Zaterdag 10/06/2023

AchtergrondMijnbouw

Lithium schudt Frankrijks mijnverleden wakker

Échassières, in het Centraal Massief. Beeld Bart Koetsier
Échassières, in het Centraal Massief.Beeld Bart Koetsier

Een mijn bij het Franse dorpje Échassières kan Europa’s grootste bron van lithium worden. De weerstand tegen mijnbouw is hier minder groot dan elders. En er is genoeg van het ‘witte goud’ om jaarlijks 700.000 auto’s van batterijen te voorzien.

Kleis Jager

Laurent Malterre loopt over een pad met een dik pak glibberige bladeren en takken een eindje omhoog de heuvel op. Even later wijst hij op de verroeste, overwoekerde wanden van wat een bezinktank was. De overblijfselen zijn met een paar lager gelegen ruïnes de stille getuigen van de activiteiten van de Compagnie Minière des Montmins.

Dat bedrijf exploiteerde een ondergrondse mijn waar wolfraam werd gewonnen. Wolfraam is een metaal dat staal harder en meer hittebestendig maakt. Malterre (55), onbezoldigd voorzitter van het lokale geologisch museum Wolframines, weet er alles van. Hij legt uit hoe het mineraal scheeliet werd vervoerd per kabelbaan en hoe het vervolgens met donderend geraas en stofwolken in een stortkoker verdween om te worden vermalen.

In de bezinktank, waarin het bruikbare deel van het erts naar de bodem zonk, vond het laatste deel van het proces plaats. In 1962 was het afgelopen. De compagnie, die vooral leverde aan de defensie-industrie, was een vroeg slachtoffer van globalisering, glimlacht Malterre. “Het kon ver weg veel goedkoper.”

Laurent Malterre. Beeld Bart Koetsier
Laurent Malterre.Beeld Bart Koetsier

Honderdvijftig arbeiders verloren hun baan. Een trauma voor het dorp, beweren sommigen, maar Malterre relativeert dat. “Veel van die mannen werkten ook op het land en gingen weer boeren. Anderen konden elders in een andere mijn aan de slag.”

Grote dingen

Mijnbouw is er sinds 1850 altijd geweest in Échassières, een dorp in het Centraal Massief. Imerys, een Franse multinational, wint er nu nog in de openlucht kaolien of chinaklei, dat gebruikt wordt in de fabricage van porselein.

In deze groeve staan grote dingen te gebeuren.

Onder het oppervlak bevindt zich graniet, dat een grote hoeveelheid lithium bevat. Communistische politici drongen in de jaren tachtig, een periode waarin de werkloosheid snel opliep, al aan op ontginning. Maar dat bleek toen niet rendabel.

Dat is radicaal veranderd met de opkomst van elektrische auto’s, die zijn uitgerust met lithiumbatterijen. Lithiumhydroxide - dat er uitziet als wit poeder - wordt ook wel het witte goud genoemd. De prijs per kilo schoot omhoog, in 2021 zelfs met 400 procent.

Imerys denkt vanaf 2028 jaarlijks 34.000 ton lithiumhydroxide te produceren, genoeg om jaarlijks 700.000 auto’s van batterijen te voorzien. Dat vraagt om een investering van een miljard euro.

Lithium wordt nu vooral gewonnen in Australië en Zuid-Amerika, waar de schade van de mijnbouw aan mens en milieu aanzienlijk is, onder andere door het grote waterverbruik. Na de winning wordt een concentraat gefabriceerd dat in China wordt geraffineerd.

Twee miljoen e-auto’s per jaar

Europa probeert greep te krijgen op de productieketen. Daarom stopt het miljarden aan subsidies in tientallen batterijfabrieken. Maar het heeft nog geen eigen lithium.

De Franse regering steunt het plan van Imerys daarom enthousiast. 700.000 elektrische auto’s van eigen bodem zou het doel - hoogstpersoonlijk gesteld door president Emmanuel Macron - om in 2030 twee miljoen e-auto’s per jaar te maken dichterbij brengen.

Er zijn nog zo’n tien andere Europese initiatieven om lokaal lithium te winnen, sommige met vergelijkbare ambities. Maar Imerys lijkt de meeste kans te maken om als eerste resultaat te boeken. De concurrentie heeft soms geen vergunning, worstelt met de financiën of stuit op grote weerstand van omwonenden of milieuactivisten.

Dat laatste was het geval in Servië, waar de Brits-Australische mijngigant Rio Tinto een lithiumproject moest staken dat het grootste van Europa had moeten worden. Bezorgde burgers laten zich ook horen in Duitsland, waar Vulcan Energy Resources lithium uit grondwater wil halen.

