Le Clézio in Nederlandse vertaling
Bij de Franse uitgeverij Gallimard was de stemming opperbest na de Nobelprijs, want sinds zijn debuut Le procès-verbal (1963) is J.M.G. Le Clézio hondstrouw gebleven aan het legendarische Franse uitgeversetablissement. Intussen wordt Gallimard overstelpt door buitenlandse uitgeverijen die hengelen naar vertalingen: Le Clézio tekende al 76 buitenlandse contracten. Ongetwijfeld knalden ook bij de Nederlandse uitgeverij De Geus de champagnekurken, want zij hadden zes Nederlandse vertalingen van Le Clézio onder de pannen: Diego en Frieda, Gouden vis, Angoli Mala, De Afrikaan, In volle zee en Omwentelingen.
De Geus, dat eerder ook laureaten als Dario Fo, Wislawa Szymborska en Claude Simon in zijn rangen telde, moest alle hens aan dek roepen. In onze contreien sloegen Le Clézio's boeken destijds geen grote verkoopgensters. De uitgeverij had niets meer op voorraad, maar heeft intussen de roman In volle zee en het volumineuze epos Omwentelingen weer in de boekhandel gekregen. Wie zich ook in de handen wreef, was Rudy Vanschoon-beek van uitgeverij Vrijdag. Hij realiseerde zich dat hij onder vroegere vlag Dedalus in 1990 de subtiele verhalenbundel Lente en andere seizoenen van Le Clézio uitbracht. Hij komt nu met een herdruk van het boek, dat een laagdrempelige, poëtische kennismaking biedt met het oeuvre van Le Clézio. En met permissie: een lange, vertaalde tekst van Le Clézio over zijn geboortestad Nice vind je in het door uw dienaar samengestelde boek Nice, muze van azuur (2004, uitgeverij Bas Lubberhuizen). Ook in het zojuist ter ziele gegane Raster waren reflecties van Le Clézio aan te treffen. (DL)