Opinie
Madame Haumance, zo Belgisch als motregen en bier
Geert van Istendael is schrijver van 'Het Belgisch labyrint'.
In de jaren tachtig deed ik voor het tv-journaal het probleem Voeren. Voortdurend stond je in de modder tussen de vredige, groene heuvels omdat Happart burgemeester wilde zijn en geen Nederlands wilde spreken. Telkens als Happarts benoeming tot burgemeester ongedaan was gemaakt door de Raad van State, hees hij zichzelf doodleuk weer op de burgemeestersstoel. Hoeveel keer? Ik ben de tel kwijtgeraakt. In ieder geval, een van de regeringen-Martens is over die stoel gestruikeld.
Dat probleem is van de baan.
Maar in de Brusselse rand is het burgemeestersprobleem nog steeds levensgroot, niet omdat de kandidaat-burgemeesters geen Nederlands zouden spreken, dat doen ze allemaal, bij benadering toch, maar omdat ze de taalwet hebben overtreden. Gevolg: drie jaar na de gemeenteraadsverkiezingen hadden ze in Linkebeek nog steeds geen burgemeester.
Nu dus wel. Bevoegd minister Homans greep in. Homans is, zoals bekend, Vlaams-nationalist. Ze liet een Nederlandstalig oppositielid beëdigen.
undefined
De Vlaamse Leeuw klauwt opnieuw! Horden persmuskieten zwermden naar het gemeentehuisje van Linkebeek. Daar zat hij dan, de nieuwbakken burgemeester zonder meerderheid. Beter dan wie ook snapt hij dat zijn democratische legitimatie héél erg dunnetjes is.
Heeft de perfide N-VA het Vlaamse spook weer uit de kast gehaald? Wacht ons landje nu eindeloos taalgekijf? Is de démocratie weer bafouée, zoals de Franstaligen sonoor plegen te roepen?
Vergeet het.
De machine België heeft dat soort linguïstische zevenklappers vakkundig ontmijnd. De zaak-Happart lag op de tafel van de federale regering, de zaak-Linkebeek op de tafel van de Vlaamse regering.
De Franstalige liberalen blijven vreemd stil, vooral als je bedenkt dat de gepasseerde burgemeester Damien Thiéry uit hun rangen komt, sterker, dat hij een paar jaar geleden voor hen heeft gekozen omdat hij het FDF te stijfhoofdig vond. Thiéry heeft dadelijk voorgesteld nieuwe verkiezingen te organiseren. Waarna minister Homans hem probleemloos zou kunnen benoemen omdat hij netjes de taalwet zou toepassen.
Voilà, madame Haumance, u krijgt het op een zilveren schaaltje aangeboden: een compromis, zo Belgisch als een compromis maar kan zijn. Het komt dan nog eens uit de koker van een politieke aartsvijand. Ziedaar een der vele geheimen van het Belgisch compromis - dat onverzoenlijke tegenstanders zich uiteindelijk toch zullen verzoenen.
En ja, ik weet het, het zou niet meer dan normaal moeten zijn dat zo'n burgemeester de taalwetten respecteert. In theorie, ongetwijfeld. Echter, de praktijk van de laatste halve eeuw zag er heel anders uit. In Brussel en de Brusselse rand hebben veel te veel Franstaligen decennialang doodleuk gehandeld alsof de taalwetten geen wetten van het Belgische volk waren. Alsof het wetten waren waarmee je het niet zo nauw hoefde te nemen. Binnen Brussel leeft die opvatting jammer genoeg nog te vaak. Maar ze vindt steeds minder steun bij Franstalige Brusselaars.
In de rand blijkt de splitsing van B-H-V, dat wanstaltige vergelijk waar niemand tevreden mee was, nu toch langzaam te werken. Ook dat is Belgisch. De machine België werkt traag, tergend traag, maar zeker. Voor zover dit land principes heeft, hier is er een: het enige goede compromis is het compromis waar iedereen ontevreden mee is.
Handelt minister Homans als een radicale flamingant? Ach nee. Ze is zo Belgisch als motregen en bier. Minister Homans heeft alleen maar vakkundig de machine België geolied. Zoals zoveel flaminganten het haar hebben voorgedaan.
Hoor hoe de machine België tevreden snort. Straks rolt er weer een compromis uit.