In Servië en Duitsland is er angst voor vervuild water, maar daar is in Échassières geen sprake van. Het graniet bevat hier geen giftige metalen. En om het lithium uit het mineraal - lepidoliet - te krijgen, zijn geen chemicaliën nodig, zoals in Australië, waar zwavelzuur wordt gebruikt omdat het lithium er in het mineraal spodumeen zit, dat veel harder is.

Schone mijnen bestaan niet

Het dorp hoeft ook niet bang te zijn voor af en aan rijdende vrachtwagens. Imerys zal het concentraat dat in Échassières is verkregen via ondergrondse buizen vervoeren naar de dichtstbijzijnde spoorlijn. Vandaar uit gaat het verder naar het eindstation, dat lithiumhydroxide van batterijkwaliteit produceert. Het water dat in de buizen wordt gebruikt, vloeit daarna weer terug.

De winning vindt niet plaats in de openlucht, maar ondergronds. Daarom is de impact op de omgeving minimaal. Uitbreiding van de mijn is nauwelijks nodig, wat goed nieuws is voor het Forêt des colettes, dat bekendstaat als een van de mooiste beukenbossen van Europa.

En herrie en stof blijven beneden, beaamt ook Atécopol, een organisatie van groene wetenschappers.

Een schone mijn bestaat niet, maar Imerys, dat ook nog belooft uitsluitend elektrisch aangedreven materiaal te gebruiken, komt volgens dit collectief een heel eind.

Slager Philippe Cresp. Beeld Bart Koetsier
Slager Philippe Cresp.Beeld Bart Koetsier

Laurent Malterre is opgetogen dat het mijnverleden weer tot leven wordt gewekt. Maar hij denkt dat “de helft van het dorp” die minder goed is geïnformeerd bedenkingen heeft. Slager Philippe Cresp (50), bijvoorbeeld, hoort bij die sceptici. Hij is op een informatieavond geweest en is daar niet gerustgesteld. “Er werden veel vragen gesteld waar geen antwoord op kwam.”

Of hij dan niet blij is met meer activiteit? “Ik verkoop er waarschijnlijk niet één steak meer om”, verzucht hij. “De mensen die hier straks komen om in de mijn te werken gaan hem hier echt niet op de stoep bakken.”

Bloemist Jean-Marc Antoine Beeld Bart Koetsier
Bloemist Jean-Marc AntoineBeeld Bart Koetsier

Jean-Marc Antoine (62), die een groothandel in snijbloemen heeft, moet even over de vraag nadenken. Hij vermoedt dat het “al met al” positief zal zijn. “Er komt hoe dan ook meer beweging voor het dorp.”

“Wij hebben hier al tientallen jaren ervaring met Imerys en het is een uitstekend bedrijf”, wuift oud-onderwijzers Nicole Deyrieux (60) de twijfels weg. “We merken niets van ze en ik verwacht niet dat daar verandering in komt.”

Redelijk vitaal

Frankrijk telt maar liefst 17.000 gemeenten met minder dan 500 inwoners, de helft van het totaal. Vaak blijkt het onmogelijk om de voorzieningen op peil te houden, vooral als de omgeving in toeristisch opzicht niet interessant is.

Nicole Deyrieux, bij de kledingzaak waar zij werkt. Beeld Bart Koetsier
Nicole Deyrieux, bij de kledingzaak waar zij werkt.Beeld Bart Koetsier

Échassières oogt nog redelijk vitaal, ook al neemt het verzorgingshuis 60 van de 480 bewoners voor zijn rekening. Er is rond de kerk een kleine supermarkt (Le Comptoir d’Échassières), waar je ook kunt tanken, een restaurant (Le Ris Blanc), een kapperszaak (Coiffure Sandrine), een slager, een bakker, een zaak met tweedehandskleding die wordt gedreven door vrijwilligers, en een basisschool.

Maar meer dynamiek is zeker welkom, denkt Deyrieux, die deel uitmaakt van het vierkoppige gemeentebestuur. Zij beaamt dat de informatieavond levendig was. “Er waren inderdaad veel mensen met vragen voor de directie van Imerys. Maar die kwamen niet van hier, het waren milieuactivisten uit de hele regio.”

Burgemeester Frédéric Dalaigre. Beeld Bart Koetsier
Burgemeester Frédéric Dalaigre.Beeld Bart Koetsier

“De bewoners van Échassières hoorde je bijna niet”, zegt ook burgemeester Frédéric Dalaigre (45). Naar zijn idee ziet het project van Imerys er goed uit. “Ook al is nog niet alles duidelijk.”

