InterviewFamilieklap
Luc (62) en Leander (32) Coorevits: ‘Dat vader zo stellig is over euthanasie, is hard’
De oudste was jaar en dag algemeen coördinator van Behoud de Begeerte en andere literaire evenementen. Tot hij de ziekte van Alzheimer kreeg en de jongste hem begin dit jaar opvolgde. Luc (62) en Leander (32) Coorevits, vader en zoon.
Luc
‘Toen ik begin dit jaar in Humo bekendmaakte dat ik aan de ziekte van Alzheimer lijd, wist ik waartoe die coming-out zou leiden. ‘De mensen gaan mij vanaf nu anders bekijken’, voorspelde ik. Overal waar ik kom, zie ik nu mensen naar mij kijken en denken: ‘Hoe zou het met hem gaan? Hoever zou de ziekte al gevorderd zijn?’ Ik moet opletten dat ik er niet paranoïde van word. Wanneer ik domweg iets vergeten ben, mij verspreek of vergis, kijk ik altijd een beetje schichtig naar de mensen in mijn omgeving. Ik vermoed dan dat ze denken: ‘Lap, het is zover’. Terwijl er ook veel mensen zijn die beweren dat ze voorlopig niets aan mij merken.
“Dat is het lastige met alzheimer: er is geen scenario. Niemand kan je zeggen hoe, en met welke snelheid, de ziekte zal evolueren. Maar iedereen weet wat er uiteindelijk zal gebeuren: geheugenverlies, gedragsverandering, lichamelijke aftakeling, eenzaamheid...
“Zover ga ik het niet laten komen. Dat heb ik ook al aan mijn naasten laten weten, klaar en duidelijk: als het fout gaat, kies ik voor euthanasie. Dat is niet evident, in de eerste plaats niet voor mijn vrouw en kinderen. Het grote probleem zal zijn: waar en wanneer trek ik de lijn? En zal ik ze zelf nog wel kunnen trekken? Gelukkig is dat nog niet aan de orde. De onzekerheid is groot, maar ik kan nog lezen, schrijven, tv-kijken, reizen. Ik kan eigenlijk alles nog. Maar precies omwille van de onvoorspelbaarheid van de ziekte, was het goed een stap opzij te zetten bij Behoud de Begeerte.
“Ik weet het ondertussen al anderhalf jaar. Een ruggenmergpunctie gaf uitsluitsel. Daar waren vele jaren van klinisch onderzoek aan voorafgegaan. Toch heb ik het pas aan mijn kinderen verteld toen het vaststond dat het alzheimer was. Ik dacht: ‘Stel dat het niet zo is en meevalt, dan hebben ze zich onnodig zorgen gemaakt’. Bon, het is dus niet meegevallen.
“Voor mijn vrouw Marianne en voor mijn kinderen Jana en Leander is de situatie minstens even confronterend als voor mij. Met name het feit dat ik mij zo stellig voorneem te gepasten tijde voor euthanasie te kiezen, valt hen zwaar. Zelf ben ik minder met mijn ziekte bezig dan men zou verwachten. Ik krijg nu van alle kanten gezondheidstips. Ik ben oprecht dankbaar dat men zo bezorgd is om mij, maar ik ga mijn ziekte niet van ’s morgens tot ’s avonds zitten analyseren. Ik heb het volste vertrouwen in mijn arts. En ik heb maar één zekerheid: dat alzheimer ongeneeslijk is, en dat het op een gegeven moment over en uit zal zijn. Een kankerpatiënt kan nog hopen dat hij erdoor komt. Ik kan alleen maar hopen dat het onvermijdelijke laat komt.
“Afscheid nemen van Behoud de Begeerte was het moeilijkste. Ik vertoon echt afkickverschijnselen. Cold turkey. Het plan was om de tent nog drie jaar te leiden, tot mijn 65ste. Toen ik mijn verdict kreeg, heb ik dat plan onmiddellijk in vraag gesteld. Dat Leander mij zou opvolgen als algemene coördinator, en dat Amber Maes onze artistieke coördinator zou worden, was voor iedereen binnen onze organisatie, in de eerste plaats mezelf, de logica zelve.
“Maar Leander had het nadeel dat hij mijn zoon is. Om elke zweem van nepotisme weg te nemen, heeft hij een pittige sollicitatieprocedure moeten doorlopen, net zoals Amber. Ik ben nu onbezoldigd adviseur. Ik heb geen formele taken meer. Ik mis het verschrikkelijk.”
Leander
“Ik werk nu zeven jaar bij Behoud de Begeerte. Het is begonnen met een vakantiejob, maar gaandeweg heb ik er met alle facetten van productie en management kennisgemaakt. Met het inhoudelijke hield ik mij minder bezig, hoewel het mij natuurlijk wel interesseert. Alles wat met kunst, muziek en literatuur te maken heeft interesseert mij mateloos.
“Toen mijn vader de diagnose alzheimer kreeg, was dat een dubbele klap. Eén: mijn vader was ongeneeslijk ziek. Twee: er werd naar mij gekeken om de leiding van Behoud de Begeerte mee over te nemen. We hebben er acht, negen maanden over gedaan om de opvolging correct en goed te regelen. En dat moest allemaal gebeuren in de moeilijkste omstandigheden die de sector ooit heeft gekend, in volle coronacrisis. Dat was hard. Dat was véél.
“We hebben geprobeerd om die crisis te zien als een opportuniteit, als een ideaal moment voor herbronning. We hebben het afgelopen jaar zestien digitale voorstellingen gemaakt, die je gratis via onze website kunt bekijken. Niks livestream, alles werd netjes opgenomen en zorgvuldig gemonteerd. Ik denk dat we trots mogen zijn. Maar als je het mij vraagt, komt het zelfs niet in de buurt van de live-ervaring. Misschien is dat wel de grote eyeopener van de coronacrisis: het besef dat samenkomen met andere mensen, op een fysieke locatie, echt wel essentieel is. Dat we dat niet kunnen missen.
Gekke gewoontes
Leander over Luc: ”Mijn vader is notoir slecht in het onthouden van namen.”
Luc over Leander: ”Leander komt op belangrijke momenten altijd met een mooi cadeau voor de pinnen. Het mag een cent kosten.”
“Bij Behoud de Begeerte ligt de lat waar mijn vader ze heeft gelegd: hoog. Mijn vader is nu onze adviseur. Dat is een geschenk. Er zijn niet zo veel mensen bij wie wij terechtkunnen; hij heeft onze branche bij wijze van spreken uitgevonden. (lacht) En hij is gratis. De onzekerheid over de evolutie van zijn ziekte weegt natuurlijk zwaar. En dat zal zo blijven. Er zijn veel mensen die mij aanspreken over zijn passage bij Friedl’ Lesage in Touché. Ze vonden dat hij daar ‘zo eerlijk en zo open’ was. Ik heb die uitzending één keer kunnen beluisteren, maar ik zal het geen tweede keer doen. Met name zijn stelligheid over euthanasie is een harde noot om te kraken. Het is makkelijk om daar principieel hetzelfde over te denken als hij – en dat doen we binnen ons gezin ook allemaal, mijn moeder, mijn zus en ik – maar het blijft moeilijk om het onder ogen te zien. Onaangenaam, hard.
“Gelukkig worden we nog niet op dagelijkse basis geconfronteerd met zijn ziekte. Ja, mijn vader heeft de neiging om zijn sleutels verloren te leggen. Maar dat doet hij al zolang ik mij kan herinneren. Ik zou verrast zijn als hij zijn sleutels een keertje wél weet te liggen.”