InterviewPatrick van der Vorst
Kunstpaus Patrick van der Vorst gaat naar het seminarie: ‘Dat unheimliche gevoel is nu weg’
In een vorig leven was hij directeur van het prestigieuze veilinghuis Sotheby’s, waar Madonna, Sean Connery en Elton John vriend aan huis zijn. Een droom, zou je denken, en toch. Exact een jaar geleden hield Patrick van der Vorst (49) – ook bekend van het VIER-programma Stukken van mensen – het voor bekeken en verhuisde naar Rome om er priester te worden.
‘Geslaagd’ kreeg Van der Vorst zopas meegedeeld. En daar is hij hoorbaar blij om. “Dat blokken, daar moest ik toch terug in komen. Toen ik in januari gele tekstmarkers ging halen in de boekhandel, begon het pas door te dringen: ‘Potverdorie, hier gaan we weer.’” (lacht)
Maar so far so good. Straks mag hij een vervolg breien aan zijn vierjarige priesteropleiding die hij vorig jaar in Vaticaanstad startte. Hopelijk ter plekke, want door het coronavirus moest hij midden maart noodgedwongen terug naar Londen keren, waar de kardinaal hem tijdelijk onderbracht in de parochie van de Holy Apostles Pimlico. Om te studeren, maar ook om de plaatselijke priester Pat Brown te assisteren. “Tijdens de lockdown deden we elke dag een livestream van de mis voor zo’n zeshonderd mensen, in het weekend liep dat aantal op tot vijf- à zesduizend volgers. Ik heb er in elk geval geleerd dat ook priesters flexibel moeten zijn in hun job. Tot dan toe had ik alleen in mijn auto gezongen, maar plots moest het voor een publiek. Qua ‘uit je comfortzone treden’ kon dat tellen.”
Het leven kan keren. Dat van Patrick van der Vorst zelfs voor de volle 180 graden. Nog niet zo lang geleden runde hij zijn eigen Valuemystuff.com, een website waarop je objecten online kan laten schatten. Het bedrijf telde een half miljoen klanten en deed een beroep op de ervaring van een zestigtal experts bij Sotheby’s, Christie’s en Bonhams. Eerder trok Van der Vorst als ambitieuze twintiger naar Londen, om er als klerk bij Sotheby’s te starten. Hij schopte het er op zijn 28ste tot de jongste directeur ooit. Op zijn curriculum prijken transacties waar menig kunstkenner stil van wordt, van een liefdadigheidsveiling voor Madonna tot de verkoop van een tafel aan het Prado voor de ronde som van 12 miljoen euro.
“Nochtans wilde ik als kind geen rijke zakenman of brandweerman worden, maar priester”, bekent Van der Vorst. Oftewel: de roeping was er al op jonge leeftijd, alleen het antwoord liet nog even op zich wachten. Tot vorig jaar. “Ik leidde een fantastisch leven, en toch waren de momenten waarop ik het meest trots moest zijn, meestal ook diegene waarop ik het droevigst was. Is dit het nu? Het spookte steeds meer door mijn hoofd. Dan weet je: het is tijd voor iets anders.”
Hoe reageerde uw omgeving toen u bekendmaakte dat u priester wilde worden?
Van der Vorst: “Ik had er eerlijk gezegd schrik voor. Vrienden hadden me er ook voor gewaarschuwd: ‘Hou je klaar voor kritiek.’ Gelukkig waren de reacties overwegend positief, ook in de media. De meeste mensen begrijpen mijn beslissing niet helemaal, ikzelf overigens ook niet, maar gunnen me wel mijn nieuwe pad. Daar ben ik oprecht blij om. Ook mijn eigen moeder is heel enthousiast. De dag waarop ik priester zal worden, zo liet ze al weten, wordt samen met haar trouwdag de mooiste dag van haar leven. (lacht)
“Zelf ervaar ik vooral een gevoel van vrijheid. Van opluchting ook. De laatste 25, 30 jaar ben ik heel druk bezig geweest in de kunstwereld, maar toch was er altijd iets aan het knagen. Dat unheimliche gevoel is nu weg.”
De voorbije decennia is de katholieke kerk herhaaldelijk in opspraak gekomen. Heeft dat uw keuze beïnvloed?