Hoeveel banen er bij komen bij de mijn - waar nu 35 personen werken - bijvoorbeeld. “Honderd, is gezegd, maar we weten het niet precies. En het zou gaan om duizend arbeidsplaatsen in totaal, dat is inclusief de fabriek waar het lithiumconcentraat wordt opgewerkt. De locatie van die fabriek is trouwens ook nog niet bekend.”

‘Wat willen we nu eigenlijk?’

Wat zeker is, is dat de bevolking van Échassières niet gaat verdubbelen, lacht Dalaigre, die in een laboratorium voor diergeneesmiddelen werkt. “Het zou prachtig zijn als alle omliggende dorpen er inwoners bij krijgen. Dan kunnen wij onze school openhouden. Het gaat nu nog net, met vijftien leerlingen, omdat we het samen doen met een buurgemeente.”

De belangrijkste vraag die nog niet is beantwoord, betreft het water. Na de droogtecrisis van afgelopen zomer wordt er soms letterlijk gevochten om water. Een demonstratie van enkele honderden ecoanarchisten tegen de bouw van een groot waterreservoir - ten behoeve van maïsboeren - liep eind oktober uit op een spectaculaire veldslag.

De ruïnes van de Compagnie Minière des Montmins, waar wolfraam werd gewonnen.  Beeld Bart Koetsier
De ruïnes van de Compagnie Minière des Montmins, waar wolfraam werd gewonnen.Beeld Bart Koetsier

Imerys onderzoekt nog hoeveel het nodig heeft en hoe groot de grondwatervoorraad is. Daarover moet volgend jaar een rapport verschijnen. Twee onafhankelijke bureaus zullen zich ook over de gevolgen voor het water en de biodiversiteit buigen.

“Uiteindelijk moeten we ons afvragen wat we nu eigenlijk willen”, zegt Dalaigre. “Al die elektrische auto’s zullen toch ergens op moeten rijden. Je kunt de hele productieketen van batterijen in Frankrijk ontwikkelen, waar heel strenge regels gelden. Of je blijft lithium halen uit Australië en China, waar het milieu zwaar wordt belast.”

Extremisme

“De reserves zijn zwaar overdreven”, meent ook Malterre, die werkt voor Enedis, de Franse beheerder van het elektriciteitsnet. “Je kunt het zelfs extremisme noemen. Alles is in dit land van waarborgen voorzien, niets verloopt overhaast. Ik begrijp echt niet waarom je hier tegen kunt zijn.”

De kans om alles - van mijn tot batterij - op een verantwoorde manier in eigen land te doen moet je zeker niet laten lopen, vinden ook specialisten als de Franse geologe Marieke van Lichtervelde. “In Afrika vervoeren de Chinezen lithiumconcentraat vanuit Mali naar Abidjan in Ivoorkust, 1.200 kilometer in dieselvrachtwagens.”

“Frankrijk is ook in het voordeel omdat het zijn fossielvrije kernenergie kan inzetten”, laat Van Lichtervelde weten vanuit Ghana, waar zij veldwerk doet. “Dat telt, gezien de energietekorten. Want de mijnbouw slokt op dit moment 8 tot 10 procent van het totale energieverbruik in de wereld op.”

De ruïnes van de Compagnie Minière des Montmins. Beeld Bart Koetsier
De ruïnes van de Compagnie Minière des Montmins.Beeld Bart Koetsier

Soms wordt erop gewezen dat de voorraden in de wereld eindig zijn. Volgens de geologische dienst van de Amerikaanse overheid is er 89 miljoen ton lithium in de wereld - in gesteenten (zoals in Échassières), zoutmeren (zoals die in de Atacama-woestijn in Chili) en in zogenoemde niet-conventionele afzettingen.

Maar de voorraad is niet het grote probleem, volgens Van Lichtervelde. “Het is niet onuitputtelijk, maar we kunnen nog veel ontdekken. Wat de exploitatie vooral afremt is de bureaucratie. Tussen het onderzoek naar een voorraad en de opening van een mijn zit vijftien jaar.”

null Beeld Bart Koetsier
Beeld Bart Koetsier

Daarom verwacht Van Lichtervelde de komende jaren een run op ‘vies’ lithium buiten Europa. “Hier kun je milieu-eisen omzeilen met corruptie en laat de bevolking zich weinig horen. Wat ik hier in Ghana zie, stemt niet optimistisch.”

Het lithium dat zo wordt verkregen, zal net genoeg zijn voor de batterijen van elektrische auto’s in de ontwikkelde wereld. “De landen op het zuidelijk halfrond maken weinig kans op een energietransitie. Dat is de trieste realiteit.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234