Zaventem
Luchthavenfluisteraar Silke Devacht: "Na 22 maart heb ik mij afgevraagd: wat doe ik hier eigenlijk?"
Silke Devacht is de sfeerbeheerder van Brussels Airport. Ze meet hoe vaak u naar het toilet gaat en hoe lang u in de loungestoel ligt. En in welke richting die moet staan. "Na 22 maart heb ik mij afgevraagd: wat ben ik hier eigenlijk aan het doen?"
Ze noemt zichzelf de Paul Jambers van de luchthaven. "Ik vraag aan de mensen wie ze zijn, wat ze doen en wat hen drijft. Maar vooral: wat maakt hen gelukkig?"
Op het visitekaartje van Silke Devacht staat 'experience manager Brussel Airport'. Het is haar job om het de reiziger zo aangenaam mogelijk te maken tijdens de uren op de luchthaven, een ervaring die de facto onaangenaam is.
Als passagier zit je voor onbepaalde tijd - delay! - opgesloten in een door poortjes en douaniers hermetisch afgesloten gebouw. Veiligheidsagenten neuzen in je bagage of vragen je schoenen uit te doen. De airconditioning pompt continu droge lucht in steriele, lawaaierige ruimtes. Die moet je delen met tienduizenden andere reizigers, van snel geïrriteerde zakenmensen tot irritante kinderen. De luchthaven is, met andere woorden, een continue bron van stress. En die gaat Silke te lijf. "Ik heb sociologie gestudeerd en dat doe ik uiteindelijk nog altijd: het gedrag van mensen bestuderen, analyseren en proberen te sturen. Op basis van wat je mensen ziet doen, probeer je het hen zo gemakkelijk en aangenaam mogelijk te maken. Wat er voor moet zorgen dat ze hier graag terugkeren, langer blijven hangen, gaan winkelen of iets eten."
Silke Devacht denkt na over dingen waar u niet bij stilstaat. Waar kan ik even uitrusten, is die stoel comfortabel en is er een stopcontact in de buurt? "Iedereen heeft tegenwoordig een elektronisch toestel op zak, van een zakenreiziger met laptop tot een kind met iPad. Dus je moet veel meer stopcontacten plaatsen."
Misschien de wel meest ingrijpende verandering is de heroriëntering van de stoelen. "Negentig procent van de passagiers zit het merendeel van de tijd die hij of zij op de luchthaven doorbrengt. Iedereen wil graag naar buiten kunnen kijken, dus gingen ze met stoelen slepen. De poetsploeg zette die elke avond netjes terug op hun plaats. Verspilling van energie." Dus staan de gloednieuwe ligzetels nu recht in het zonlicht en met zicht op het tarmac, waar de voorpret van de reis zich als een balletopvoering voltrekt: van taxiënde Boeings tot de treintjes die af- en aanrijden met bagage. Iedereen blij.
Planten aanslepen
Toen ze twee jaar geleden aan de job begon, droomde ze van samenwerkingen met Belgische designers en andere kersen op de taart. "Maar het volgende dat we ga aanpakken, zijn de toiletten: 93 procent van de reizigers maakt er gebruik van. Het is eigenlijk volstrekt logisch dat je eerst de diensten verbetert waar de mensen het meest gebruik van maken. Binnenkort wordt geregistreerd hoe vaak één toilet is doorgespoeld. Zo kunnen we voorspellen wanneer een extra poetsronde nodig is."
Silke Devacht is een wandelende reclame voor de luchthaven. Kirt van enthousiasme als het grote zwarte bord in de vertrekhal met bestemmingen en vertrektijden begint te ratelen. "RRRRRT! Zo'n tof geluid. Daar word je toch blij van?"
Ze zegt dat de band met de luchthaven er voor haar altijd was. Ze is opgegroeid in Kortenberg, in de schaduw van Brussels Airport. Ze werkte er als student in de vakanties, zoals zovelen uit de buurt. "Bij mij roept de luchthaven alleen positieve associaties op, het is een wereldje waar 24/7 bedrijvigheid is. Er is iets, het is moeilijk definieerbaar, dat al die mensen als een magneet naar de luchthaven trekt."
Ze voelt het als ze langs het ratelende vertrekbord loopt, ze ziet het als ze de staarten van de wachtende vliegtuigen aan de pieren bestudeert. "Hier voelt het alsof je je in het centrum van het land bevindt. De luchthaven staat voor een beetje spanning, en voor leuke reizen. Meestal toch."
Het geluksgevoel kreeg een flinke knauw op 22 maart. Preciezer geformuleerd: werd opgeblazen. Zij kreeg het nieuws van een ontploffing met veel schade, iets na acht in de ochtend, thuis in Veltem. "Het duurt even eer de omvang van wat er is gebeurd echt doordringt. Ik besefte het pas echt toen een collega mij belde: blijf alsjeblieft thuis en laat je familie weten dat je ok bent. Ik heb de auto omgekeerd en ik heb thuis de tv aangezet."