“Wat gebeurd is in het verleden, is de fout geweest van enkele individuen die onnoembaar veel kwaad en leed hebben toegebracht aan anderen én de katholieke kerk zelf. Ik begrijp ook absoluut de frustratie over het feit dat de kerk onvoldoende of niet de gepaste actie heeft ondernomen. Anderzijds denk ik wel dat de kerk er lessen uit getrokken heeft en dat het tij stilaan aan het keren is. Als je ziet dat de Vlamingen, en vooral de jongeren, de kerk online herontdekken (Kerknet zag zijn bezoekersaantal per maand tussen 2015 en nu van 100.000 naar 270.000 stijgen, SG), dan ben ik hoopvol gestemd. Ook het recente magazine Oh God! wijst erop dat er een nieuwe wind waait. Ik heb het gevoel dat we uit het diepst mogelijke dal komen, en dat het vanaf nu alleen maar opwaarts kan.”
In Londen sloot u dagelijks miljoenendeals en was u omringd met pracht en praal en de high society, hoe groot was het contrast toen u in Vaticaanstad aankwam?
“Behoorlijk groot. Eigenlijk is zo goed als alles veranderd. Ik heb geen business meer, geen mensen die voor mij werken, ik leef in celibaat. Toen ik voor het eerst mijn kamer (in het Beda College in Rome, SG) te zien kreeg, waande ik me terug in het internaat, dertig jaar geleden. Met enkel een bed, een bureau en een kruisbeeld boven het bed. Meer is er niet. Vanuit Londen had ik wel enkele dozen laten opsturen, met wat kledij en boeken, maar die waren snel uitgepakt. Toch ben ik er echt gelukkig.
“Weet je, ooit zag ik als jonge snaak in het internaat in Dendermonde enkele monniken in de abdij rondwandelen. Ze waren heel sober gekleed, leidden een simpel leven en leken me toch diepgelukkig. Dat beeld heeft me altijd geïntrigeerd. Wat hadden ze dat ik niet heb? In het seminarie viel de puzzel in mekaar. Ik wist dan ook snel dat ik de juiste keuze had gemaakt. Een keuze die ik blijkbaar niet eerder kon maken. Ik was er voordien niet klaar voor om priester te worden. En nu wel, de excuses waren op.”
Was er niets uit Londen wat u miste?
“In Londen had ik een druk sociaal leven, dat nu grotendeels is weggevallen. Gelukkig hoor ik mijn familie en vrienden nog geregeld via Skype. Wat ik misschien nog het meeste mis, is mijn hond. Purdey heet ze, ik had haar al acht jaar. Helaas mocht ze niet mee naar het seminarie en dus heb ik haar bij kameraden moeten achterlaten. En verder miste ik in Rome ook wel eens de Belgische keuken. Seminariekost is lekker, maar sober. Met als gevolg dat ik af en toe naar de lokale markt ging om er een simpele tomaat te kopen, die ik dan in mijn kamer met wat zout opat. Zo’n seminarie doet rare dingen met een mens.” (glimlacht)
Hoe ziet uw dag eruit in het seminarie?
“Ik sta om twintig voor zes op, om zes uur zit ik in de kapel voor mijn eigen ochtendgebed. Dat is geen verplichting, maar ik doe het toch. Anderhalf uur voor Onze-Lieve-Heer en mezelf om the good things and the bad things van de dag te bespreken. Voor mij is dat het belangrijkste moment van de dag. Om halfacht volgt het officiële gebed met de communiteit, om acht uur is er ontbijt en een uur later starten de lessen. Die gaan door tot één uur, dan is er lunchpauze. Vaak zijn er tussen drie en vijf nog lessen, en that’s it. Dat klinkt heel serieus, maar gelukkig wordt er ook veel gelachen. Uiteindelijk zitten we allemaal in hetzelfde schuitje – uit ons vaarwater en wat onzeker over de toekomst, maar wel vastberaden over onze keuze.”
U engageerde zich al eerder voor de kerk. Zo was u in de diocese van de kathedraal van Westminster al een aantal jaren verantwoordelijk voor de pastorale zorg voor zieken en daklozen, voor de catechese. Dat volstond niet voor u?
