AnalyseKlimaatopwarming
Lichtpuntje in klimaatkwestie: voor het eerst zijn er scenario’s waar opwarming tot 2 graden beperkt blijft
In een wetenschapstak waar sombere berichten de maat zijn, is het zowaar een lichtpuntje. Als alle landen zich houden aan hun klimaatbeloftes, kan de opwarming van de aarde echt beperkt blijven tot net onder de 2 graden Celsius ten opzichte van de pre-industriële tijd.
Daarmee verschuift de focus naar ervoor te zorgen dat landen zich aan hun woord houden. Het is voor het eerst dat in de grafieken het magische doel van slechts 2 graden opwarming in zicht komt. “Onze bevindingen zijn reden voor optimisme”, schrijven Australische en Duitse onderzoekers dan ook in vakblad Nature. “De opwarming kan beperkt blijven tot 2 graden Celsius als de toezeggingen volledig en op tijd worden ingelost.”
Zo zou de zeespiegel eind deze eeuw geen meter, maar iets meer dan 50 centimeter stijgen en zou de Noordpool waarschijnlijk bedekt blijven met ijs, blijkt uit de cijfers die het VN-klimaatpanel IPCC afgelopen zomer publiceerde. Wel zullen we vaker dan nu te maken krijgen met weersextremen, die bovendien in heftigheid toenemen, en zal de zeespiegel verder stijgen tot misschien meer dan 3 meter over enkele eeuwen.
Tegenvaller
Een tegenvaller is er ook. Nagenoeg uitgesloten achten de experts het dat de opwarming beperkt blijft tot de 1,5 graad Celsius opwarming waarnaar de internationale gemeenschap zegt te streven – we zitten nu al op 1,2 graad. Ook met de huidige klimaatplannen is de kans om onder de 1,5 graad te blijven minder dan 10 procent, becijfert de groep, onder leiding van klimaatwetenschapper Malte Meinshausen van de Universiteit van Melbourne. Op de klimaattop van Parijs nam de internationale gemeenschap zich juist voor ‘ruim onder de 2 graden’ te blijven.
“Dit is nog geen Parijs”, beaamt ook Detlef van Vuuren, hoogleraar mondiale milieuproblemen aan de Universiteit van Utrecht. Toch ziet ook hij de nieuwe cijfers als “belangrijke progressie”. “Vóór het klimaatakkoord van Parijs was de vraag altijd welk land precies wat zou gaan doen. Nu heb je een andere situatie. De landen hebben concrete beloftes gedaan en als ze zich daaraan houden, komt die 2 graden nu echt goed in zicht.”
Tien jaar geleden leek de wereld nog op koers te liggen voor 4 of 5 graden opwarming in 2100, een absoluut rampscenario. Maar sindsdien kwam er zowaar schot in de energietransitie: zo stijgt het wereldwijde kolengebruik sinds 2013 niet meer, daalde de prijs van zonne-energie met 80 procent en gaat de omslag naar elektrisch rijden veel sneller dan voorzien. “We hebben gezien dat technologische ontwikkeling kan helpen veranderingen te versnellen zodra je aan de slag gaat”, zegt Van Vuuren.
Stijgende zee
Tot enkele maanden geleden gingen wetenschappers ervan uit dat de wereld, met de huidige klimaatplannen, aankoerst op 2,6 graden opwarming in 2100. Dat zou een ijsvrije Noordpool tot gevolg kunnen hebben, de sterfte van haast alle ondiepe koralen en 275 miljoen mensen die moeten verhuizen voor de stijgende zee.
Maar daarbij zaten nog niet inbegrepen de aangescherpte- en langetermijnbeloftes die tientallen landen afgelopen herfst op tafel legden op de klimaattop in Glasgow. Reken die mee, en de opwarming blijft net onder de 2-gradengrens, aldus Meinshausen.
Preciezer: nog ruim vóór 2030 zou de werelduitstoot van broeikasgassen kunnen pieken, op zo’n 53 miljard ton aan CO2. Het gevolg is een wereldtemperatuur die oploopt tot 1,8 of 1,9 graden rond 2080, en daarna stabiel blijft.
Rond die cijfers zitten wel onzekerheidsmarges. Zo is de kans dat de temperatuur toch boven de 2 graden komt nog steeds zo’n 45 procent, als het klimaatsysteem onverhoopt heftiger dan verwacht op de energiepuls van de broeikasgassen reageert. Anderzijds kan de temperatuur ook blijven steken op 1,3 of 1,4 graden.
Eerst zien dan geloven
Maar dan moeten alle landen alleen wel woord houden. “Ze hebben op dat vlak geen goede reputatie”, zegt Van Vuuren. Zo kwam van de klimaatbeloftes die de internationale gemeenschap in 1997 deed in Kyoto uiteindelijk maar weinig terecht.
“Het is makkelijk om ambitieuze klimaatdoelen te stellen voor over 30, 40 of zelfs 50 jaar in de toekomst”, schrijft ook broeikasgasexpert Zeke Hausfather in Nature. “Maar veel moeilijker is het om vandaag beleid in gang te zetten dat energiesystemen verschuift naar een duurzamere toekomst.”
Eerst zien, dan geloven, vindt Climate Action Tracker, een onafhankelijk onderzoeksconsortium dat de uitstoot van diverse landen doorrekent. Afgaand op wat landen echt aan verduurzaming doen, ligt de wereld eerder op koers voor 2,4 graden opwarming, becijferde de groep direct na de conferentie in Glasgow, slechts 0,2 graden minder dan vóór de klimaattop.
Om 1,5 graad nog te halen, het eigenlijke doel, zou de uitstoot van broeikasgassen al na volgend jaar moeten afnemen, blijkt uit de grafieken die het IPCC vorige maand uittekende. “Als wetenschapper kan ik technologisch en economisch nog wel een pad uittekenen waarmee dat nog haalbaar is”, zegt Van Vuuren. “Maar als je het me op de man af vraagt, zie ik natuurlijk ook wel in dat dit erg moeilijk wordt.”
In Glasgow scherpten diverse landen hun klimaatplannen aan en kwamen ook landen die tot dusver geen harde beloftes wilden doen met klimaattoezeggingen. Zoals India, dat in Glasgow aankondigde in 2070 klimaatneutraal te willen zijn. Dat is 20 jaar later dan de EU en de VS, en 10 jaar na China, maar duwt de grafieken toch weer wat naar beneden.