Uren heeft ze zo op de bank gezeten. Jas nog aan, handtas op schoot, zappend tussen de nieuwskanalen. Perplex. Haar man overtuigde Silke om niét naar Zaventem te rijden. "Terwijl je daar op dat moment net wil zijn." Achteraf is ze blij. "Ik ben opgelucht dat ik bepaalde vreselijke beelden niet heb gezien. Collega's die in de vertrekhal zijn geweest, hebben taferelen moeten aanschouwen die je nooit meer kunt vergeten."
Ze heeft het zich afgevraagd: "Waar ben ik eigenlijk mee bezig?" Het is haar job om na te denken over ontspanning en plezier. Ze laat kickertafels installeren, speeltuintjes voor gezinnen met kinderen, een palmboom voor de sfeer. Het eerste, net geplaatste speeltuintje in de vertrekhal heeft de aanslag niet overleefd. "Opeens word je volledig teruggeworpen op de basis. Kunnen vertrekken, inchecken, vliegen. In de eerste plaats in alle veiligheid. En dan vraag je je wel even af: wat is mijn rol eigenlijk nog?" Ze is de avond van de aanslagen alweer aan de slag gegaan, eerst bij de opvang van gestrande passagiers. "Je moet iets doen om je een beetje nuttig te voelen." Later sleepte ze planten aan om de tenten op te fleuren die tijdelijk de vertrekhal vervingen. "Het klinkt misschien banaal maar ik kan je verzekeren dat ik mij een stuk beter voelde toen ik de ene na de andere plant uit de vrachtwagen kon laden. En het werkte wonderwel: zo'n plant geeft rust. Het zag er ten minste niet meer uit als een veldhospitaal."
Natuurlijk zijn er nog littekens. Witte panelen die vernielingen aan het zicht onttrekken, een vertrekhal die nog niet helemaal operationeel is. Nagedacht wordt er nu over de plek die de herinnering aan de aanslag moet krijgen. Het bekende beeld met de bronzen vogels dat sinds jaar en dag aan de liften en roltrappen staat, is beschadigd. De inslag van een moer die uit een bomkoffer is geknald, staat voor altijd in het brons. "Als zelfs zo'n beeld niet bestand is tegen de inslag, dan wil je je niet voorstellen wat het effect op de slachtoffers is geweest." Het kunstwerk zal niet worden hersteld, dat is ook de wens van kunstenaar Olivier Strebelle. Psychologen hebben wel geadviseerd om het op zo'n plek neer te zetten dat wie het niet wil zien, het beeld perfect kan mijden. De kwestie is nog niet uitgeklaard.
Geen ontsnappen aan
Ze kan nog altijd erg triest worden, en boos. "Als je hoort dat het eigenlijk om een onzorgvuldig voorbereide daad ging, en dan ziet welke schade er is aangericht. En de gevolgen waar wij elke dag mee geconfronteerd worden. Het vraagt heel veel energie om er elke keer opnieuw tegen aan te gaan."
Het helpt niet dat de schijnwerpers feller dan ooit op Zaventem staan gericht. "Wij zijn sinds 22 maart bijna elke dag in het nieuws geweest. Als het niet over de staking ging dan waren er wel problemen met de trein. Ook met positieve berichten hoor, de heropening van de hal, de eerste goede cijfers. Maar het houdt gewoon niet op. Ik ben blij dat ik niet behoor tot de mensen die met een trauma kampen. Want je kunt het gewoon niet lossen, je wordt bijna elke dag geconfronteerd met de luchthaven."
Sowieso heeft een dergelijke heftige gebeurtenis een impact die blijft nazinderen, ook als de shift er op zit of als je thuis met je kinderen speelt. "Er is een zekere alertheid ingeslopen, bij iedereen die met de luchthaven te maken heeft. Ik vraag mij af of dat ooit echt verdwijnt. Elk aan terrorisme of veiligheid gerelateerd berichtje wordt gevolgd en met elkaar gedeeld. Een aanslag in Istanbul, het komt opeens veel dichterbij. Je hebt het zelf meegemaakt, je weet welke miserie die mensen nu moeten doorstaan. De problemen van de wereld zitten opeens in je hoofd. Maar ergens hoop ik ook, ook al is het misschien naïef: we ticked the box. We zijn aan de beurt geweest."
De zomeruittocht helpt, zegt ze. "Hier vertrekken vandaag 40.000 passagiers per dag, er is weer ruimte voor blijheid. Je kunt niet blijven rouwen. Ik heb het gevoel dat we elke dag een stapje zetten, verder weg van 22 maart. We willen het nu nog beter gaan doen. In een crisis worden de zwakke plekken blootgelegd. Ik had moeite met de discussie tussen veiligheidsdiensten en politiek, het voelde alsof er afbreuk werd gedaan aan de inspanningen die wij elke dag leveren om verder te gaan. Maar de mensen op de vloer heeft het juist dichter bij elkaar gebracht. Iedereen die hier op de luchthaven werkt, doet dat vandaag met één doel. De luchthaven was al een symbolische plek. De aanslag heeft dat gevoel nog versterkt."