“In de kerk heb ik de afgelopen jaren wel wat dingen gedaan, dat klopt. Ook toen ik bij Sotheby’s werkte, ging ik ’s ochtends altijd eerst naar de mis. Om zeven uur stipt en dan rechtstreeks naar het bureau. Maar eerlijk? Het werd op de duur ook een excuus om mijn keuze voor het priesterschap uit te stellen. Alsof ik dan tegen Onze-Lieve-Heer kon zeggen: ‘Ik ben nu naar de mis geweest, laat me voor de rest van de dag maar met rust.’” (lacht)
Wordt iedereen die het priesterschap beoogt, toegelaten tot zo’n seminarie?
“Nee. Daar ging een zware selectieprocedure aan vooraf, met psychologische testen, testen voor je academische vaardigheden. Die duurt ongeveer een jaar. Aansluitend wordt je dossier overgemaakt aan de bisschop, met wie je finale interviews hebt. In mijn geval was dat de kardinaal in Londen. Ik denk dat we met twaalf seminarie-kandidaten begonnen zijn en dat er uiteindelijk twee zijn gestart. En ook dán is er nog een grote kans dat je afvalt. Tot het moment dat de bisschop je tot priester wijdt, is er geen enkele garantie.”
Als u terugblikt op uw eerste seminariejaar, wat was een hoogtepunt?
“Ons college ligt tegenover een van de basilieken van Rome, Sint-Paulus buiten de Muren heet die. Eén keer per jaar komt de paus er langs voor een avondgebed. Daar zijn we met de collega’s-seminaristen naartoe geweest, waardoor ik de paus van heel kortbij heb kunnen ontmoeten. Ik ben in Rome als seminarist voor het bisdom van Westminster, maar op zo’n moment voel je toch het grotere plaatje van de katholieke kerk.”
Waren er ook moeilijke momenten?
“Zeker. In het seminarie geef je een deel van je privacy op. Je leeft er samen in een communiteit, en ik denk dat de meeste – kleine – frustraties die ik het afgelopen jaar had, daarover gingen. In het gewone leven denk je soms: ‘Wegwezen’, maar dat was nu geen optie.”
Opmerkelijk, u laat met de website christian.art de kunst niet helemaal los.
“Klopt, daarop post ik dagelijks een tekst uit het Nieuwe Testament met daarbij een bijpassend kunstwerk, sculptuur, schilderij. Samen met een korte reflectie over de link tussen beide. We hebben al 15.000 dagelijkse lezers. Ik vermoed dat kunst een belangrijke rol gaat spelen in de kerk van de toekomst. Omdat ze je toelaat om op een zachte, toegankelijke en niet-intimiderende manier te praten over het geloof.”
Voor u naar Rome vertrok zei u dat u dichter bij God wilde geraken. Is u dat gelukt?
“Stapsgewijs. Je kan het vergelijken met elke andere relatie. Hoe meer je iemand ziet, hoe beter je die persoon leert kennen. Met God geldt dat evenzeer. Alleen heb je geen fysieke persoon voor je staan, die je aanspreekt. Dat is niet altijd makkelijk. Maar als je dan momenten van genade ervaart, dan denk je toch weer: ‘Wow, we zijn hier met iets moois bezig.’”
Tot slot: waar staat u binnen drie jaar, als u priester bent?
“Geen idee. Daar ben ik ook echt niet mee bezig. Ik vertrouw erop dat de bisschop me een plek zal toewijzen waar ik me het nuttigst kan maken. Waar ook ter wereld. I’m open and ready for it.”
Wie is Patrick van der Vorst?
- Geboren in Brugge op 2 mei 1971
- Studeerde rechten aan de KU Leuven
- Verhuisde in 1995 naar Londen
- Begon er aan een succesvolle carrière bij veilinghuis Sotheby’s
- Werd er op zijn 28ste adjunct-directeur
- Verliet Sotheby’s in 2010 en startte onlinedienst ValueMyStuff.com op
- Deed mee aan de BBC-versie van Dragons’ Den
- Was expert/kunstdealer in het VIER-programma Stukken van mensen
- Begon in september 2019 aan de priesteropleiding