AchtergrondGrijze markt
Luxeproducten aan bodemprijzen: hoe betrouwbaar is de virtuele ‘grijze markt’?
Jarenlang weigerden luxemerken deel te nemen aan de solden, maar sinds kort kunnen koopjesjagers op de zogenaamde ‘grijze markt’ terecht. Officieuze webshops bieden er authentieke producten aan voor kortingen tot 35 procent. Hoe kan dat en is het wel veilig om er iets te kopen?
Een jas van Burberry, een exclusieve handtas van Dolce & Gabbana en de stiletto’s waarmee Christian Louboutin zich op de kaart zette. De webshop van het Australische bedrijf Cettire ziet er op het eerste gezicht uit als een catalogus met daarin de recente creaties van de belangrijkste luxemerken uit Europa. Alleen valt op dat de prijzen wel erg vaak in het rood gemarkeerd zijn.
Het is een doelbewuste strategie van de webshop die tot de grijze markt behoort. Binnen dat deel van de economie doen ongeautoriseerde verkopers er alles aan om authentieke producten aan lage prijzen aan te bieden. En dat werpt haar vruchten af. De afgelopen maanden steeg het beursaandeel van Cettire met 443 procent. In The New York Times schatte analist Luca Solca dan weer dat de grijze markt vandaag zo’n 18,2 miljard euro waard is. Het gaat daarbij om 8 procent van de markt voor persoonlijke luxegoederen.
Het is behoorlijk opvallend dat de grijze markt überhaupt bestaat en rendabel kan zijn. Heel wat luxemerken geloofden namelijk lang dat afprijzingen hun exclusieve imago zouden schaden, waardoor ze onverkochte producten liever verbrandden. De afgelopen jaren werd die houding almaar moeilijker te verantwoorden en zagen steeds meer mensen binnen de luxe-industrie de voordelen van beperkte kortingen in. Geautoriseerde klanten van grote merken kochten doelbewust de grote voorraden in tegen groothandelsprijzen om ze vervolgens met winst voort te verkopen op de grijze markt. Iedereen leek zo te profiteren: de verkoopcijfers van de merken stegen, geautoriseerde handelaars maakten winst en consumenten kregen een breder en goedkoper luxe-aanbod voorgeschoteld.
‘Daigous’
Veel westerlingen moeten hun weg naar de grijze markt nog vinden, maar retailexpert Jorg Snoeck wijst erop dat Azië er al langer van profiteert. Luxeproducten worden doorgaans in Europa geproduceerd, waardoor ze hier vaak goedkoper zijn dan in andere continenten. Een klassieke witte tas van Fendi die hier voor 2.200 euro over de toonbank gaat, kost in China plots 2.897 euro door de hoge invoertaksen. “De zogenaamde daigous, Chinese handelaren, kopen daarom massaal luxeproducten in Europa om ze vervolgens naar hun thuisland te verschepen. Daar verdienen ze bijzonder veel geld mee.” Omdat de middenklasse in China groeit, denkt Snoeck dat de populariteit van de grijze markt niet snel zal vertragen.
De vraag is alleen of de luxe-industrie zelf bereid is om nog verder bij te dragen aan het succes van de niet-geautoriseerde verkopers. In een interview met Reuters had Jean Claude Biver van luxeconcern LVMH het nog over ‘de kanker van de industrie’. De grijze markt zou volgens hem het prestige van de sector tenietdoen en zou zo een langzame dood van luxegoederen veroorzaken. De digitalisering toont aan dat zijn vrees niet volledig ongegrond is. Steeds meer mensen maken gebruik van webshops, waardoor ze sneller aan prijsvergelijkingen doen. Zo dreigen de belangrijkste merken plots met zichzelf te concurreren en wordt de samenwerking met de grijze markt minder interessant. Gucci, Prada en Burberry namen zich daarom al voor om minder aan derde partijen te verkopen, brillenfabrikant Luxottica wil zijn producten dan weer van chips voorzien om hun parcours nauwkeuriger te volgen.
Wie zich op de grijze markt wil wagen, doet er goed aan om eerst recensies over de verschillende webshops te lezen en om het retourbeleid te raadplegen. Naast de klassieke spelers als Cettire, Baltini en Chrono24 zijn er namelijk ook aardig wat frauduleuze sites. Zij lokken klanten eveneens met scherpe prijzen, maar verkopen namaakproducten of schieten tekort op vlak van hun garantieregeling.