NieuwsOnderwijs
Leervertraging door corona nog niet volledig ingehaald: ‘Voor aantal vakken hebben we de schade weten te beperken, voor andere niet’
Ondanks meer lestijd vorig schooljaar is nog lang niet alle leervertraging ingehaald. Dat blijkt uit onderzoek van de KU Leuven op basis van toetsen in het lager katholiek onderwijs. Hoopgevend is dat de zwakkere leerlingen minder leerverlies leken te lijden. Knappe koppen presteerden dan weer minder in wiskunde.
Eerst het goede nieuws: voor wiskunde wisten leerkrachten het afgelopen schooljaar de gemiddelde leervertraging een halt toe te roepen. Voor het vak wetenschappen en techniek is er een lichte verbetering in de resultaten, voor mens en maatschappij gingen de resultaten zelfs significant vooruit.
Dat concluderen de onderzoekers van de KU Leuven op basis van de interdiocesane proeven. Dat zijn de testen die alle leerlingen uit het zesde jaar lager onderwijs van het katholiek onderwijs afleggen. Dit jaar nam 88 procent van de scholen deel aan de testen.
Ook vorig jaar deden onderwijseconoom Kristof De Witte en zijn collega’s die oefening al eens. Toen was de conclusie duidelijk: voor alle vakken behalve mens en maatschappij lagen de scores lager dan voor de pandemie. Ook zorgde de schoolsluiting tijdens de eerste lockdown voor een grotere spreiding van de resultaten, zowel tussen scholen, als binnen scholen tussen de beste en mindere leerlingen.
Die resultaten worden nogmaals bevestigd in het nieuwe onderzoek: het staat als een paal boven water dat de pandemie gemiddeld genomen voor leervertraging zorgde.
Slechter nieuws is dat die leervertraging het afgelopen jaar nog niet werd weggewerkt. Meer zelfs, voor Nederlands en Frans werd die achterstand groter. “Het gaat in 2021 om een extra leervertraging van 40 procent voor Nederlands en 25 procent voor Frans”, zegt De Witte. “Bovendien is een taal leren een incrementeel proces waarbij ook interactie erg belangrijk is. Leerverliezen accumuleren bij taalvakken sneller dan bij wiskunde of techniek. Voor die laatste vakken kunnen leerlingen makkelijker oefeningen of huiswerk maken.”
Ongelijkheid
Ook de ongelijkheid die de onderzoekers vorig jaar opmerkten, is nog niet weggewerkt. Wel goed nieuws is dat er voor bijvoorbeeld Nederlands minder leerverlies was in die scholen waar meer leerlingen uit een achterstandsbuurt kwamen. Kortom, de grote focus op kwetsbare leerlingen heeft zijn vruchten afgeworpen.
Maar de ongelijkheid tussen leerlingen is nog niet weg. Bij scholen met meer leerlingen met een laaggeschoolde moeder liep de leervertraging immers op. Heel specifiek is de spreiding van de resultaten tussen de beste presteerders en de slechtste presteerders binnen een school groter geworden voor Nederlands.
Voor wiskunde is die spreiding afgenomen. Dat komt omdat de meest kwetsbare leerlingen iets beter presteerden, wat goed nieuws is. Alarmerender is echter dat de leerprestaties van de sterke presteerders daalden voor wiskunde, en sterk. “We dreigen die sterke groep te verliezen”, zegt De Witte. “Dat zagen we ook al in het Pisa-onderzoek: de kopgroep presteerde minder.”
Uitdagen
“Het inzetten op de meest kwetsbare leerlingen werpt zijn vruchten af, maar we mogen ook de leerlingen die voor de pandemie-uitbraak sterk presteerden niet vergeten”, zegt Anne Verhoeven, teamverantwoordelijke basisonderwijs bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “We willen hen blijven uitdagen en dat nemen we ook expliciet als doelstelling op voor ons team leerondersteuning binnen de pedagogische begeleiding.”
Algemeen besluit Boeve uit de cijfers dat “ook vorig jaar nog een Covid-jaar geweest is”. “We hebben lang gedacht dat Covid-19 enkel iets van 2020 was. Neen, ook vorig jaar liep dat effect nog door. Voor een aantal vakken hebben we de schade weten te beperken, voor andere niet.”