Onderwijsrapport
Limburg, waar leerkrachten vaker ziek zijn
Het doorgaans toch gemoedelijke Limburg heeft een probleem. Leerkrachten zijn vaker en ook langer ziek dan in andere regio’s. 'De sluiting van de mijnen en Ford Genk heeft hier een ravage aangericht die voelbaar is in de scholen.'
Cathy Galle
Het gaat vrij goed met haar. Klinkt het toch nog wat aarzelend. Helemaal zeker is Manette Bambust (62) niet. Het voelt alsof ‘het’ elk moment terug kan komen. ‘Het’ begon voor de gepensioneerde directrice uit Maasmechelen begin 2015. “Ik kwam op school aan en plots, boenk, het was gedaan. Ik functioneerde niet meer. Ik kon enkel huilen. Er was niets meer met mij aan te vangen. De dokter greep in en zette me voor vier maanden thuis. De eerste week heb ik enkel geslapen. Het duurde enkele maanden vooraleer het wat beterde. Mijn hele sociale leven viel stil. Energie voor een hobby was er niet. Ik was actief in een aantal verenigingen, maar naar vergaderingen gaan kon ik niet meer opbrengen. En collega’s die goedbedoelend op bezoek kwamen, brachten meteen alle problemen van op school terug binnen. Ik kon dat niet aan.”
Séverine Jans (40) uit Sint-Truiden weet waarover Manette het heeft. “Ik zei voordien vaak tegen mijn leerlingen: ik blijf pas thuis als ik niet meer op mijn benen kan staan. Dat was dus precies wat er gebeurde. Een complete lichamelijke shutdown. Die eerste weken moest ik vaak kiezen: tanden poetsen of haar wassen. Want beide doen, kon ik niet aan. Koken ging alleen al hangend op het aanrecht. Zo erg was ik er aan toe.”

Psychosociaal
Manette en Séverine zijn lang niet de enige ‘uitvallers’ in het onderwijs. Het ziekteverzuim gaat al enkele jaren in stijgende lijn. Met op kop ziektes van psychosociale aard.
En Limburg doet het opvallend slechter dan de rest van Vlaanderen. Waarom dat zo is, is moeilijk te verklaren. Een mogelijke oorzaak is het grote aantal oudere leerkrachten in Limburg. In Limburg is 40,41 procent van het lerarenkorps ouder dan 45 jaar. In Vlaams-Brabant bijvoorbeeld is dat maar 34,57 procent.
Oudere leerkrachten zijn sowieso in heel Vlaanderen een kwetsbare groep. Het ziekteverzuim bij leerkrachten stijgt in alle leeftijdscategorieën, maar hoe ouder de leeftijd hoe hoger de stijging.
Maar meer oudere leerkrachten kan niet de enige oorzaak zijn van de hoge ziektecijfers in Limburg, meent Yves Vannijlen, provinciaal secretaris voor Limburg bij de socialistische onderwijsbond ACOD. “Dat zal zeker meespelen, maar vooral de socio-economische situatie in Limburg speelt een grote rol. Denk bijvoorbeeld aan de sluiting van Ford Genk, die een weerslag heeft gehad in het onderwijs. Kinderen en jongeren met heel complexe problematieken komen in de klas en de leerkrachten proberen die op te vangen. Tegelijkertijd werd het budget voor nascholing in veel scholen afgebouwd. De leerkrachten zijn dus niet opgeleid om die kinderen op te vangen. Die mensen zien hun takenpakket altijd maar uitbreiden en moeten daarnaast ook in staat zijn om kinderen met diverse problematieken op te vangen.”
De socio-economische cijfers voor Limburg ogen inderdaad slecht. Een op de negen Limburgse kinderen wordt geboren in een kansarm gezin. Een op de zeven leeft onder de armoedegrens. Een kwart van de kinderen uit de mijngemeenten spreekt thuis geen Nederlands. En de scholingsgraad ligt in 35 Limburgse gemeenten onder het Vlaamse gemiddelde.
