VooruitblikOnderwijs
Levensbelangrijke dag voor Vlaams onderwijs: Grondwettelijk Hof spreekt zich uit over eindtermen secundair
Vernietigt het Grondwettelijk Hof de eindtermen voor de tweede en derde graad van het secundair of niet? Die vraag ligt vandaag op ieders lippen in het Vlaamse onderwijs.
In februari van vorig jaar keurde het Vlaamse parlement nieuwe eindtermen goed voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Eindtermen zijn de minimumdoelen die leerlingen moeten halen. Ze worden vastgelegd door het Vlaams Parlement.
De vorige set eindtermen dateerde uit de jaren 90. Dat ze aan een opfrissingsbeurt toe waren, daar was iedereen het over eens. Maar over de invulling van de nieuwe set, daar bestaat dus discussie over. Een discussie die vandaag beslecht wordt voor het Grondwettelijk Hof.
Te uitgebreid
Even terug naar 2019. Toen staken vakexperten, -leerkrachten en vertegenwoordigers van de onderwijskoepels de koppen bij elkaar in zogenaamde praktijkcommissies. Daar bogen ze zich over de vraag: wat moet er allemaal in de nieuwe eindtermen opgenomen zijn?
Na twee jaar leverden ze hun werkstuk af aan het Vlaams Parlement, dat de uiteindelijke goedkeuring moest geven. Opvallend: hoewel Katholiek Onderwijs Vlaanderen mee betrokken was bij het opstellen van die nieuwe eindtermen, zegt het nog voor de goedkeuring van de nieuwe set eindtermen dat het niet kan leven met de tekst.
Volgens de Guimardstraat zijn de nieuwe set eindtermen zowel te uitgebreid als te gedetailleerd. Het laat katholieke scholen volgens topman Lieven Boeve geen ruimte om zelf accenten te leggen. “Een leerkracht zit voortdurend af te vinken wat hij al behandeld heeft. Er is geen ruimte meer voor eigen projecten”, zei hij daarover in een interview.
Boeve ziet zich daarin gesterkt door kritiek vanuit het veld. Eerst trokken de technische en beroepsscholen aan de alarmbel omdat ze, volgens hen, te veel praktijkvakken zagen sneuvelen voor algemene vakken. Ook in het kunstonderwijs is men die mening toegedaan.
Verzoekschrift
Kortom; dat het katholiek onderwijs vlak na de officiële goedkeuring van de eindtermen aankondigde naar het Grondwettelijk Hof te stappen, is geen verrassing. 113 schoolbesturen sloten zich daar uiteindelijk bij aan. Ook het Steineronderwijs diende een verzoekschrift in.
Verrassender is dat het Gemeenschapsonderwijs (GO!) besloot om de nieuwe eindtermen te verdedigen, samen met Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Ook het Provinciaal onderwijs deed dat. Zo komen de twee grootste koepels van Vlaanderen dus tegenover elkaar te staan in de rechtbank.
Verwachting
Het is moeilijk te voorspellen wat we mogen verwachten vandaag. Alle mogelijkheden liggen op tafel: van een volledige vernietiging of geen vernietiging tot een tussenoplossing - waarbij bijvoorbeeld slechts delen van de nieuwe eindtermen vernietigd worden of er met een overgangstermijn gewerkt wordt. Niemand in het veld durft een voorafname te doen op de uiteindelijke beslissing.
Er is maar één objectieve aanwijzing: het advies van de Raad van State. Dat rechtsorgaan moest zich, als onderdeel van het klassieke besluitvormingsproces, in november 2020 al eens uitspreken over de nieuwe set eindtermen. De Raad was toen zeer kritisch en zei “ernstige twijfels” te hebben. Het is echter geen garantie dat het Grondwettelijk Hof dezelfde conclusie heeft.
Vrijheid van onderwijs
De impact van vandaag kan moeilijk onderschat worden. Eerst en vooral zijn er de praktische gevolgen. Die zullen vooral te voelen zijn in de leraarskamer.
Eindtermen zijn de basis van wat leerkrachten in klassen onderwijzen. Vaak nemen leraars die eindtermen niet letterlijk bij de hand, maar doen ze dat via leerplannen van de koepel of via een handboek. Die zijn op hun beurt gebaseerd op de eindtermen.
Bijvoorbeeld voor leerkrachten uit het vierde jaar van het secundair onderwijs is het vandaag een belangrijke dag. Samen met de nieuwe eindtermen gaat volgend schooljaar ook de modernisering voor hun jaar van start. Veel van hen hebben zich daar al maandenlang op voorbereid. Straks weten zij of die voorbereiding in de vuilnisbak kan of toch gewoon kan doorgaan.
Kortom, het dossier zorgt al een jaar lang voor onzekerheid. Heel wat andere onderwijsdossiers worden beïnvloed door dit besluit, niet het minst omdat de Vlaamse regering ook voor het basisonderwijs nieuwe eindtermen wilt maken. Die oefening ligt al zo’n jaar stil, in afwachting van deze uitspraak.
Als we nog een stukje verder uitzoomen, dan is dit ook gewoon een levensbelangrijke politieke discussie. Dit dossier gaat over de vrijheid van onderwijs, een van de kernbegrippen in de Belgische grondwet. Eigenlijk komt het hierop neer: wie bepaalt wat leraars op hun bord zetten? Is dat de overheid via uitgebreide eindtermen, of zijn dat de leraars, scholen en koepels?