in de opleidingen psychologie. En de discriminatie van transpersonen, bijvoorbeeld bij sollicitaties, is vandaag systematisch, zegt Elaut.

Al ziet ze wel wat verbetering: “De overheid, het leger en andere werkgevers hebben een genderbeleid. Scholen kaarten het vaker aan en er zijn steeds meer rolmodellen. Mijn patiënten troost ik soms met de talloze voorbeelden uit landen waar transpersonen volledig erkend worden en soms zelfs extra aanzien hebben, zoals de two spirits bij de Noord-Amerikaanse indianen. Dat is hét bewijs dat wij als maatschappij collectief kunnen beslissen hoe we met de kwestie omgaan.”

Het gaat over de keuze om transmensen in het vakje freak te stoppen of je wereldbeeld een update te geven en te aanvaarden dat er veel meer genderidentiteiten zijn dan we denken.

Dat laatste zou bovendien niet alleen transpersonen ten goede komen, zo menen Elaut en andere specialisten. Want het komt neer op aanvaarden dat de m/v-bril waardoor we naar de wereld kijken een erg beknellend instrument is om de werkelijkheid behapbaar te maken.

Zeker vrouwen, maar ook mannen ondervinden nog altijd de nadelen van dat hardnekkige systeem waarin er maar twee, vaak tot clichés gereduceerde gendervarianten zijn. Vrouwen moeten er goed uitzien en mogen niet verouderen, mannen moeten sterk en ambitieus zijn. In werkelijkheid voelen natuurlijk veel meer mensen zich daar niet al te best bij.

Vandaag is het pad naar een wereld waarin alle mogelijke gendervariaties naast elkaar mogen bestaan in ieder geval ingeslagen. En één doorslaggevende bevolkingsgroep toont daarbij de weg: de jeugd. De recentste studies tonen aan dat de jongste generaties gender beschouwen als een enorm spectrum.

Voor degenen die de toekomst zullen vormgeven, kleurt de wereld alvast niet meer enkel roze of blauw.

Worstel je met je genderidentiteit of- expressie? Een afspraak maken bij het Centrum voor Seksuologie en Gender (UZ Gent) kan via 09/332.60.23.

Heb je een transpersoon op de werkvloer, in de klas, in je vriendenkring of familie? Wil je rustig nalezen hoe de transgenderzorg zoal kan verlopen in Vlaanderen? Surf naar transgenderinfo.be of bel het gratis nummer: 0800 96 316.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234