De situatie is zo ernstig dat het provinciebestuur vorig jaar in december 500 onderwijsmensen en politici uit de provincie samenriep voor een staten-generaal over het Limburgse onderwijs. Gedeputeerde voor onderwijs Jean-Paul Peuskens (sp.a) stelde er een actieplan voor. Hij wil de taalachterstand bij leerlingen tegengaan, jongeren helpen hun technisch talent te ontdekken en vooral voorkomen dat jongeren voortijdig de school verlaten. “Dat is echt een probleem in Limburg”, zegt Yves Vannijlen. “Zeker in de oude mijngemeenten zien we vooral een grote ongekwalificeerde uitstroom, tot zelfs 30 procent. Een grote groep dus, die ondanks inspanningen van de leerkrachten zonder diploma secundair onderwijs de school verlaat.”
Mijnsluiting
Dat er in Limburg nog meer zieke leerkrachten zijn dan in andere regio’s, verbaast Manette Bambust helemaal niet. “De situatie van Limburg wordt heel vaak onderschat. De sluiting van de mijnen destijds en de sluiting ook van Ford Genk heeft een ware ravage aangericht en had een enorme impact op de hele regio. Ondanks alle inspanningen die worden geleverd, blijft het vaak dweilen met de kraan open. We krijgen in de scholen kinderen binnen die van thuis uit weinig tot geen begeleiding krijgen, omdat hun ouders bezig zijn met overleven. Kinderen die 's morgens niet gegeten hebben of hun boterhammetjes ‘vergeten’ zijn. Kinderen die verkleumd naar school komen, omdat er geen geld is om de verwarming aan te zetten. Kinderen van wie de ouders een drankprobleem hebben of agressief zijn. Het zijn allemaal problemen die op onze scholen binnenkomen. Dat doet iets met een mens. Je wil die kinderen ook alle kansen bieden. Je wil tijd en energie stoppen in hen, maar die tijd is er niet voldoende. De frustratie die dat teweegbrengt, is groot.”
Er zijn niet alleen leerlingen met problemen, ook het personeel zelf heeft het lastig, weet de voormalige directrice. “Een aantal collega’s bijvoorbeeld had een partner of familieleden die bij Ford Genk werkten. Ook zij brachten problemen mee naar school. Als directeur moet je niet alleen je leerlingen, maar ook je leerkrachten proberen opvangen.”
En als dat niet lukt, en de leerkrachten vallen uit, dan verhoogt de druk op een directeur nog meer. Want dan moet die op zoek naar een vervanger. “Vanuit Brussel komt meestal het verhaal dat er geen lerarentekort is. Globaal gezien klopt dat, maar de realiteit is wel stukken complexer. We vinden vaak wel iemand, maar de kandidaten die we vinden, voldoen lang niet altijd. De spoeling is zo dun, dat we als directie erg veel tijd en energie moesten steken in coaching van die mensen. En hoe meer leerkrachten uitvallen, hoe meer werk, tijd en energie er gaat naar het zoeken en coachen van vervangers.”
Signalen
En dan plots is het gedaan. Gaat het licht uit. Al was het bij Manette achteraf gezien niet zo plots. Er waren wel degelijk signalen, die ze vakkundig wist te negeren. “Ik liep vaak moe en was vaak grieperig. Ik had slaapproblemen en kon niet loslaten. Op school stond ik erom bekend 's morgens vroeg al mails te sturen. De taken die je daarvoor op korte tijd afmaakte, duurden plots dubbel zo lang. In plaats van dat als een signaal te zien, ga je net nog harder werken. Want je wilt je werk goed doen. En alle kinderen en personeel zo goed mogelijk ondersteunen. En dus steek je je weekends en vakanties erin. Je beseft op dat moment wel dat je te veel aan het doen bent, maar niet dat je je volledige reserve aan het opgebruiken ben. Ja, dan krijg je op een bepaald moment natuurlijk de rekening.”
Ook bij Séverine waren er signalen vooraf. Bakken zelfs. “Ik was al jaren erg vermoeid, maar vond dat niet zo abnormaal. Veel mensen zijn toch vaak moe? Ik geef les in de humane wetenschappen en doe mijn job heel graag. Ik had eerst een parttime, maar werkte ongeveer 50 uur per week. Dat ligt ook aan mij. Ik ben iemand die de wereld wil verbeteren en nogal perfectionistisch is. Als ik iets de moeite vind, dan wil ik me er ook voor smijten en het goed doen.”
