✦RecensiesPlaten van de week
Luistertips zo catchy als corona
De nieuwe Childish Gambino klinkt buitenaards briljant, Sorry speelt leentjebuur zonder pardon, en Låpsley? Die ging even kopje onder, maar kwam als wonder weer boven water.
Childish Gambino - 3.15.20 *****
Het groteske eclecticisme dat Donald Glover gulzig tentoonspreidt op zijn vierde album als Childish Gambino, zit diepgeworteld in de zompige ondergrond van Atlanta, zijn thuisstad. 3.15.20 (genoemd naar de datum waarop de plaat voor het eerst streamde) is overduidelijk een broertje van Speakerboxxx/The Love Below, het magnum opus van Outkast. Glover doet hier zijn reputatie van alleskunner alle eer aan. Nu verliest hij zich in korzelige elektrofunk, dan weer in fluwelen r&b (bijgestaan door Ariana Grande), in Kanye-achtige autotune-grooves, zonnige indiepop die muteert tot trap-hiphop, protserig a capella of passionele gospel. Hij zingt er fenomenaal, als nooit tevoren, en roept meer dan eens de spirit van Prince op, zoals in het geniale ’12.38’ (de meeste songs hebben tijdcodes als titel), waarin hij een loom funkritme te lijf gaat met verrukkelijk soulparlando. In de hoekjes van deze songs huizen verhalen over eigenliefde, racisme, vervreemding en existentiële twijfels. Buitenaards briljant.
Låpsley - Through Water ****
Holly Lapsley Fletcher was zo’n vijf jaar geleden de hipste vogel in de Londense scene. Ze inspireerde Billie Eilish en tal van mindere godinnen, maar de plotse roem eiste zijn tol. De Britse ging mentaal even kopje onder. Maar verzuipen deed ze niet: wel deed ze er goed aan om het opgedrongen legertje producers en schrijvers overboord te kieperen. In haar uppie stoeit Låpsley met lome beats, elektropop, soul en reggaeton. Ook een elegant knipoogje naar Kate Bush kan er vanaf. Wat bewijst: in troebel water is het goed vissen.
Sorry - 925 ****
Op zijn debuut 925 legt Sorry een uitzonderlijke feeling voor avontuur aan de dag die gelijkaardige indierockbandjes ontberen. Vormelijk doen de liedjes van deze Londense band grillig aan, rafelig, als ironische cut-’n-paste-experimenten, met één oog op de grunge van de nineties. Je denkt aan Belly en Elastica, mede dankzij de honingzoete slackerzang van frontvrouw Asha Lorenz. Maar Sorry gaat even hongerig te leen bij de hedendaagse popiconen uit de hitparades: deze songs zijn zo catchy als corona. En dan schettert plots een apocalyptische saxofoon door de verhakkelde ritmes. Verrassend!