Het begon eerst met lichamelijke klachten. Wat hoofdpijn. Af en toe maagpijn. Plots eens spierpijn. En ze vatte het ene virus na het andere. “Dan denk je: kom op, nog even doorgaan. Over een paar weken is het vakantie. Dan kan ik crashen. Ik vond van mezelf dat ik niet kon thuisblijven, want dan belandden mijn leerlingen in de studie en moest een collega opdraaien voor toezicht. Ik heb ook te lang gezwegen. Ik zei wel af en toe dat ik maagpijn of hoofdpijn had, maar ik was soms echt beschaamd om te zeggen: ‘Ik voel me weer niet goed.’ Ik merkte ook dat ik vrij cynisch werd, harde opmerkingen maakte tijdens vergaderingen. Dan dacht ik: maar zo ben jij toch helemaal niet.”
Séverine ging helemaal ten onder, en toen kwam ook het schuldgevoel. “Die vragen: wat heb ik mezelf aangedaan? Waarom heb ik het zover laten komen? Mijn zoon heeft zijn moeder in situaties gezien waarvan een moeder niet wilt dat een kind dat ziet. Huilend van de pijn en ellende. Zoiets wil je niet meemaken.”
Het ‘systeem’
Het goed willen doen, de leerlingen of de collega’s niet in de steek willen laten. Het zijn vaak gehoorde argumenten van leerkrachten om toch nog verder te doen ondanks duidelijk signalen. “Ik heb het inderdaad vaker gezien”, zegt Séverine. “Sommige collega’s slagen erin een mooi evenwicht te vinden tussen werk en privé en zich te handhaven. Dat is prachtig. Maar velen kunnen dat niet. En het zijn vaak erg geëngageerde leerkrachten die eerst uitvallen. Toen ik het moeilijk had, kwam een collega mij zeggen: ‘Klop dan toch gewoon je uren, dan zal dit je niet overkomen’. Maar dat lukte niet, mijn werk afkrijgen binnen de uren. Ik ben in het onderwijs gestapt om jongeren te helpen, en kreeg het niet over mijn hart om hen minder en minder te bieden omdat er meer en meer andere taken bijkwamen. Het heeft een tijd geduurd voor ik doorhad dat het probleem niet enkel bij mij lag, maar vooral bij het systeem: met minder middelen, omkadering en tijd kun je onmogelijk even goed werk afleveren. Ik vind niet dat ik een zwakkeling ben, ik ben wel iemand die het goed wil doen in een systeem dat dat niet toelaat. Maar dat ik me bijna heb laten kraken door dat systeem, wringt wel nog altijd een beetje.”
Er wordt soms vreemd gekeken naar zieke leerkrachten, vindt ze. Ook door andere leerkrachten. “Wij zijn de softies die de wereld willen verbeteren, ten koste van onszelf. Maar is dat dan waar we naartoe willen? Dat leerkrachten zich noodgedwongen, omwille van hun eigen gezondheid, terugplooien en zich minder engageren? Wordt hier iemand beter van?”
Ook Manette verwijst naar het systeem als boosdoener. “De druk vanuit de overheid verhoogt elk jaar. Ik was directeur op een kleine school, dus alles kwam op de kap van enkele mensen terecht. Als die dan ook nog eens beginnen uitvallen, dan is het helemaal problematisch. Een directeur hoort eigenlijk bezig te zijn met het pedagogisch beleid en het personeelsbeleid. Maar er kwamen telkens honderdduizend dingen bij.”
Loopbaanhervorming
Het zijn problemen waar de onderwijsbonden al langer actie rond voeren. De onderhandelingen met Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) over een loopbaanhervorming, die aan een deel van de problemen van leerkrachten tegemoet zou moeten komen, verlopen erg stroef. De minister wil nu eerst een studie naar de werkbelasting van leerkrachten laten uitvoeren vooraleer ze voort onderhandelt met de bonden. Die resultaten worden ten vroegste over een jaar verwacht. De kans dat er nog deze legislatuur zo’n pact komt, is dus erg klein.
Séverine is ondertussen weer aan het werk. Maar het blijft flirten met de grens. “Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik me nog eens lichamelijk goed gevoeld heb. Het zijn vooral mijn leerlingen die me erdoor trekken. Hun enthousiasme, hun maatschappelijk engagement, hun warmmenselijkheid en hun begrip.”
Manette is ondertussen op pensioen, maar heeft het nog altijd zwaar. “Ik heb geen behoefte om mijn vroegere collega’s te zien, hoe goed die dat ook bedoelen. Als ze vragen hoe het nu echt met me is, dan weet ik niet wat zeggen. “Het’ zit er nog, voel ik. ‘Het’ is nog niet helemaal weg.”